In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 16 februari 2021, wordt het verzoek van de moeder om het gezamenlijk gezag over de minderjarige te beëindigen en haar alleen met het gezag te belasten, afgewezen. De zaak betreft een familiezakenprocedure waarin de sociale omstandigheden van de ouders en de minderjarige centraal staan. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.M. Malmberg, heeft het verzoek ingediend tegen de vader, vertegenwoordigd door mr. D.M. Canwood. De minderjarige, geboren in 2006 in Colombia, is betrokken als belanghebbende.
De procedure is gestart na een eerdere beschikking van 7 januari 2020, waarin de Voogdijraad werd verzocht om onderzoek te verrichten naar de situatie van de minderjarige. De Voogdijraad heeft in haar rapport van 25 mei 2020 geconcludeerd dat er geen redenen zijn om het gezamenlijk gezag te wijzigen, aangezien beide ouders betrokken zijn bij de opvoeding van de minderjarige en er geen onaanvaardbaar risico bestaat dat de minderjarige klem raakt tussen de ouders.
Tijdens de zitting is naar voren gekomen dat de communicatie tussen de ouders problematisch is, maar dat zij in staat zijn om samen beslissingen te nemen over de minderjarige. Het gerecht heeft vastgesteld dat beide ouders geschikt zijn om de minderjarige op te voeden en dat er geen gronden zijn om het verzoek van de moeder te honoreren. De omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige, die eerder voorlopig was vastgesteld, wordt definitief gemaakt. De beschikking eindigt met de vaststelling van de omgangsregeling, waarbij de vader de minderjarige om de week van vrijdagmiddag tot zondagavond bij zich heeft.