Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
helper”, laatstelijk tegen een brutoloon van Afl. 1.816, -- per maand.
Sociale Verzekeringsbank(hierna: de
SVb) wegens ziekte arbeidsongeschikt verklaard. [naam verweerder] wordt met ingang van 3 december 2020 arbeidsgeschikt verklaard, maar verschijnt niet op het werk.
3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
4.DE BEOORDELING
SVb- nadat hij door de controlearts op 26 november 2020 arbeidsongeschikt was verklaard - is hij, zonder enige mededeling aan Huan Zhan, niet komen werken.
SVbarbeidsongeschikt verklaard, maar heeft hij kennelijk nagelaten om zich na de tweede dag van de
SVben is daarna met ingang van 24 december 2020 weer arbeidsgeschikt verklaard. [naam verweerder] is sindsdien niet meer komen werken, terwijl hij geen geldige reden had om van het werk weg te blijven. Huan Zhan heeft naar aanleiding van het voorgaande besloten om [naam verweerder] bij schrijven van 14 januari 2020 op te roepen om zich op 15 januari 2021 op het werk te melden, hetgeen als een redelijke instructie moest worden beschouwd, maar [naam verweerder] heeft nagelaten aan deze oproeping gehoor te geven.
“employee details report”met betrekking tot de maanden september tot en met oktober 2020 en een kopie van het
“Werkgevers Meldingsformulier”van de
SVbmet betrekking tot [naam verweerder], waarop vermeld staat wanneer [naam verweerder] arbeidsongeschikt en vervolgens weer arbeidsgeschikt is verklaard door de controlearts.
SVb -niet op het werk te zijn verschenen, maar heeft daarbij betoogd dit te hebben gedaan omdat hij vanwege een bedrijfsongeval (hierna: het ongeval) dat op 10 september 2020 heeft plaatsgevonden arbeidsongeschikt is geraakt, terwijl hij hetgeen hem is overkomen niet aan de controlearts heeft kunnen voorleggen ter beoordeling van de vraag of hij al dan niet arbeidsongeschikt was, omdat hij ten tijde van het ongeval niet ingeschreven stond bij de
SVb. Omdat [naam verweerder] ten gevolge van dit nalaten niet arbeidsongeschikt kon worden verklaard en hij daarom geen aanspraak kon maken op enige uitkering, is hij na het ongeval blijven doorwerken, totdat hij op een dag erg veel pijn kreeg. [naam verweerder] is in de maanden oktober en november een aantal dagen van het werk weggebleven, terwijl Huan Zhan het loon heeft doorbetaald. Nadat [naam verweerder] met ingang van november 2020 door Huan Zhan bij de
SVbwerd ingeschreven, heeft hij getracht het ongeval alsnog te melden, maar het ongeval werd niet door de instantie erkend, nu het gebeurd is op een moment waarop [naam verweerder] nog niet ingeschreven stond. Om toch enige uitkering in de vorm van ziekengeld uitbetaald te krijgen, heeft Huan Zhan [naam verweerder] de instructie gegeven om zich ziek te melden onder opgave van valse redenen. Toen de controlearts erachter is gekomen dat [naam verweerder] hem steeds onjuiste informatie aan het verstrekken was, heeft hij [naam verweerder] op de gevolgen daarvan gewezen. [naam verweerder] is niet meer gaan werken en heeft met medeweten van Huan Zhan besloten zich niet langer te melden bij de
SVb, terwijl hij nog niet hersteld was van het ongeval en hij nog niet in staat was arbeid te verrichten. [naam verweerder] heeft ter onderbouwing van zijn stelling dat hij arbeidsongeschikt was in de procedure gebracht een kopie van het rapport van de Directie Arbeid en Onderzoek met als bijlage een kopie van een document van 14 september 2020 opgesteld door de chirurg dr. [naam chirurg] MD PhD (hierna: de chirurg), een kopie van de brief van 13 januari 2021 van de chirurg omtrent de medische gegevens van [naam verweerder], een brief van 11 januari 2021 van de behandelend fysiotherapeut [naam fysiotherapeut] en een drietal van [naam verweerder] op het werk gemaakte foto’s. Gelet op het voorgaande is van ongeoorloofd werkverzuim dan wel werkweigering zoals Huan Zhan dat heeft gesteld geen sprake, aldus [naam verweerder].
“distale radiusfractuur”aan zijn rechterpols is geconstateerd die vervolgens in gips werd aangelegd. Dit blijkt uit de overgelegde documenten van de chirurg zoals hiervoor vermeld en de foto’s die door [naam verweerder] in de procedure zijn gebracht, waarop te zien is dat de rechteronderarm van [naam verweerder] in gipsverband was aangelegd.
SVb,nu hij daar niet tijdig ingeschreven stond. Die stelling is ter zitting door [X] namens Huan Zhan beaamd, met de verklaring dat [naam verweerder] pas twee à drie maanden na aanvang van zijn dienstverband in augustus 2020 werd ingeschreven bij de
SVb.Gelet hierop is het Gerecht van oordeel dat de stelling van [naam verweerder], dat hij niet tijdig ingeschreven stond bij de
SVb, als vaststaand moet worden aangenomen. Dit betekent dat [naam verweerder] zijn situatie niet heeft kunnen voorleggen aan de
SVb,ter beoordeling van de vraag of hij in verband met de opgelopen fractuur ongeschikt was om te werken en derhalve arbeidsongeschikt diende te worden verklaard. In een dergelijk geval en nu de beoordeling van de vraag of een werknemer arbeids(on)geschikt is, in beginsel is voorbehouden is aan de
SVb,heeft Huan Zhan naar het oordeel van het Gerecht niet de conclusie mogen trekken dat [naam verweerder] op de dagen waarop hij niet op het werk is verschenen - hoewel door de
SVbarbeidsgeschikt te zijn verklaard - daadwerkelijk arbeidsgeschikt was. Dit geldt temeer nu ter zitting is gebleken dat Huan Zhan bekend was met de omstandigheid dat [naam verweerder], al dan niet ten gevolge van een ongeval, een fractuur heeft opgelopen en [naam verweerder] onbetwist heeft gesteld (daargelaten of hij daartoe de instructie heeft gekregen) dat hij, na te zijn ingeschreven bij de
SVb, telkens redenen moest verzinnen om arbeidsongeschikt verklaard te worden, zodat hij op die manier toch nog enige uitkering kon ontvangen voor die dagen waarop hij - vanwege zijn fractuur - niet in staat was om werk te verrichten en dus feitelijk arbeidsongeschikt was. Bovendien is uit de door [naam verweerder] overgelegde brief van de behandelend fysiotherapeut gebleken dat [naam verweerder] als gevolg van de fractuur in elk geval op 12 januari 2021 nog ongeschikt was om werk te verrichten.