Uitspraak
1.DE PROCEDURE
HR Buisness Partner Dutch Caribbean) en [naam verweerster] bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd.
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
“Item Processing & Payments Officer”,tegen een salaris van Afl. 98.571,56 per jaar.
“Federacion di Trahadornan di Aruba”(hierna: de vakbond), waar [naam verweerster] lid van is, en RBC een collectieve arbeidsovereenkomst (hierna: de cao) tot stand gekomen voor - aanvankelijk - de duur van drie jaar, ingaande 1 januari 2016.
“Position Levels”(hierna:
PL). Hoe lager het
“Position Level”cijfer is, hoe hoger de opleidingsvereisten voor een functie en hoe hoger het salaris. In de individuele
“Position Level”niveaus werd een onderverdeling gemaakt in drie subcategorieën, te weten categorie 1, categorie 2 en categorie 3. [naam verweerster] was medio het jaar 2018 op grond van dit systeem ingeschaald op
PL10-3.
“Position Level”zoals hiervoor weergegeven worden afgeschaft.
PL-10 is komen te vallen en dat de cao met het daarin opgenomen pensioenbepaling daarom op [naam verweerster] van toepassing is.
3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
PL10-2 en
PL10-3, werden als gevolg van die wijziging vanaf die datum ingedeeld onder het niveau
PL10. [naam verweerster], een
PL10-3 werknemer, is als gevolg van deze wijziging dan ook onder de salarisschaal
PL10 komen te vallen. Ingevolge het eerste lid van artikel 2 van de cao zijn de bepalingen daarvan van toepassing op alle werknemers die zijn ingeschaald op het niveau
PL10-1 en lager. Dit alles brengt met zich dat de cao, en dus ook het daarin opgenomen pensioenbeding, vanaf dat moment onverkort op [naam verweerster] van toepassing is geworden. Nu [naam verweerster] in oktober 2020 de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, is de arbeidsovereenkomst tussen partijen conform artikel 8 lid 7 van de cao van rechtswege tot een einde gekomen, aldus RBC.
4.DE BEOORDELING
PL10-2 en
PL10-3 vielen, overwerkvergoeding is uitbetaald, omdat zij daarop een beroep hebben gedaan, terwijl zij daar op grond van de “oude” cao (die op hen niet van toepassing was), geen recht op hadden, zoals door RBC gesteld, maakt nog niet dat de vakbond akkoord is gegaan met enige wijziging van de van de cao deel uitmakende salarisstructuur en dat de cao daardoor van toepassing is geworden op [naam verweerster]. Overigens geldt dat de werkgever ingevolge het zesde lid van artikel 4 van de cao bevoegd was om van de in de cao opgenomen arbeidsvoorwaarden in de voor de werknemer gunstige zin af te afwijken.
PL10 is komen te vallen met het gevolg dat de cao op [naam verweerster] van toepassing is geworden. De omstandigheid dat inmiddels een nieuwe cao tot stand is gekomen tussen RBC en de vakbond, waarbij de salarisstructuur is aangepast naar de wijze zoals hiervoor weergegeven, maakt het voorgaande niet anders, nu onbetwist is gesteld dat [naam verweerster] ten tijde van de totstandkoming van die nieuwe cao al de pensioengerechtigde leeftijd had bereikt, en die cao geen terugwerkende kracht heeft.