ECLI:NL:OGEAA:2021:637
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot voorlopige voorziening inzake verblijfsvergunning en asielaanvraag van Venezolaanse verzoeker
In deze zaak heeft de verzoeker, een Venezolaanse nationaliteit, op 1 september 2021 asiel aangevraagd in Aruba na een clandestiene aanlanding. De asielaanvraag werd op 15 september 2021 afgewezen, waarop de verzoeker bezwaar maakte en een verzoekschrift indiende op 16 september 2021. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd behandeld op 29 september 2021. De verzoeker stelt dat hij bij terugkeer naar Venezuela gevaar loopt voor vervolging en vernederende behandelingen vanwege zijn politieke overtuiging en lidmaatschap van de politieke partij Primero Justicia. Hij heeft in het verleden te maken gehad met mishandeling door de Venezolaanse autoriteiten en vreest opnieuw slachtoffer te worden van geweld.
De verweerder, de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, betwist de claims van de verzoeker en stelt dat deze niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij gegronde vrees heeft voor vervolging of dat hij risico loopt op foltering of onmenselijke behandelingen. De voorzieningenrechter overweegt dat de veiligheidssituatie in Venezuela zorgelijk is, maar niet zodanig dat vreemdelingen uit dat land zonder meer als vluchteling kunnen worden aangemerkt. De verzoeker heeft niet kunnen aantonen dat zijn persoonlijke omstandigheden hem een gegronde vrees voor vervolging geven.
De voorzieningenrechter concludeert dat er geen aanleiding is om de bestreden beschikking te schorsen, aangezien de verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij na terugkeer in Venezuela vervolging zal ondervinden. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen, en er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan door mr. A.J. Martijn op 13 oktober 2021.