Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
[appellant],
de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie,
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
De standpunten van partijen
nBWA), volgt een minderjarige de woonplaats van hem die het gezag over hem uitoefent.
nBWA bepaalt dat minderjarigen onder gezag staan (lid 1) en dat ouderlijk gezag door de ouders gezamenlijk of door één ouder wordt uitgeoefend (lid 3).
nBWA, omvat het ouderlijk gezag de plicht en het recht van de ouder zijn minderjarig kind te verzorgen en op te voeden. Onder verzorging en opvoeding worden mede verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind alsmede het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. In de verzorging en opvoeding van het kind is er geen sprake van verwaarlozing en passen de ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling toe (lid 2).
nadatverweerder reeds bekend was met het feit dat de minderjarige hier zonder verblijfstitel bij hen verblijft. Overigens is niet gebleken dat aan appellant of de moeder bij de vergunningsaanvragen is gevraagd of zij minderjarige kinderen hebben, en dat zij bezijden de waarheid te kennen hebben gegeven dat dit niet het geval is.