ECLI:NL:OGEAA:2021:512

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
26 oktober 2021
Publicatiedatum
10 november 2021
Zaaknummer
AUA202101485
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet van werknemer wegens vermeende diefstal van pizza

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan over het ontslag op staande voet van een werknemer, [verzoekster], die tijdens werktijd met een pizza in haar tas werd aangetroffen. De werknemer was in dienst bij Hadicurari, een restaurant dat deel uitmaakt van de Aruba Wine & Dine Group. Op 21 oktober 2020 vond er een incident plaats waarbij de tas van [verzoekster] werd gecontroleerd door een beveiligingsmedewerker, en daarin werd een plastic bakje met pizzastukken aangetroffen. Hadicurari stelde dat dit een dringende reden was voor ontslag, omdat de werknemer in strijd met de regels de pizza naar huis wilde meenemen.

De werknemer betwistte de beschuldigingen en stelde dat de pizza een cadeau was voor haar inzet tijdens de coronapandemie en dat zij deze had bewaard om later op te eten. Het Gerecht oordeelde dat Hadicurari niet had aangetoond dat er sprake was van een dringende reden voor ontslag. De rechter concludeerde dat de pizza op het moment van de controle niet meer als eigendom van Hadicurari kon worden beschouwd, aangezien het een gift was. Bovendien was de werknemer nog aan het werk en had zij de pizza bewaard om deze later te nuttigen.

Het Gerecht verklaarde het ontslag nietig en oordeelde dat Hadicurari het loon van [verzoekster] moest doorbetalen, evenals de wettelijke verhoging en rente. Hadicurari werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering door de werkgever bij ontslag op staande voet en de bescherming van werknemersrechten.

Uitspraak

Behorend bij E.J. nr. AUA202101485
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[Naam verzoekster],
wonend in Aruba,
verzoekster,
hierna te noemen: [verzoekster],
gemachtigde: de advocaat mr. A.E.A. Hernandez,
tegen:
de naamloze vennootschap
WAHOO RESTAURANTS N.V. h.o.d.n. HADICURARI RESTAURANT,
gevestigd in Aruba,
verweerster,
hierna te noemen: Hadicurari,
gemachtigde: de advocaat mr. M.A. Ellis-Schipper.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 7 juni 2021;
- het verweerschrift met producties, ingediend op 23 augustus 2021;
- het e-mailbericht zijdens Hadicurari van 13 september 2021 met producties;
- de pleitnota’s van partijen;
- de behandeling van de zaak ter zitting van 14 september 2021, waarbij zijn verschenen [verzoekster], bijgestaan door haar gemachtigde, en Hadicurari, vertegenwoordigd door haar gemachtigde.
1.2
De datum voor de beschikking is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Hadicurari exploiteert een restaurant en maakt samen met andere restaurants deel uit van de moedermaatschappij Aruba Wine & Dine Group.
2.2. [
Verzoekster] is op enig moment tussen 2016 en 2017 bij Hadicurari in dienst getreden als afwasser tegen het wettelijk minimumloon.
2.3
Op de werknemers van Hadicurari, inclusief [verzoekster], is het personeelshandboek van Aruba Wine & Dine Groep van toepassing. In het personeelshandboek staat:

AN EMPLOYEE INVOLVED IN ANY OF THE FOLLOWING CONDUCT MAY RESULT IN DISCIPLINARY ACTION UP TO AND INCLUDING IMMEDIATE TERMINATION WITHOUT A WRITTEN WARNING.(…)
11. Theft of costumer, employee or Restaurant property including items found on Restaurant premises. (…)
16.
16. Refusal to follow instructions. (…)
29.
29. Failure to comply with company policies and Standard Operations Procedures. (…)
Employee Meals / Beverages (…)
If you bring your own food you have to eat this at all time in the staff area according the same hours. Always on a plate of the restaurant. (…)“.
2.4
In een memo van 15 oktober 2020 van Hadicurari aan haar werknemers, die ook [verzoekster] heeft ontvangen, staat, voor zover van belang:

