ECLI:NL:OGEAA:2021:371

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 augustus 2021
Publicatiedatum
25 augustus 2021
Zaaknummer
AUA202101713
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot openbaarmaking van vaccinatiegegevens COVID-19 op grond van de Landsverordening openbaarheid van bestuur

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 11 augustus 2021 uitspraak gedaan op een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening, ingediend door een verzoeker tegen de Minister van Volksgezondheid, Ouderenzorg en Sport. Het verzoek was gericht op de openbaarmaking van vaccinatiegegevens met betrekking tot het COVID-19 virus, op basis van de Landsverordening openbaarheid van bestuur (de Lob). De verzoeker stelde dat er een spoedeisend belang was bij de openbaarmaking van deze gegevens, omdat hij vreesde voor de gevolgen van het vaccinatiebeleid en de informatie nodig had om zich te kunnen verzetten tegen wat hij beschouwde als dwang om te vaccineren.

De voorzieningenrechter overwoog dat het gevorderde feitelijk geen voorlopig karakter had en dat slechts in zeer uitzonderlijke gevallen een dergelijk verzoek kan worden toegewezen. De rechter oordeelde dat de verzoeker niet aannemelijk had gemaakt dat er in dit geval sprake was van een zeer uitzonderlijk geval. De verzoeker had onvoldoende onderbouwd dat het uitblijven van de gevraagde gegevens zou leiden tot onomkeerbare schade of ellende. De voorzieningenrechter wees het verzoek af, met de overweging dat de gevraagde gegevens niet als een voorlopige voorziening konden worden beschouwd, maar als een definitieve oplossing van het geschil.

De uitspraak benadrukt de strikte voorwaarden waaronder voorlopige voorzieningen kunnen worden toegewezen en de noodzaak voor verzoekers om hun spoedeisend belang goed te onderbouwen. De rechter concludeerde dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstaat, wat betekent dat de beslissing definitief is.

Uitspraak

Uitspraak van 11 augustus 2021
Lar nr. AUA202101713

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het verzoek in de zin van artikel 54 van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

[Verzoeker],

wonend in Aruba,
VERZOEKER,
procederend in persoon,
gericht tegen:

DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, OUDERENZORG EN SPORT,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. V.M. Emerencia (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij brief van 21 mei 2021 heeft verzoeker verweerder - kort samengevat - verzocht om openbaarmaking krachtens de Landsverordening openbaarheid van bestuur (de Lob) van vaccinatiegegevens ten aanzien van het virus COVID-19.
Tegen het uitblijven van een beschikking op dat verzoek heeft verzoeker op 21 juni 2021 bezwaar gemaakt.
Op 24 juni 2021 heeft verzoeker bij dit gerecht een verzoekschrift als bedoeld in artikel 54 van de Lar ingediend.
Het verzoek is behandeld ter zitting van 28 juli 2021. Verzoeker is in persoon verschenen. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door de gemachtigde voornoemd.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

Het wettelijk kader

1.1
Ingevolge artikel 54, eerste lid, van de Lar, kan, indien krachtens deze landsverordening een bezwaar- of beroepschrift aanhangig is, de indiener daarvan aan het gerecht verzoeken om de bestreden beschikking onderscheidenlijk beslissing op het bezwaarschrift te schorsen op grond, dat de uitvoering daarvan voor betrokkene een onevenredig nadeel met zich zou brengen in verhouding tot het door een onmiddellijke uitvoering daarvan te dienen belang.
Ingevolge het tweede lid kan ter voorkoming van nadeel als bedoeld in het eerste lid, op het verzoek van genoemde indiener ook een voorlopige voorziening worden getroffen.
1.2
Ingevolge artikel 1, eerste lid, van de Lob wordt onder de minister verstaan: de minister wie het aangaat.
1.3
Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Lob kan een ieder de minister schriftelijk verzoeken om informatie, neergelegd in documenten.
1.4
Ingevolge artikel 3, tweede lid, beslist de minister op een verzoek om informatie zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie weken na de ontvangst van het verzoek.
1.5
Ingevolge artikel 8, eerste lid, blijft het verstrekken van informatie achterwege, voor zover dit:
a. de eenheid van de regering in gevaar zou kunnen brengen;
b. de veiligheid van het Land zou kunnen schaden;
c. informatie betreft, afkomstig van een bestuursorgaan van een ander land van het Koninkrijk, die in het desbetreffende land op grond van de aldaar geldende wettelijke regelingen niet zou worden verstrekt;
d. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn medegedeeld.
Ingevolge het tweede lid blijft het verstrekken van informatie voorts achterwege, voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen een van de navolgende belangen:
a. de economische of financiële belangen van het Land;
b. de opsporing en vervolging van strafbare feiten;
c. het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften;
d. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;
e. het belang dat de geadresseerde erbij heeft als eerste kennis te kunnen nemen van de informatie;
f. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, dan wel van derden.
De feiten
2.1
Bij brief van 21 mei 2021 heeft verzoeker aan verweerder een zestal vragen gesteld en heeft verzoeker aan verweerder - kort samengevat - vaccinatiegegevens verzocht ten aanzien van het virus COVID-19.
2.2
Tegen het uitblijven van een beslissing op zijn verzoek heeft verzoeker op 21 juni 2021 bezwaar gemaakt.
De standpunten van partijen
3.1
Verzoeker betoogt - kort samengevat - dat verweerder weigert om informatie te verstrekken betreffende het experimentele COVID-19 vaccin. Er vallen maandelijks doden, het gaat hierbij om mensen die hebben gewaagd om deel te nemen aan het COVID-19 vaccinatie experiment, aldus verzoeker. De informatie is met spoed nodig, voordat men overgaat tot nog ergere propaganda en dwang om iedereen te laten vaccineren.
3.2
Verweerder stelt zich - kort samengevat - op het standpunt dat verzoeker geen spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening. Verzoeker heeft bij zijn Lob-verzoek geen contactgegevens verstrekt, waardoor hij niet te bereiken was. De Lob is niet bedoeld om vragen van de burger te beantwoorden. De meeste gegevens waarom verzoeker heeft verzocht staan al gepubliceerd op diverse websites van de overheid, aldus verweerder.
De beoordeling
4. Verzoeker beoogt met zijn verzoek binnen veertien dagen de openbaarmaking van de verzochte gegevens. De voorzieningenrechter overweegt allereerst dat het gevorderde feitelijk geen voorlopig karakter heeft. Indien de voorzieningenrechter bepaalt dat de verzochte gegevens openbaar worden gemaakt is dit geen voorlopige voorziening maar een definitieve oplossing van het geschil. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen kan een dergelijk verzoek worden toegewezen.
5. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verzoeker niet aannemelijk gemaakt dat er in casu sprake is van een zeer uitzonderlijk geval. Verzoeker heeft weliswaar gesteld dat, als de gevraagde gegevens niet spoedig verstrekt worden, de ellende niet meer is te overzien, maar hij heeft dat onvoldoende onderbouwd. Het verzoek wordt derhalve afgewezen.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
wijst het verzoek af.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.M. de Werd, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 augustus 2021 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.