Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
[Verzoeker],
,hierna: de onder curatele gestelde,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 1 juni 2021, wordt het verzoek van de curator behandeld om een beloning vast te stellen voor zijn werkzaamheden. De curator, die in persoon procedeert, heeft het verzoek ingediend op 6 oktober 2020, met een mondelinge behandeling op 26 januari 2021. De curator is benoemd tot curator van de onder curatele gestelde op 9 januari 2018. Het verzoek is gebaseerd op artikel 1:386 lid 1 van het Burgerlijke Wetboek van Aruba, dat bepaalt dat de curator recht heeft op een beloning van vijf procent van de netto-opbrengst van de beheerde goederen.
De curator heeft een overzicht overgelegd van de netto-opbrengsten van de jaren 2018, 2019 en 2020, waaruit blijkt dat de beloning voor deze jaren respectievelijk Afl. 260,-, Afl. 210,- en Afl. 245,- bedraagt. De totale beloning over de periode van januari 2018 tot en met september 2020 komt daarmee uit op Afl. 715,-. Het gerecht heeft in zijn beslissing bevestigd dat de curator recht heeft op deze beloning, die is vastgesteld op vijf procent van de netto-opbrengst van de door hem beheerde goederen.
De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en de uitspraak is gedaan door mr. N.K. Engelbrecht. Deze uitspraak is van belang voor de curator en de onder curatele gestelde, aangezien het de financiële vergoeding voor de werkzaamheden van de curator betreft.