ECLI:NL:OGEAA:2021:371
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot openbaarmaking van vaccinatiegegevens COVID-19 op grond van de Landsverordening openbaarheid van bestuur
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 11 augustus 2021 uitspraak gedaan op een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening, ingediend door een verzoeker tegen de Minister van Volksgezondheid, Ouderenzorg en Sport. Het verzoek was gericht op de openbaarmaking van vaccinatiegegevens met betrekking tot het COVID-19 virus, op basis van de Landsverordening openbaarheid van bestuur (de Lob). De verzoeker stelde dat er een spoedeisend belang was bij de openbaarmaking van deze gegevens, omdat hij vreesde voor de gevolgen van het vaccinatiebeleid en de informatie nodig had om zich te kunnen verzetten tegen wat hij beschouwde als dwang om te vaccineren.
De voorzieningenrechter overwoog dat het gevorderde feitelijk geen voorlopig karakter had en dat slechts in zeer uitzonderlijke gevallen een dergelijk verzoek kan worden toegewezen. De rechter oordeelde dat de verzoeker niet aannemelijk had gemaakt dat er in dit geval sprake was van een zeer uitzonderlijk geval. De verzoeker had onvoldoende onderbouwd dat het uitblijven van de gevraagde gegevens zou leiden tot onomkeerbare schade of ellende. De voorzieningenrechter wees het verzoek af, met de overweging dat de gevraagde gegevens niet als een voorlopige voorziening konden worden beschouwd, maar als een definitieve oplossing van het geschil.
De uitspraak benadrukt de strikte voorwaarden waaronder voorlopige voorzieningen kunnen worden toegewezen en de noodzaak voor verzoekers om hun spoedeisend belang goed te onderbouwen. De rechter concludeerde dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstaat, wat betekent dat de beslissing definitief is.