ECLI:NL:OGEAA:2021:644

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 november 2021
Publicatiedatum
17 januari 2022
Zaaknummer
AUA202100951
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen het uitblijven van een beslissing op een verzoek om openbaarmaking van correspondentie

In deze zaak heeft de appellant, de Minister van Sociale Zaken en Arbeid, beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op zijn verzoek om openbaarmaking van correspondentie op grond van de Landsverordening openbaarheid van bestuur (de Lob). Het verzoek was ingediend op 9 oktober 2020 en betrof alle correspondentie tussen de verweerder en externe derden over de appellant in de periode van 2016 tot en met 8 oktober 2020. Na het uitblijven van een beschikking op dit verzoek heeft de appellant op 25 november 2020 bezwaar gemaakt. Vervolgens heeft de appellant op 8 april 2021 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar.

De zaak is behandeld op 18 oktober 2021, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden. Het gerecht heeft overwogen dat de appellant tijdig in beroep is gekomen en dat er ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar was genomen. Dit uitblijven van een beslissing wordt gelijkgesteld met een afwijzende beslissing, die niet gemotiveerd was en daarom niet in stand kon blijven.

De rechter heeft het beroep gegrond verklaard, de bestreden fictieve afwijzende beslissing vernietigd en bepaald dat de verweerder binnen drie maanden na dagtekening van de uitspraak een reële beslissing moet nemen op het bezwaar van de appellant. Tevens is de verweerder veroordeeld tot betaling van de kosten van het geding, begroot op Afl. 350,-, en is gelast dat het door de appellant gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan hem wordt terugbetaald. De uitspraak is gedaan door mr. A.J. Martijn en is uitgesproken op 1 november 2021.

Uitspraak

Uitspraak van 1 november 2021
Lar nr. AUA202100951

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

[Appellant],

wonend in Aruba,
APPELLANT,
gemachtigde: drs. M.L. Hassell,
gericht tegen:

DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN ARBEID,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. Y.F.M. Kaarsbaan (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij brief van 8 oktober 2020, ingediend bij verweerder op 9 oktober 2020, heeft appellant verweerder verzocht om openbaarmaking krachtens de Landsverordening openbaarheid van bestuur (de Lob) van alle correspondentie tussen verweerder en externe derden over appellant in de periode van 2016 tot en met 8 oktober 2020.
Tegen het uitblijven van een beschikking op dat verzoek heeft appellant op 25 november 2020 bezwaar gemaakt (het bezwaar).
Tegen het uitblijven van een beschikking op het bezwaar heeft appellant op 8 april 2021 beroep ingesteld.
Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld op 18 oktober 2021. Partijen zijn verschenen bij hun gemachtigden.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

1.1
Het gerecht overweegt dat appellant tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaarschrift.
1.2
Het gerecht stelt vast dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar is genomen. Verweerder is daartoe wel verplicht. Ingevolge artikel 23, tweede lid, van de Lar wordt het uitblijven van een beslissing gelijkgesteld met een afwijzende beslissing. Nu deze afwijzende beslissing niet is gemotiveerd, kan deze niet in stand blijven.
1.3
Nu appellant met recht in beroep is gekomen en zich bij gemachtigde heeft laten vertegenwoordigen, is aannemelijk geworden dat appellant hiertoe noodzakelijke kosten heeft gemaakt. Verweerder zal worden veroordeeld in de kosten van dit geding, begroot op een bedrag van Afl. 350,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, waarde per punt Afl. 700,-, wegingsfactor 0,25) aan gemachtigdensalaris.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het beroep gegrond;
vernietigt de bestreden fictieve afwijzende beslissing op het bezwaar van appellant;
bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een reële beslissing dient te nemen op het bezwaar van appellant;
veroordeelt verweerder tot betaling van de door appellant voor dit geding gemaakte kosten aan rechtskundige bijstand, begroot op Afl. 350,-;
gelast dat het door appellant gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan hem wordt terugbetaald.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.J. Martijn, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag 1 november 2021, in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.