ECLI:NL:OGEAA:2021:497

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 juni 2021
Publicatiedatum
25 oktober 2021
Zaaknummer
AUA202001287
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindigen gezamenlijk gezag en vaststellen omgangsregeling voor minderjarige

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 1 juni 2021 uitspraak gedaan in een verzoek van de moeder om het gezamenlijk gezag over hun minderjarige kind te beëindigen. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza, heeft aangevoerd dat de vader, die niet ter zitting aanwezig was, een patroon van drugs- en alcoholmisbruik vertoont en verbaal en fysiek agressief is geweest. Dit heeft geleid tot een onveilige situatie voor de minderjarige, die al vanaf jonge leeftijd gedragsproblemen vertoont. De Voogdijraad heeft onderzoek verricht en geadviseerd om de moeder alleen met het gezag te belasten, omdat de minderjarige klem zou raken tussen de ouders als het gezamenlijk gezag zou blijven bestaan. Het gerecht heeft vastgesteld dat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord is en dat het niet aannemelijk is dat zij op korte termijn in staat zullen zijn om gezamenlijk belangrijke beslissingen te nemen over de opvoeding van de minderjarige. Daarom is besloten dat de moeder voortaan alleen het gezag over de minderjarige zal uitoefenen.

Daarnaast is er een omgangsregeling vastgesteld voor de vader, die onder toezicht van de grootvader aan moederszijde zal plaatsvinden. De vader heeft sinds november 2020 geen contact meer opgenomen met de minderjarige, wat door de moeder als een bezwaar is geuit. Het gerecht heeft overwogen dat, hoewel het in het belang van het kind is om contact te hebben met de niet-verzorgende ouder, er geen zwaarwegende belangen zijn die zich tegen omgang verzetten. De omgangsregeling is vastgesteld als volgt: de ene week op zaterdag en de andere week op zondag, gedurende drie aaneengesloten uren, op een neutrale publieke plaats. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

Beschikking 1 juni 2021
Zaaknummer EJ nummer AUA202001287
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[Verzoekster],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER, hierna de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza,
tegen
[Verweerder],
wonende in Aruba,
VERWEERDER, hierna de vader,
procederend in persoon.
Belanghebbende:
[Belanghebbende], geboren op [geboortedatum] 2012 in Aruba,
de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het eerdere verloop van deze procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 1 september 2020, waarbij de Voogdijraad is verzocht om onderzoek te verrichten naar de sociale omstandigheden van partijen ter beantwoording van de vraag of in dit geval de minderjarige klem of verloren raakt tussen de ouders indien zij het gezag gezamenlijk blijven uitoefenen, en de vraag op welke wijze invulling dient te worden gegeven aan het omgangsrecht van de vader.
1.2
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het rapport van de Voogdijraad van 23 november 2020;
  • de mondelinge behandeling van de zitting van 26 januari 2021, in aanwezigheid van de moeder bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd en de raadsonderzoeker van de Voogdijraad, mevrouw [X]. De vader is hoewel daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen niet verschenen.
1.3
Uitspraak is nader bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Gelet op het overgelegde bewijs van onvermogen zal aan de moeder toestemming worden verleend om kosteloos te procederen.
Gezag
2.2
Aan de orde is ten eerste het verzoek van de moeder om haar voortaan alleen te belasten met het ouderlijk gezag. Dit verzoek is, zoals in de beschikking van 1 september 2020 reeds is overwogen, gebaseerd op artikel 1:253n van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW).
2.3
De Voogdijraad heeft in deze zaak onderzoek verricht en rapport uitgebracht. In dit rapport van de Voogdijraad staat het volgende vermeld.