Dear all,
With this e-mail we would like to extend our gratitude throughout these difficult periods we all have been dealing with. Aruba Wine and Dine is extremely thankful for your input, hard work and flexibility.
Therefor we would like to thank you all by inviting you plus 1 guest for a complimentary pizza each with soft drinks.
We made a schedule to avoid that everyone goes at the same day. (…) Please be aware, you can enjoy your complimentary pizza between 12:00 PM (noon) through 9:00 PM.
Note: it is only valid by dining in and not take-out. (…)
- Wednesday October 21, 2020:
Moomba bar and Moomba Restaurant and Hadicurari (…)“.
2.5
Op 21 oktober 2020 heeft zich op de werkvloer een incident voorgedaan waarbij de tas van [verzoekster] door een beveiligingsmedewerker van Hadicurari is gecontroleerd en waarbij in een bruine take-out zak een plastic bakje verwikkeld in aluminiumfolie werd aangetroffen met daarin pizzastukken. Na het incident is [verzoekster] onmiddellijk geschorst.
2.6
Bij brief van 22 oktober 2020 is de schorsing schriftelijk bevestigd. In de brief staat dat [verzoekster] met ingang van 21 oktober 2020, hangende een onderzoek, tot nader bericht wordt geschorst.
2.7
Bij brief van 26 oktober 2020 is [verzoekster] op staande voet ontslagen. In de brief staat als ontslagreden opgenomen dat [verzoekster] de slechte gewoonte heeft om werkmaterialen en eten naar huis mee te nemen.
2.8
Bij brief van 24 maart 2021 heeft de gemachtigde van [verzoekster] de nietigheid van het ontslag ingeroepen en is Hadicurari gesommeerd om het loon aan [verzoekster] door te betalen en haar weder tewerk te stellen.

3.HET VERZOEK

3.1 [
Verzoekster] verzoekt het Gerecht om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
a. [Verzoekster] toestemming te verlenen om kosteloos te procederen;
b. voor recht te verklaren dat het ontslag nietig is;
c. Hadicurari te veroordelen aan [verzoekster] het volledig loon vanaf 26 oktober 2020 door te betalen totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is beëindigd;
d. Hadicurari te veroordelen aan [verzoekster] te voldoen de wettelijke verhoging over het onder c. toe te wijzen bedrag;
e. Hadicurari te veroordelen aan [verzoekster] te betalen de wettelijke rente over de onder c. en d. toe te wijzen bedragen, te rekenen vanaf de opeisbaarheid hiervan tot de dag der algehele voldoening;
f. subsidiair, iedere andere door het Gerecht in goede justitie te vermenen voorziening te treffen;
e. alles met veroordeling van Hadicurari in de proceskosten.
3.2 [
Verzoekster] grondt de vordering erop dat het ontslag op staande voet nietig is, omdat er geen sprake is van een dringende reden. [Verzoekster] betwist dat zij de gewoonte heeft om werkmaterialen en eten mee naar huis te nemen. [Verzoekster] stelt dat zij de pizza cadeau heeft gekregen voor haar inzet en deze om die reden niet meer als eigendom van Hadicurari kon worden beschouwd. Verder heeft [verzoekster] gesteld dat zij de pizza in een plastic bakje van Hadicurari had bewaard, omdat zij bij de afwas werkt, daar veel stoom vrijkomt, en om op die manier te voorkomen dat de pizza daardoor werd verpest. Tot slot stelt [verzoekster] dat zij de pizza en het bakje nimmer naar huis heeft genomen, maar de pizza heeft bewaard om het op een later moment te eten omdat het op het werk heel druk was.
3.3
Hadicurari voert verweer en verzoekt het Gerecht om de vordering van [verzoekster] af te wijzen, met veroordeling van [verzoekster] in de proceskosten.
3.4
Hadicurari grondt het verweer erop dat [verzoekster] haar een dringende reden heeft gegeven, omdat [verzoekster] in strijd met de regels de pizza naar huis wilde meenemen in een plastic bakje dat aan Hadicurari in eigendom toebehoort. Volgens Hadicurari heeft [verzoekster] ingevolge de artikelen 7:660 lid 1 jo. artikel 7:678 lid 2 sub k BW grovelijk haar plichten op grond van de arbeidsovereenkomst veronachtzaamd en is er ingevolge artikel 7:678 lid 2 sub d en k BW sprake van diefstal c.q. verduistering. Hadicurari stelt dat [verzoekster] moedwillig de regel heeft overtreden, omdat [verzoekster] de pizza helemaal onderaan in haar tas heeft gestopt terwijl zij door meerdere collega’s erop is aangewezen dat ‘take-out’ van de pizza verboden is. Ter onderbouwing van deze stelling verwijst Hadicurari naar een vijftal verklaring van collega’s van [verzoekster]. Volgens Hadicurari had [verzoekster] duidelijk de intentie om de pizza naar huis mee te nemen aangezien zij het plastic bakje, waarin de pizza zich bevond, gewikkeld had in folie en in een bruine papieren take-out zak onderaan in haar tas had gestopt. Tot slot stelt Hadicurari dat het, gelet op het groot aantal werknemers van Aruba Wine & Dine, van groot belang is voor Hadicurari dat de regels strikt worden nageleefd.

4.DE BEOORDELING

4.1
Gelet op het overgelegde bewijs van onvermogen zal aan [verzoekster] toestemming worden verleend om kosteloos te procederen.
4.2
Het gaat in deze zaak om de vraag of sprake is van een dringende reden die het ontslag op staande voet rechtvaardigt.
4.3
Als dringende redenen worden volgens artikel 7:678 lid 1 BW beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die tot gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de beoordeling van de vraag of van een zodanige dringende reden sprake is, moeten de omstandigheden van het geval in onderling verband en samenhang in aanmerking worden genomen. Tot deze omstandigheden behoren onder meer de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals diens leeftijd, de aard en duur van het dienstverband en de gevolgen van het ontslag op staande voet. Van belang is verder dat het de werkgever is die moet stellen en bewijzen dat sprake is van een dringende reden.
4.4
Volgens de ontslagbrief is [verzoekster] ontslagen, vanwege haar slechte gewoonte om materiaal van het werk en eten mee naar huis te nemen.
4.5
Vast staat dat in de tas van [verzoekster] een pizza in een plastic bakje is aangetroffen. Vast staat eveneens dat deze pizza een
complimentarypizza betrof, die alle werknemers wegens hun inzet gedurende de covidpandemie hadden ontvangen. De pizza was een gift aan de werknemers en kan om die reden, op het moment dat deze in de tas van [verzoekster] werd aangetroffen, niet meer als eigendom van Hadicurari worden beschouwd. Verder heeft Hadicurari de stelling van [verzoekster], dat haar werktijd op het moment waarop zij met de pizza in haar tas werd aangetroffen nog niet om was en zij nog tweeëneenhalf uur moest doorwerken, niet betwist. Daarnaast heeft [verzoekster] onweersproken gesteld dat zij het druk had op het werk, geen tijd had om de pizza te eten en deze heeft bewaard om op een later moment te nuttigen. Gelet hierop is niet vast komen te staan dat [verzoekster] de pizza naar huis heeft meegenomen en evenmin dat zij hier een gewoonte van maakte.
4.6
Datzelfde geldt voor het plastic bakje. De werktijd van [verzoekster] was op het moment dat zij met het plastic bakje is aangetroffen nog niet om, zij had nog tweeëneenhalf uur de tijd om de pizza op het werk te nuttigen en zij heeft de pizza in het bakje bewaard, zodat de pizza niet verpest wordt. Van belang daarbij is verder dat in de memo staat dat de pizza tot 21:00 uur genuttigd kon worden op het werk. Die tijd was nog niet om toen [verzoekster] met de pizza in haar tas werd aangetroffen. Om die reden kan niet de conclusie worden getrokken dat [verzoekster] de bedoeling had om het plastic bakje mee te nemen, nog daargelaten dat ook als [verzoekster] het bakje mee naar huis had genomen, dat geen dringende reden in vorenbedoelde zin zou opleveren, mede in het licht van de omstandigheid dat gesteld noch gebleken is dat het geen eenmalige gebeurtenis betrof, maar [verzoekster] de gewoonte had om materiaal mee naar huis te nemen, hetgeen haar in de ontslagbrief wordt verweten.
4.7
Reeds omdat de aan het ontslag ten grondslag gelegde gedragingen van [verzoekster] niet zijn komen vast te staan, kan niet gesteld worden dat sprake is van gedragingen zijdens [verzoekster] die een ontslag op staande voet rechtvaardigen. Het voorgaande brengt mee dat [verzoekster] ten onrechte door Hadicurari is ontslagen. De vordering om het ontslag nietig te verklaren zal dan ook worden toegewezen. Nu de dienstbetrekking om die reden is blijven voortbestaan zal ook de vordering om het loon door te betalen, zolang de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig voortduurt, worden toegewezen.
4.8
De vordering tot betaling van de verhoging wegens de vertraging op grond van artikel 7:625 BW zal eveneens worden toegewezen, met dien verstande dat de verhoging wegens de vertraging in geen geval 15% van het verschuldigde bedrag te boven zal gaan. De wettelijke rente zal worden toegewezen op na te melden wijze.
4.9
Hadicurari zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [verzoekster].

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
5.1
verleent aan [verzoekster] toestemming om kosteloos te procederen;
5.2
verklaard voor recht dat het door Hadicurari aan [verzoekster] gegeven ontslag nietig is;
5.3
beveelt Hadicurari om aan [verzoekster] haar achterstallig loon te betalen vanaf 26 oktober 2020 en haar loon door te blijven betalen totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is beëindigd, vermeerderd met de wettelijke verhoging ingevolge artikel 7:625 BW, tot een maximum van 15%, en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van opeisbaarheid tot de dag der voldoening;
5.4
veroordeelt Hadicurari in de kosten van de procedure, die tot de datum van de uitspraak aan de kant van [verzoekster] worden begroot op Afl. 50,- (aan de griffier van dit Gerecht te betalen) verschotten prod deo en Afl. 2.500,- aan (niet aan de griffier van dit Gerecht te betalen) salaris voor de gemachtigde pro deo (2 punten tarief 5);
5.5
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in dit gerecht, en werd in het openbaar uitgesproken op dinsdag 26 oktober 2021, in tegenwoordigheid van de griffier.