ECLI:NL:OGEAA:2021:362

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 mei 2021
Publicatiedatum
18 augustus 2021
Zaaknummer
125 van 2021
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van verbouw en handel van hennep in Aruba

In de strafzaak tegen de verdachte, geboren op Aruba en thans gedetineerd, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 12 mei 2021 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van de verbouw en handel in hennep in de periode van 25 augustus 2020 tot en met 25 november 2020. Het onderzoek ter openbare terechtzitting vond plaats op 23 april 2021, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. D.L. Emerencia, en de officier van justitie, mr. E. Stevens, het woord voerde. De tenlastelegging omvatte het opzettelijk verbouwen van cannabisplanten en het verkopen van hennep, wat in strijd is met de Landsverordening verdovende middelen.

De officier van justitie vorderde een gevangenisstraf van zes maanden, onderbouwd door bewijsmiddelen zoals verklaringen van medeverdachten en de resultaten van een huiszoeking waarbij marihuanaplanten en contante gelden werden aangetroffen. De verdediging refereerde zich aan het oordeel van het Gerecht. Het Gerecht oordeelde dat er wettig en overtuigend bewijs was voor de beschuldigingen, onder andere door de hoeveelheid aangetroffen marihuanaplanten en de verklaringen van de verdachte zelf.

Het Gerecht verklaarde de verdachte schuldig aan de ten laste gelegde feiten en legde een gevangenisstraf van zes maanden op, met aftrek van voorarrest. Daarnaast werden de in beslag genomen marihuanaplanten en verdovende middelen verbeurd verklaard, terwijl een deel van de in beslag genomen geldbedragen aan de verdachte werd teruggegeven. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. N.K. Engelbrecht, bijgestaan door mw. M.V. Alvarez als zittingsgriffier.

Uitspraak

Parketnummer: P-2020/09718
Zaaknummer: 125 van 2021
Uitspraak: 12 mei 2021 Tegenspraak
Vonnis van dit Gerecht
in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in Aruba,
wonende in Aruba,
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Aruba.

Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 23 april 2021. De verdachte is verschenen, bijgestaan door de raadsvrouw, mr. D.L. Emerencia, occuperende voor de raadsman mr. G. de Hoogd, advocaat in Aruba.
De officier van justitie, mr. E. Stevens, heeft gerekwireerd.
De verdachte en zijn raadsvrouw hebben het woord ter verdediging gevoerd.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd:
1. dat hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 augustus 2020 tot en met 25 november 2020 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk een of meer plant(en) van het geslacht Cannabis heeft verbouwd;
2. dat hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 augustus 2020 tot en met 25 november 2020 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk hennep, althans enige gebruikelijke bereiding waaraan de hars die uit hennep wordt getrokken ten grondslag ligt, als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Landsverordening verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I, heeft verkocht en/of afgeleverd en/of vervoerd en/of in bezit en/of aanwezig heeft gehad.

Formele voorvragen

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat hij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