De moeder is altijd de hoofdverzorgster van de minderjarige geweest. De vader heeft een patroon van drugs- en alcoholgebruik en wordt, als hij niet nuchter is, verbaal en fysiek agressief jegens de moeder. Zo heeft hij de moeder na hun scheiding meermalen mishandeld - ook in het bijzijn van de minderjarige -, waardoor de moeder bang is voor de vader. De moeder heeft in maart, april en oktober 2020 verschillende aangiftes gedaan tegen de vader. De moeder staat niet (meer) open voor enige vorm van contact/communicatie met vader, en de vader ziet niet in dat zijn handelen de reden is dat de moeder alle contact weerhoudt. De vader geeft aan dat hij minimale communicatie met de moeder kan hebben.
De minderjarige heeft al vanaf jonge leeftijd gedragsproblemen. Volgens informatie van de school is haar cognitieve ontwikkeling onvoldoende en haar sociaal emotionele ontwikkeling zwak. Zij vraagt op een negatieve manier om aandacht. Zowel de school als de naschoolse opvang hebben te kennen gegeven dat de vader vanaf oktober 2020 meer betrokken is. Voor die tijd kende de leidster van de naschoolse opvang hem niet.
Vanaf begin 2020 begon de minderjarige met het snuiven van ‘air freshener’ en bleekmiddel en met het eten van “sheetrock”. De moeder heeft toen psychologische hulp voor haar gezocht. De moeder heeft te kennen gegeven veel moeite te hebben met het gedrag van de minderjarige, omdat zij agressief en opstandig is.
Uit onderzoek is gebleken dat de ouders momenteel niet in staat zijn om met elkaar te communiceren. Hoewel de moeder laks is en de minderjarige te lang heeft blootgesteld aan het drugs- en alcoholmisbruik van de vader, staat zij open voor psychologische hulp en begeleiding voor zichzelf en de minderjarige.
De Voogdijraad concludeert gelet op het bovenstaande dat de minderjarige klem zal raken tussen de ouders indien het gezamenlijk gezag gehandhaafd blijft, en adviseert dan ook om, in het belang van de minderjarige, de moeder voortaan alleen met het gezag te belasten.
2.4
De moeder heeft ter zitting te kennen gegeven dat er al enige tijd geen sprake is van gezamenlijk overleg tussen haar en de vader ten aanzien van de minderjarige. Al snel nadat partijen in januari 2020 met het gezamenlijk gezag over de minderjarige zijn belast, is de vader teruggevallen in zijn oude patroon van drugs- en alcoholmisbruik. Vanaf het moment dat de Voogdijraad het rapport met hem heeft besproken, heeft hij niet meer naar de minderjarige omgekeken. Gelet hierop en de omstandigheid dat vader telkens voor langere periodes verdwijnt en onvindbaar is, is feitelijke invulling van gezamenlijk gezag niet meer mogelijk is, aldus moeder. Zij stemt in met het advies van de Voogdijraad.
2.5
Het gerecht overweegt als volgt.
2.5.1
Ingevolge artikel 1:247 lid 1 BW omvat het ouderlijk gezag de plicht en het recht van een ouder om zijn minderjarig kind te verzorgen en op te voeden. Het ouderlijk gezag houdt een aantal bevoegdheden in die nodig zijn voor de opvoeding en verzorging, zoals onder andere de bevoegdheid om belangrijke beslissingen in het leven van het kind (zoals over de verblijfplaats, de school, medische zaken, geloofsbeleving, vrije tijdsbesteding) te nemen. In geval van gezamenlijk gezag worden dergelijke beslissingen samen met de andere gezaghebbende ouder genomen.
2.5.2
Het gerecht stelt bij de inhoudelijke beoordeling voorop dat voor het uitoefenen van gezamenlijk gezag vereist is, dat de ouders in feite in staat zijn om beslissingen over de verzorging en opvoeding van het kind te nemen op een wijze die niet belastend is voor het kind en die zijn veiligheid niet in gevaar brengt. In het geval dat de ouders niet (meer) samenleven en niet of moeizaam communiceren, kan dat zelfs betekenen dat, waar nodig, de verzorgende ouder die beslissingen kan nemen die voor het dagelijkse leven of de veiligheid van (spoedeisend) belang zijn voor het kind en dat de niet-verzorgende ouder deze beslissingen niet blokkeert. Ook is het van belang dat ouders die niet in staat zijn de strijd met elkaar te staken, in ieder geval in staat zijn het kind buiten die strijd te houden.
2.5.3
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de verhouding tussen partijen al geruime tijd ernstig verstoord is en dat constructief overleg en een min of meer normale communicatie tussen partijen al enige tijd niet heeft plaatsgevonden noch mogelijk is geweest. Partijen onderkennen dit beide ook.
2.5.4
Het gerecht acht het, nu de communicatieproblemen tussen de ouders dermate structureel en ernstig van aard zijn, niet aannemelijk dat zij op korte termijn in staat zullen zijn om gezamenlijk belangrijke beslissingen in het leven van de minderjarige te nemen. Dat hierin binnen een afzienbare termijn verbetering zal optreden, valt ook niet te verwachten. Duidelijk is dat de moeder geen enkel vertrouwen heeft in de vader en dat zij zelfs bang voor hem is. Het gerecht acht het daarom in het belang van de minderjarige noodzakelijk dat de moeder, als de ouder die de dagelijkse verzorging en opvoeding van de minderjarige voor haar rekening neemt, voortaan alleen het gezag over de minderjarige zal uitoefenen.
Omgang
2.6.1
Vervolgens is aan de orde de vraag op welke wijze invulling dient te worden gegeven aan het omgangsrecht van de vader. Ingevolge artikel 1:377a BW hebben het kind en de niet met het gezag belaste ouder recht op omgang met elkaar. Een goede omgang tussen hen is in het belang van het kind.
2.6.2
De Voogdijraad heeft in zijn rapport een omgangsregeling voorgesteld die onder toezicht van de grootvader aan moederszijde zal plaatsvinden. De moeder heeft ter zitting bezwaren geuit tegen enige omgang. Volgens de moeder heeft de vader, terwijl hij daartoe wel in staat was, vanaf november 2020 geen contact meer opgenomen met de minderjarige.
2.6.3
De vader was niet ter zitting aanwezig om het vorenstaande te weerspreken, dan wel om zijn standpunt kenbaar te maken.
2.6.4
Het gerecht overweegt als volgt.
Het is in het algemeen in het belang van een kind te achten, dat het contact heeft met de niet-verzorgende ouder. In beginsel hebben beiden ook recht op omgang met elkaar, tenzij zwaarwegende belangen van het kind zich daartegen verzetten. Van dergelijke zwaarwegende belangen is in deze niet gebleken. Het gerecht zal rekening houdende met de belangen van alle partijen en gelet op het advies van de Voogdijraad de volgende omgangsregeling bepalen.
2.7
Gelet op de aard van de procedure, zullen de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
- verleent aan de moeder toestemming om kosteloos te procederen,
- beëindigt het gezamenlijk gezag van [verzoekster] en [verweerder] over de minderjarige [belanghebbende], geboren op [geboortedatum] 2012 in Aruba,
- bepaalt dat het gezag over voornoemde minderjarige voortaan alleen aan de moeder, [verzoekster], toekomt,
- bepaalt de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige, onder toezicht van de grootvader aan moederszijde, als volgt:
* de ene week op zaterdag en de andere week op zondag, gedurende drie aaneengesloten uren, op een neutrale –publieke– plaats,
- compenseert de kosten, aldus dat ieder partij de eigen kosten draagt,
- verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
- wijst het meer of anders verzochte af,
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van 1 juni 2021 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 1 juni 2021
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: EJ. AUA202001287
Inhoudsindicatie: civiel. ej. beëindigen gezamenlijk gezag en vaststellen omgang.
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. N.K. Engelbrecht
Bijzondere kenmerken: