In deze beschikking van 9 februari 2021 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba geoordeeld over het verzoek van de curatrice om een bijzondere curator te benoemen voor de onder curatele gestelde, [curandus]. De curatrice, bijgestaan door haar advocaat mr. M.B. Boyce, heeft op 24 april 2020 een verzoekschrift ingediend. De zoon van de onder curatele gestelde, bijgestaan door zijn gemachtigde lic. mr. B.M. de Sousa, heeft op 8 december 2020 een verweerschrift ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag zijn alle betrokken partijen verschenen.
Het verzoek omvatte de benoeming van een bijzondere curator die gemachtigd zou worden om een perceel eigendomsgrond te verkopen, gelegen te Tanki Flip, voor een koopsom van Afl. 164.670. De onder curatele gestelde had onvoldoende inkomen of vermogen om zijn schulden af te lossen, en het registergoed verkeerde in een slechte staat van onderhoud. De curatrice heeft aangegeven dat er sprake is van een tegenstrijdig belang, aangezien zij ook de directeur is van de vennootschap die de hypotheekhouder vertegenwoordigt.
De rechter heeft vastgesteld dat de belangen van de onder curatele gestelde beschermd moeten worden en dat de benoeming van een bijzondere curator noodzakelijk is. De voorgestelde bijzondere curator heeft zich bereid verklaard de taak te aanvaarden. De rechter heeft uiteindelijk besloten het verzoek van de curatrice toe te wijzen, de heer Anthony A. Ruiz te benoemen als bijzondere curator, en hem te machtigen om het registergoed te verkopen en de opbrengsten aan te wenden voor het aflossen van schulden en de verzorging van de onder curatele gestelde.