Ten aanzien van de bewijsmiddelen

Standpunt van de officier
De officier heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van zes (6) maanden, met aftrek van voorarrest.
Daartoe heeft de officier betoogd dat uit de bewijsmiddelen, met name de berichten uit de telefoon van de medeverdachte [medeverdachte 1] betreffende de kwekerij, de verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 1], dat hij kopers naar verdachte stuurde, het resultaat van de huiszoeking, waarbij onder andere 49 marihuana planten met bloeiende toppen zijn aangetroffen, alsook de bekennende verklaring van de verdachte, blijkt dat verdachte samen met de medeverdachte [medeverdachte 1] een hennepkwekerij onderhield en dat zij hennep verkochten.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de bewijsmiddelen gerefereerd aan het oordeel van het Gerecht.
Bewijsoverweging
Het Gerecht is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte in de tenlastegelegde periode samen met een ander opzettelijk marihuanaplanten heeft verbouwd, en dat hij samen met anderen handelde in verdovende middelen, met name marihuana. Behalve dat verdachte dit heeft bekend en de verdediging geen vrijspraak heeft bepleit, volgt dit ook uit de hoeveelheid marihuanaplanten en verdovende middelen, de contante geldbedragen en de parafernalia voor het houden van een kwekerij en de marihuanahandel, die tijdens de huiszoeking in de woning van verdachte zijn aangetroffen.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. dat hij
op een (of meer) tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 25 augustus 2020 tot en met 25 november 2020 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, al dan nietopzettelijk
een of meerplant
(en
)van het geslacht Cannabis heeft verbouwd;
2. dat hij
op een (of meer) tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 25 augustus 2020 tot en met 25 november 2020 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, opzettelijk hennep,
althans enige gebruikelijke bereiding waaraan de hars die uit hennep wordt getrokken ten grondslag ligt, als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Landsverordening verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I,heeft verkocht en
/of afgeleverd en/of vervoerd en/ofin bezit
en/of aanwezigheeft gehad.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring. [1]
Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
* De verklaring van de verdachte, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting op 23 april 2021, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
De beschuldigingen kloppen, behalve dat ik niets heb vervoerd.
De planten hebben speciaal water nodig. Ik gaf ze water.
*
Bijlage 130
Het proces-verbaal van verhoor van de verdachte [verdachte] van 25 november 2020, voor zover inhoudende als
verklaring van de verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik woon nu ongeveer drie of drie en een halve maanden bij [adres 1]. Ik woon daar met mijn vriendin, twee kinderen en mijn neefje. Ik huur twee kamers in dat huis. In een kamer slapen wij en in de andere kamer stonden de marihuanaplanten.
*
Bijlage no. 132
Het proces-verbaal van nader verhoor van de verdachte [verdachte] van 1 december 2020, voor zover inhoudende als
verklaring van de verdachte, zakelijk weergegeven:
In mijn plantage heb ik verschillende marihuana planten. [medeverdachte 1] bracht de lampen. De lampen zijn het belangrijkste. Zonder de lampen kan je niks doen. Ik heb ongeveer 400 florin voor de potgrond en potten betaald. Alleen [medeverdachte 1] kwam mij met de planten helpen. Alles moest 50/50 verdeeld worden.
[medeverdachte 1] stuurde mensen die marihuana nodig hadden naar mijn huis te [adres 1]. Per dag krijg ik 5 a 6 personen. De mensen komen op mijn slaapkamerraam kloppen. Ik verkoop niet via het raam, maar attendeer de klanten daar. Ik loop naar buiten en verkoop ze marihuana of marihuanakoekjes en taartjes.
*
Bijlage no. 90
Een proces-verbaal van huiszoeking [adres 1] van 26 november 2020, voor zover inhoudende, als
relaas van die verbalisanten, -zakelijk weergegeven-:
Op 25 november 2020 werd de binnentreding in de woning [adres 1] verricht, naar aanleiding van het lopend onderzoek met de zaaknaam “Aardbei”.
De navolgende voorwerpen werden aangetroffen:
Voorwerp
Plaats
Hoeveelheid Arubaanse bankbiljetten werden in een zwarte kluis onder een nachtkastje aangetroffen
Slaapkamer 1
