ECLI:NL:OGEAA:2021:489
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- J.J. Verhoeven
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling door executeur van nalatenschap met wettelijke rente
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de executeur van de nalatenschap van een erflater een vordering ingesteld tegen de erven. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 19 februari 2020 werd ingediend. De gedaagden, waaronder meerderjarige en minderjarige kinderen van de erflater, hebben op verschillende momenten hun conclusies van antwoord ingediend. Tijdens een comparitie op 19 april 2021 hebben de partijen gesproken en is er een akkoord bereikt over een deel van de vordering, wat leidde tot een vermindering van de eis door de executeur.
De executeur vorderde onder andere betaling van Afl. 117.528,75 en Afl. 9.678,17 aan salaris voor zijn werkzaamheden, met wettelijke rente vanaf 12 november 2019. De gedaagden hebben in verschillende mate gereageerd op de vordering, waarbij gedaagde 1 akkoord ging met de vordering, terwijl gedaagde 2 en gedaagde 4 zich refereerden aan het oordeel van het Gerecht. Het Gerecht heeft de vordering beoordeeld en vastgesteld dat de gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de betaling aan de executeur.
In de uitspraak van 25 augustus 2021 heeft het Gerecht de erven veroordeeld om binnen 10 dagen na de uitspraak de gevorderde bedragen te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens zijn de erven veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 3.805,44 aan verschotten en Afl. 5.000,-- aan salaris voor de executeur. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de executeur direct kan overgaan tot uitvoering van de uitspraak, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.