ECLI:NL:OGEAA:2021:47

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 februari 2021
Publicatiedatum
17 februari 2021
Zaaknummer
AUA202002717
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontzetting van het ouderlijk gezag over een minderjarige en toewijzing van voogdij aan Fundacion Guiami

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 9 februari 2021 een beschikking gegeven inzake het verzoek van de Voogdijraad tot ontzetting van de moeder uit het ouderlijk gezag over haar minderjarige dochter, geboren in 2004. De moeder was niet verschenen op de zitting en had geen verweerschrift ingediend. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 29 oktober 2020 was ingediend, gevolgd door een minderjarigenverhoor op 7 december 2020 en een mondelinge behandeling op 8 december 2020. Tijdens deze zittingen waren vertegenwoordigers van de Voogdijraad en de voorgestelde voogdes aanwezig, maar de moeder en de vader waren afwezig.

De feiten van de zaak tonen aan dat de moeder al jarenlang het gezag over de minderjarige feitelijk niet heeft uitgeoefend. De minderjarige heeft in verschillende onveilige situaties geleefd, waaronder bij de grootmoeder en later bij de familie van haar (toenmalige) vriend, waar vermoedens bestonden van druggebruik en mishandeling. De Voogdijraad heeft gesteld dat de moeder nalatig is geweest in haar zorgplicht en dat de minderjarige hierdoor ernstig is verwaarloosd en mishandeld.

Het gerecht heeft geoordeeld dat de ontzetting van de moeder uit het ouderlijk gezag noodzakelijk is in het belang van de minderjarige, op basis van artikel 1:269 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba. De moeder heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek, en het gerecht heeft geconcludeerd dat de Fundacion Guiami, die heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de voogdij, de voogdij over de minderjarige zal krijgen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 9 februari 2021
Behorend bij EJ nr. AUA202002717
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd.
tegen
[Naam verweerster],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna de moeder,
niet verschenen.
Belanghebbenden:
[Naam belanghebbende I], geboren op [geboortedatum] 2004 in Aruba,
de minderjarige,
[Naam belanghebbende II], de vader,
FUNDACION GUIAMI, de voorgestelde voogdes.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 29 oktober 2020;
  • het minderjarigenverhoor gehouden op 7 december 2020;
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 8 december 2020, waar zijn verschenen mevrouw [naam medewerkster I en medewerkster II] voor de Voogdijraad en mevrouw [naam voogdes] voor de voorgestelde voogdes. De moeder heeft geen verweerschrift ingediend en is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen. De vader is evenmin verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
De minderjarige is uit de moeder geboren en door de vader erkend. De moeder oefent van rechtswege het ouderlijk gezag over de minderjarige alleen uit.
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 7 juli 2020 (EJ nr. AUA202000955) is de moeder geschorst uit het gezag welke zij over de minderjarige heeft en is de minderjarige voor de duur van zes maanden aan de Voogdijraad toevertrouwd.
2.3
De minderjarige is in maart 2020 bevallen en verblijft thans met haar baby in het Tienermoederhuis te Casa Cuna.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot ontzetting van de moeder uit het ouderlijk gezag over de minderjarige en tot het belasten van Fundacion Guiami met de voogdij over de minderjarige.
Aan dat verzoek is ten grondslag gelegd dat de moeder al jarenlang het gezag over de minderjarige feitelijk niet heeft uitgeoefend en dat de minderjarige eerst bij de grootmoeder aan moederszijde woonde en door haar werd verzorgd, en dat zij daarna enige tijd bij de familie van haar (toenmalige) vriend verbleef. Aldaar gebruikte zij drugs, bestaan er vermoedens dat zij ook drugs verkocht, en is zij op een gegeven moment zwanger geraakt. Volgens de moeder werd de minderjarige in dat huis als huisslaaf gebruikt en mishandeld. De moeder heeft de minderjarige achtergelaten bij anderen en heeft haar blootgesteld aan gevaar. Zij is verwijtbaar van nalatig gedrag, en de minderjarige is grovelijk verwaarloosd, misbruikt en mishandeld. Aldus de Voogdijraad.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het verzoek tot ontzetting is gebaseerd op artikel 1:269 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW). Door middel van deze kinderbeschermingsmaatregel kan een einde worden gemaakt aan het ouderlijk gezag als sprake is van moedwillig plichtsverzuim of onwaardigheid de taak als opvoeder te vervullen. Op grond van het eerste lid geldt dat de ontzetting in het belang van het kind noodzakelijk moet zijn. Daarnaast dient voor de ontzetting een grond te bestaan.
4.2
De moeder is opgeroepen te verschijnen ter zitting om haar mening over het verzoek kenbaar te maken. Van deze aan haar geboden gelegenheid heeft zij geen gebruik gemaakt. Nu zij ook geen verweerschrift heeft ingediend, zal het gerecht aannemen dat zij geen verweer wenst te voeren tegen het verzoek om haar uit het gezag te ontzetten.
4.3
Het gerecht is gelet op de stukken, alsmede op hetgeen de minderjarige tijdens het verhoor heeft gezegd en het verhandelde ter zitting van oordeel dat het in het belang van de minderjarige noodzakelijk is dat de moeder, om reden van grove verwaarlozing van de verzorging of opvoeding van de minderjarige, uit het ouderlijk gezag over haar wordt ontzet.
4.4
Het gerecht overweegt daartoe als volgt. Naar het oordeel van het gerecht, heeft de moeder haar plicht als gezagsdrager moedwillig geschonden, door de zorg en opvoeding van de minderjarige over te laten aan anderen zonder zich ervan te vergewissen dat haar dochter op adequate en veilige wijze werd verzorgd. Zij heeft al jaren niet voorzien in de meest basale behoeften van de minderjarige en heeft geen enkele betrokkenheid getoond. De minderjarige is door deze onverschilligheid en verwaarlozing van de moeder blootgesteld aan onveilige situaties in een omgeving die volstrekt niet adequaat is voor een minderjarige. De moeder was hiervan op de hoogte en heeft niets gedaan om haar dochter uit die situatie te halen en haar te beschermen.
4.5
In het gezag over de minderjarige dient dan te worden voorzien. De Fundacion Guiami heeft verklaard geen bezwaar te hebben om de voogdij over de minderjarige op zich te nemen. Nu overigens niet is gebleken van bezwaren hiertegen, zal het gerecht het verzoek toewijzen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
ontzet de moeder [naam verweerster] van het ouderlijk gezag over [belanghebbende I], geboren op [geboortedatum] 2004 in Aruba,
belast de Fundacion Guiami met de voogdij over de minderjarige,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter zitting van dinsdag, 9 februari 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.
Rechter: mr. N.K. Engelbrecht
Bijzondere kenmerken: