ECLI:NL:OGEAA:2021:516

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
26 oktober 2021
Publicatiedatum
10 november 2021
Zaaknummer
AUA202100672
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een onpartijdige curator in een ondercuratelestelling

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 26 oktober 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot ondercuratelestelling van een meerderjarige, hierna aangeduid als [verweerder]. Het verzoek is ingediend door zijn dochter, ex-echtgenote en levensgezel, die als verzoeksters optraden. De verzoeksters stelden dat [verweerder] lijdt aan gevorderde dementie, waardoor hij niet in staat is zijn belangen behoorlijk waar te nemen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 11 maart 2020 werd ingediend, gevolgd door mondelinge behandelingen op 20 april en 25 mei 2021.

Tijdens de zittingen werd de noodzaak van ondercuratelestelling besproken, waarbij de verzoeksters voorstelden dat verzoekster sub 1 als curatrice zou worden benoemd. Echter, belanghebbende sub 1, die zich verzette tegen deze benoeming, voerde aan dat de belangen van [verweerder] beter gediend zouden zijn met een onpartijdige curator van buiten de familie. Het gerecht heeft de argumenten van de belanghebbende sub 1 in overweging genomen, maar oordeelde dat er geen bewijs was dat verzoekster sub 1 niet in staat zou zijn om de curatele op een verantwoorde manier uit te voeren.

Desondanks, gezien de vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke belangen van [verweerder] en de weerstand van belanghebbende sub 1, besloot het gerecht om een professionele curator te benoemen. Mr. J.M. de Cuba werd benoemd als curator. De uitspraak bevatte ook specifieke voorwaarden voor de curator, waaronder het indienen van een schriftelijke opgave van de aanwezige gerede gelden en een boedelbeschrijving binnen bepaalde termijnen. De beschikking werd gegeven door rechter E.M.D. Angela, ter terechtzitting van 26 oktober 2021.

Uitspraak

Beschikking van 26 oktober 2021
behorend bij EJ nr. AUA202100672
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:

1.[dochter 1], de dochter,

2.[de ex-echtgenote],de ex-echtgenote,
3.[de levensgezel]de levensgezel,
allen wonende in Aruba,
verzoeksters,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
om ondercuratelestelling van:
[verweerder],
wonende in Aruba,
verweerder, hierna: [verweerder],
in persoon.
Belanghebbenden:
1. [belanghebbende sub 1]de dochter,
gemachtigde: de advocaat mr. M.L.J.J.P. Willems,
2. [belanghebbende sub 2]de dochter,
3. [belanghebbende sub 3]de broer.

1.DE PROCEDURE

1.2
De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 11 maart 2020,
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 20 april 2021, waarbij aanwezig waren de verzoeksters in persoon bijgestaan door hun gemachtigde voornoemd, verweerder in persoon, de belanghebbende sub 1 in persoon bijgestaan door haar gemachtigde en de belanghebbende sub 2 in persoon,
  • de mondelinge behandeling van de zaak ter zitting van 25 mei 2021, waarbij aanwezig waren de verzoeksters sub 1 en 2 in persoon bijgestaan door hun gemachtigde voornoemd, verweerder in persoon, de belanghebbende sub 1 in persoon bijgestaan door haar gemachtigde en de belanghebbende sub 2 in persoon.
1.2
De uitspraak is nader bepaald op heden.

2.HET VERZOEK

Het gewijzigd verzoek strekt ertoe dat [verweerder] onder curatele wordt gesteld met benoeming van verzoekster sub 1 tot zijn curatrice. Daartoe wordt aangevoerd dat [verweerder] aan gevorderde dementie lijdt, waardoor hij niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen behoorlijk waar te nemen.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek is gegrond op artikel 1:378 lid 1 en onder sub a van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW). Ingevolge deze bepaling kan de rechter een meerderjarige onder curatele stellen wegens een geestelijke stoornis waardoor de gestoorde, al dan niet met tussenpozen, niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen behoorlijk waar te nemen. Uit de verklaringen van de verzoeksters en de specialist ouderengeneeskunde d.d. 10 mei 2021, drs. E. Johanns, is gebleken dat [verweerder] wegens een geestelijke stoornis niet in staat is dan wel bemoeilijkt wordt om zijn belangen behoorlijk waar te nemen. Het verzoek tot ondercuratelestelling is dan ook voor toewijzing vatbaar.
3.2
Ingevolge artikel 1:383 lid 1 BW benoemt de rechter bij het uitspreken van de curatele of, indien hij zich nog niet voldoende voorgelicht acht, zo spoedig mogelijk daarna een curator. De verzoeksters hebben verzoekster sub 1 als curatrice van [verweerder] voorgesteld.
3.3
De belanghebbende sub 1 heeft zich daartegen verzet en daartoe – samengevat- het volgende aangevoerd:
- de belangen van [verweerder] zullen het beste gediend zijn met benoeming van een onpartijdige curator van buiten de familie,
- [ verweerder] is een zakenman die reeds geruime tijd diverse ondernemingen drijft en eveneens een substantieel aantal onroerende goederen op Aruba feitelijk in eigendom heeft (direct danwel indirect),
- het verleden van [verweerder] heeft ertoe geleid dat verzoekster sub 1 in naam als directeur de exploitatie van enige bedrijven van [verweerder] ging voeren, terwijl [verweerder] feitelijk de touwtjes in handen bleef houden,
- gevreesd wordt dat bij aanstelling van verzoekster sub 1 als curatrice geen adequate verificatie zal kunnen plaatsvinden van de door de curatrice af te leggen rekening en verantwoording,
- feit is immers dat het gerecht in geen enkele wijze inzicht heeft in het feitelijke vermogen van [verweerder] en derhalve niet kan controleren of het vermogen van [verweerder] op verantwoorde wijze door verzoekster sub 1 wordt beheerd.
3.4
Het gerecht stelt voorop dat niet is aangetoond dan wel gebleken dat verzoekster sub 1 niet op een verantwoorde en juiste wijze uitvoering zou kunnen geven aan de curatele. Desalniettemin acht het gerecht het - gelet op de vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke belangen van [verweerder] en gelet op de weerstand die de belanghebbende sub 1 tegen de benoeming van verzoekster sub 1 tot curatrice heeft getoond – in het belang van [verweerder] en de verhoudingen tussen de familieleden onderling dat een derde als professionele curator wordt benoemd. Het gerecht zal mr. J.M. de Cuba, die conform de stellingen van de gemachtigde van de belanghebbende sub 1 zich daartoe bereid heeft verklaard, tot curator benoemen.
3.5
De curator dient ingevolge artikel 1:386 lid 1 BW juncto artikel 1:338 BW
binnen acht weken, uiterlijk op 21 december 2021, na aanvang van zijn taak als curator een schriftelijke opgave ter griffie van dit gerecht te doen van de bij het begin van de curatele aanwezige gerede gelden, effecten aan toonder en spaarbankboekjes.
De curator dient voorts
binnen acht maanden, uiterlijk op 26 juni 2022, na aanvang van zijn taak als curator een door hem ondertekende boedelbeschrijving bij de griffie van dit gerecht in te dienen. In de boedelbeschrijving is begrepen opgave van de wijzigingen in de samenstelling van het vermogen tot het ogenblik dat zij wordt opgemaakt.
3.6
De curator dient ingevolge artikel 1:386 lid 1 BW in samenhang met artikel 1:359 lid 1 BW
jaarlijkseen rekening van zijn bewind over de goederen van de onder curatele gestelde ter griffie van dit gerecht in te dienen, voor het eerst uiterlijk op
26 oktober 2022.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt [VERWEERDER], geboren op [geboortedatum] 1945 in Aruba, onder curatele,
benoemt over de onder curatele gestelde tot curator mr. J.M. de Cuba, kantoorhoudende in Aruba,
bepaalt dat deze uitspraak vanwege de curator binnen tien (10) dagen nadat deze ten uitvoer kan worden gelegd, wordt geplaatst in de Landscourant van Aruba, alsmede in de dagbladen “DIARIO” en “AMIGOE DI ARUBA”,
bepaalt dat de curator uiterlijk op 21 december 2021 een schriftelijke opgave ter griffie van dit gerecht doet van de bij het begin van de curatele aanwezige gerede gelden, effecten aan toonder en spaarbankboekjes,
bepaalt dat de curator uiterlijk op 26 juni 2022 een door hem ondertekende boedelbeschrijving bij de griffie van dit gerecht indient,
bepaalt dat de curator uiterlijk op 26 oktober 2022 een rekening en verantwoording bij de griffie van dit gerecht indient.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, ter terechtzitting van dinsdag 26 oktober 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.