ECLI:NL:OGEAA:2021:644
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen het uitblijven van een beslissing op een verzoek om openbaarmaking van correspondentie
In deze zaak heeft de appellant, de Minister van Sociale Zaken en Arbeid, beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op zijn verzoek om openbaarmaking van correspondentie op grond van de Landsverordening openbaarheid van bestuur (de Lob). Het verzoek was ingediend op 9 oktober 2020 en betrof alle correspondentie tussen de verweerder en externe derden over de appellant in de periode van 2016 tot en met 8 oktober 2020. Na het uitblijven van een beschikking op dit verzoek heeft de appellant op 25 november 2020 bezwaar gemaakt. Vervolgens heeft de appellant op 8 april 2021 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar.
De zaak is behandeld op 18 oktober 2021, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden. Het gerecht heeft overwogen dat de appellant tijdig in beroep is gekomen en dat er ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar was genomen. Dit uitblijven van een beslissing wordt gelijkgesteld met een afwijzende beslissing, die niet gemotiveerd was en daarom niet in stand kon blijven.
De rechter heeft het beroep gegrond verklaard, de bestreden fictieve afwijzende beslissing vernietigd en bepaald dat de verweerder binnen drie maanden na dagtekening van de uitspraak een reële beslissing moet nemen op het bezwaar van de appellant. Tevens is de verweerder veroordeeld tot betaling van de kosten van het geding, begroot op Afl. 350,-, en is gelast dat het door de appellant gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan hem wordt terugbetaald. De uitspraak is gedaan door mr. A.J. Martijn en is uitgesproken op 1 november 2021.