ECLI:NL:OGEAA:2021:645

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 november 2021
Publicatiedatum
17 januari 2022
Zaaknummer
AUA202100953
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar inzake openbaarmaking van asielzoekerscriteria

In deze zaak heeft de appellant, de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaar met betrekking tot een verzoek om openbaarmaking op grond van de Landsverordening openbaarheid van bestuur (de Lob). Appellant had op 8 oktober 2020 een verzoek ingediend om informatie over de criteria die de DIMAS hanteert voor de selectie van ruimtes waar asielzoekers zich moeten melden. Na het uitblijven van een beschikking op dit verzoek, heeft appellant op 25 november 2020 bezwaar gemaakt. Vervolgens heeft hij op 8 april 2021 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar.

De zaak is behandeld op 18 oktober 2021, waarbij appellant in persoon aanwezig was, maar verweerder niet. Het gerecht heeft vastgesteld dat er geen reële beslissing op het bezwaar was genomen, wat in strijd is met de verplichting van verweerder. Volgens artikel 23, tweede lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) wordt het uitblijven van een beslissing gelijkgesteld met een afwijzende beslissing. Aangezien deze afwijzende beslissing niet gemotiveerd was, kon deze niet in stand blijven.

De rechter heeft het beroep gegrond verklaard, de bestreden fictieve afwijzende beslissing vernietigd en bepaald dat verweerder binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing moet nemen op het bezwaar. Tevens is gelast dat het door appellant gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan hem wordt terugbetaald. De uitspraak is gedaan door mr. A.J. Martijn op 1 november 2021, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

Uitspraak

Uitspraak van 1 november 2021
Lar nr. AUA202100953

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

[appellant],

wonend in Aruba,
APPELLANT,
procederend in persoon,
gericht tegen:

DE MINISTER VAN JUSTITIE, VEILIGHEID EN INTEGRATIE,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER.

PROCESVERLOOP

Bij brief, aan verweerder gefaxt op 8 oktober 2020, heeft appellant verweerder verzocht om openbaarmaking krachtens de Landsverordening openbaarheid van bestuur (de Lob) van documentatie waaruit blijkt welke criteria de DIMAS hanteert bij de selectie van ruimtes waar asielzoekers zich verplicht gedurende een bepaalde periode bereikbaar moeten stellen voor de afhandeling van hun asielaanvraag.
Tegen het uitblijven van een beschikking op dat verzoek heeft appellant op 25 november 2020 bezwaar gemaakt (het bezwaar).
Tegen het uitblijven van een beschikking op het bezwaar heeft appellant op 8 april 2021 beroep ingesteld (het beroep).
Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld op 18 oktober 2021. Appellant is in persoon verschenen. Verweerder is, hoewel daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

1.1
Het gerecht overweegt dat appellant tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaarschrift.
1.2
Verweerder heeft geen verweerschrift ingediend en is, hoewel daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen. Het gerecht stelt aldus vast dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar is genomen. Verweerder is daartoe wel verplicht. Ingevolge artikel 23, tweede lid, van de Lar wordt het uitblijven van een beslissing gelijkgesteld met een afwijzende beslissing. Nu deze afwijzende beslissing niet is gemotiveerd, kan deze niet in stand blijven.
1.3
Beslist wordt daarom als volgt.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het beroep gegrond;
vernietigt de bestreden fictieve afwijzende beslissing op het bezwaar van appellant;
bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een reële beslissing dient te nemen op het bezwaar van appellant;
gelast dat het door appellant gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan hem wordt terugbetaald.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.J. Martijn, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag 1 november 2021, in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.