ECLI:NL:OGEAA:2021:393

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 juli 2021
Publicatiedatum
10 september 2021
Zaaknummer
AUA202002991
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en beëindiging daarvan

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 20 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoekster en de naamloze vennootschap Manchebo Beach Hotel N.V. De verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D.G. Kock, stelde dat haar arbeidsovereenkomst met Manchebo nog steeds voortduurde, terwijl Manchebo, vertegenwoordigd door mr. C.B.A. Coffie, betwistte dat de verzoekster ontvankelijk was in haar verzoek. De verzoekster was op 25 november 2019 in dienst getreden als Front Desk Supervisor met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die eindigde op 25 mei 2020. De verzoekster voerde aan dat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig was beëindigd, terwijl Manchebo stelde dat de overeenkomst van rechtswege was geëindigd. Het Gerecht oordeelde dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig was aangegaan en op de afgesproken datum was geëindigd. De verzoekster werd in het ongelijk gesteld en veroordeeld in de proceskosten van Manchebo. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 20 juli 2021
E.J. no. AUA202002991
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[Naam verzoekster],
wonende in Aruba,
verzoekster,
hierna ook te noemen: [verzoekster],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
de naamloze vennootschap
MANCHEBO BEACH HOTEL N.V.,
h.o.d.n.
MANCHEBO BEACH CLUB,
gevestigd in Aruba,
verweerster,
hierna ook te noemen: Manchebo,
gemachtigde: de advocaat mr. C.B.A. Coffie.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift met producties;
-het verweerschrift;
-de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 9 maart 2021.
1.2
Ter zitting zijn verschenen [verzoekster] met haar gemachtigde en Manchebo bij haar gemachtigde samen met de heer [naam directeur] (directeur bij Manchebo). [Verzoekster] heeft gebruik gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om bij wijze van repliek te reageren op het verweerschrift, en dat onder overlegging van een voorgedragen pleitnota voorzien van toegelaten producties. Manchebo heeft vervolgens gebruik gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om te dupliceren, en ook dat onder overlegging van een voorgedragen pleitnota voorzien van toegelaten producties.
1.3 [
Verzoekster] heeft ter zitting haar eis gewijzigd, in die zin dat zij thans verzoekt voor recht te verklaren dat haar arbeidsovereenkomst nog steeds voortduurt in de plaats van de vorderingen zoals omschreven in het petitum van haar verzoekschrift onder a. en b.. Het tegen die eiswijziging opgeworpen bezwaar van Manchebo heeft het Gerecht terstond verworpen of ongegrond verklaard, omdat naar het oordeel van het Gerecht de gewijzigde vordering in het verlengde ligt van de aanvankelijke vorderingen. Manchebo wordt door de eiswijziging niet geschaad in haar verdedigingsbelangen.
1.4
Beschikking is nader bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2 [
Verzoekster] is krachtens een tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst op 25 november 2019 in loondienst van Manchebo getreden als Front Desk Supervisor, tegen een bruto maandloon van Afl. 2.750,-- plus één maaltijd per dag. In die door partijen ondertekende arbeidsoverkomst staat onder meer het volgende:

In deviation of the Law this temporary agreement is into effect for a specific period of time, commencing on November 25, 2019 and ending on May 25, [GEA: 2020] to help with the extra workload due to vacations, trainings, during this period (…).”.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
Verzoekster] verzoekt dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking:
a. voor recht verklaart dat haar arbeidsovereenkomst met Manchebo nog steeds voortduurt;
b. Manchebo veroordeelt om aan [verzoekster] te (door)betalen haar loon vanaf 26 mei 2020 totdat haar dienstverband bij Manchebo rechtsgeldig zal zijn beëindigd, achterstallig loon te vermeerderen met de wettelijke verhoging;
c. Manchebo beveelt om [verzoekster] binnen 5 dagen na de betekening van deze beschikking weer te werk te stellen in haar reguliere functie en werktijden, en bepaalt dat Manchebo ten behoeve van [verzoekster] een dwangsom verbeurt van Afl. 250,-- voor iedere dag dat Manchebo dat bevel niet opvolgt;
d. Manchebo veroordeelt in de proceskosten.
3.2
Manchebo voert verweer en concludeert dat [verzoekster] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte, althans tot afwijzing daarvan, en tot veroordeling van haar in de proceskosten waaronder begrepen nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente tot de algehele voldoening.
3.3
Voorzover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Er zijn gronden gesteld noch gebleken waaruit volgt dat [verzoekster] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte. Het ontvankelijkheidsverweer van Manchebo wordt daarom verworpen.
4.2
De in dit geschil te beantwoorden vraag is of tussen partijen op rechtsgeldige wijze een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is gesloten. Indien die vraag bevestigend wordt beantwoord heeft te gelden dat de op 25 november 2019 aangevangen arbeidsovereenkomst tussen partijen (hierna: de arbeidsovereenkomst) van rechtswege is geëindigd op 25 mei 2020.
4.3
Artikel 7A:1613x BW luidt - voorzover thans van belang - als volgt:

1. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt schriftelijk aangegaan.
2.
2. Een arbeidsovereenkomst kan slechts voor bepaalde tijd worden aangegaan indien deze:
(…).
b. betrekking heeft op de vervanging van een of meer tijdelijk afwezige arbeiders, hetzij
(…).
3. Indien een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is aangegaan zonder inachtneming van het eerste of tweede lid, zijn daarop de bepalingen inzake de beëindiging van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd van toepassing.”.
4.4
Vast staat dat de arbeidsovereenkomst schriftelijk is aangegaan en dat daarin staat vermeld dat die is aangegaan voor de bepaalde tijd van 25 november 2019 tot 25 mei 2020 in verband met vervanging door [verzoekster] van wegens vakanties en trainingen tijdelijk afwezig personeel van Manchebo en de hogere werkdruk als gevolg daarvan. In dat licht heeft Manchebo niet of onvoldoende bestreden gesteld dat in voormelde periode daadwerkelijk sprake was van tijdelijk afwezig personeel (in totaal negen in het verweerschrift genoemde personen) in verband met vakanties en trainingen, die door [verzoekster] werden vervangen. De stelling van [verzoekster] dat in bedoelde periode personeel van Manchebo niet continu afwezig was kan haar niet baten omdat die stelling voldoende feitelijke grondslag mist. Gesteld noch gebleken is met name de duur van de periode dat geen sprake was van tijdelijk afwezig personeel. Dit klemt temeer omdat als daarvan slechts voor korte tijd (enkele dagen) geen sprake was, dit niet aan de geldigheid van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in verband met tijdelijk afwezig personeel in de weg kan staan.
4.5.1
Al het vorenstaande brengt in beginsel mee dat ingevolge het eerste lid in verbinding met het tweede lid sub b. van artikel 7A:1613x BW sprake is van een rechtsgeldige arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, waaruit volgt dat het dienstverband van [verzoekster] op 25 mei 2020 van rechtswege is geëindigd.
4.5.2
De door Manchebo bestreden stelling van [verzoekster] dat reeds voor de schriftelijk gesloten arbeidsovereenkomst sprake was van een mondelinge arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd kan haar evenmin baten, omdat de daarna gesloten schriftelijke arbeidsovereenkomst de beweerdelijke mondelinge arbeidsovereenkomst nader heeft ingevuld.
4.5.3
Ter zake van het beroep van [verzoekster] op wilsontbreken, in die zin haar wil niet was gericht op een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd omdat volgens [verzoekster] Manchebo tegen haar bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst heeft gezegd dat de daarin vermelde periode een extra proeftijd is en dat als alles goed verloopt het contract wordt verlengd, wordt het volgende overwogen. Die door Manchebo bestreden stelling mist voldoende feitelijke onderbouwing. Gesteld noch is gebleken is met name wie precies namens Manchebo die woorden heeft gezegd tegen [verzoekster]. Die stelling wordt reeds daarom gepasseerd, met als gevolg dat het beroep van [verzoekster] op wilsontbreken grondslag mist. In het licht daarvan mocht Manchebo er in ieder geval gerechtvaardigd op vertrouwen dat tussen partijen sprake was van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Overigens blijkt uit de beweerdelijke woorden van de zijde van Manchebo (het verlengen van de arbeidsovereenkomst van [verzoekster] als alles goed verloopt) dat zij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor ogen had, en dat dit ook voor [verzoekster] duidelijk was. Immers, naar eigen zeggen van [verzoekster] ging zij er op grond van haar prestaties vanuit dat haar arbeidsovereenkomst zou worden verlengd terwijl van algemene bekendheid is dat arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd niet verlengd hoeven te worden, hetgeen in de praktijk dan ook doorgaans niet gebeurt.
4.6
De slotsom luidt dat tussen partijen sprake was van een rechtsgeldige arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die van rechtswege is geëindigd op 25 mei 2020. Dat oordeel staat aan toewijzing van de vorderingen van [verzoekster] in de weg. Die vorderingen zullen daarom worden afgewezen.
4.7 [
Verzoekster] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten en nakosten van deze procedure gevallen en te vallen aan de zijde van Manchebo, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten, tarief 5 ad Afl. 1.250,-- per punt), te vermeerderen met Afl. 250,-- aan vergoeding voor nakosten en verder te vermeerderen met Afl. 150,-- in geval van betekening van deze beschikking aan [verzoekster] indien en voorzover zij na aanschrijving veertien kalenderdagen de tijd heeft gehad om vrijwillig aan deze kostenveroordeling te voldoen, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf de vijftiende dag na de uitspraak van deze beschikking tot aan de dag der algehele voldoening.
5. DE UITSPRAAK
Het Gerecht:
-wijst af het door [verzoekster] verzochte;
-veroordeelt [verzoekster] in de kosten en nakosten van deze procedure gevallen en nog te vallen aan de zijde van Manchebo, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde, te vermeerderen met Afl. 250,-- aan vergoeding voor nakosten en verder te vermeerderen met Afl. 150,-- in geval van betekening van deze beschikking aan [verzoekster] indien en voorzover zij na aanschrijving veertien kalenderdagen de tijd heeft gehad om vrijwillig aan deze kostenveroordeling te voldoen, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf de vijftiende dag na de uitspraak van deze beschikking tot aan de dag der algehele voldoening;
-verklaart voormelde kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 20 juli 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.