Bruine lege portemonnee inhoudende hoeveelheid US Dollars bankbiljetten
Slaapkamer 1
twee doorzichtige plastic Zip Lock zakjes inhoudende kruiden gelijkende op marihuana
Slaapkamer 1
Hoeveelheid Arubaanse bankbiljetten en US Dollars bankbiljetten en enkele Arubaanse munten,
Slaapkamer 1
Zilverkleurige elektronische weegschaal zonder merk
Slaapkamer 1
Hoeveelheid kruiden gelijkende op marihuana, werd in de wandmeubel aangetroffen
Slaapkamer 1
Gedroogde marihuana planten met bloeiende toppen
Slaapkamer 2
Een zilver kleurige carbon fiber type 6”x18” van het merk “ Vivosun”
Slaapkamer 2
Een witte assimilatielamp met twee glazen deksel
Slaapkamer 2
Een plastic boodschappen inhoudende hoeveelheid droge marihuana takken en bladeren
Slaapkamer 2
Een grote plastic bakje inhoudende kruiden gelijkende op marihuana;
Twee plastic zakjes met erin kruiden gelijkende op marihuana;
Drie doorzichtige zip Lock zakjes inhoudende kruiden gelijkende op marihuana’
Hoeveelheid marihuana takken en bladeren
Slaapkamer 2
- Een zwarte elektronische maler van het merk “ Proctor Cilex”
- Een mixer van het merk Osterizer Blender
- Een grote gloeilamp
- Hoeveelheid marihuana takken en bladeren
- Een zwarte ‘Gucci’ tas inhoudende een hoeveelheid Arubaanse bankbiljetten en US Dollars bankbiljetten
- Een doorzichtig plastic cup inhoudende hoeveelheid Arubaanse munten
Slaapkamer 2
- Een kladpapier met opschrift van bedragen
Slaapkamer 2
- Drie witte assimilatielampen
- Drie zilverkleurige elektronische ballast
- Drie witte hanglampen met gloeilampen
- Een zwarte ventilator
- Een zwarte halogeenlamp
- Drie witte halogeenlampen
- Enkele aluminiumfolie flexibele buizen
Schuur
Hoeveelheid marihuana bladeren
Schuur
49 zwarte plastic potjes met marihuana planten met bloeiende toppen
3 kleine witte piepschuim bekers met marihuana planten
Schuur
Hoeveelheid droge marihuana bladeren
Patio
Vier kleine witte piepschuim bekers met marihuana planten
Patio
*
Bijlage no. 33
Proces-verbaal van onderzoek inbeslaggenomen geld van 26 november 2020, voor zover inhoudende als
relaas van de verbalisanten, zakelijk weergegeven:
In het kader van het lopende onderzoek met de zaaknaam “Aardbei” werd op 25 november 2020 huiszoeking verricht bij het perceel [adres 1]. Tijdens de huiszoeking werden contante gelden aangetroffen en in het belang van verder onderzoek in beslag genomen. In totaal zijn onder verdachte [verdachte] de bedragen van Afl. 18.214,55 en US$ 465,- aangetroffen en in beslag genomen.
*
Bijlage no. 99
Proces-verbaal van wegen en testen van 1 december 2020 voor zover inhoudende als
relaas van de verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Op 30 november 2020 hebben wij een onderzoek ingesteld aan de inhoud en samenstelling van verdovende middelen in beslag genomen bij het onderzoek in de woning te [adres 1]. De inbeslaggenomen verdovende middelen, op marihuana lijkende kruiden, zaten in verschillende doorzichtige plastic zakjes en een plastic bakje. Deze zakjes zijn gewaarmerkt met de cijfers 1 tot en met 8, en apart gewogen. Het totaal gewicht bedroeg 521,7 gram.
Vanuit het zakje gewaarmerkt met het cijfer 7 is een kleine hoeveelheid in een buisje gedaan en is een fieldtest afgenomen. De test viel positief uit in die zin dat nadat de vloeistof in het buisje in aanraking kwam met het kruid, deze in een paarse kleur veranderde, hetgeen de aanwezigheid van hennep aanduidt.
*
Bijlage 50
Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1], van 16 december 2020, voor zover inhoudende als
verklaring van de verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik heb 4 grote Zip-Locks van ongeveer 20 x 15 zakken marihuana voor [verdachte] gebracht.

Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1:
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met artikel 2 van de Landsverordening verdovende middelen,
strafbaar gesteld bij artikel 11, eerste lid, van deze Landsverordening juncto artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
Feit 2
Medeplegen tot het opzettelijk handelen in strijd met artikel 4, eerste lid, onder B en C van de Landsverordening verdovende middelen,
strafbaar gesteld bij artikel 11 van deze Landsverordening juncto artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.

Strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.

Oplegging van straf

Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan de verbouw van hennepplanten en de handel in verdovende middelen, met name hennep. Van verdovende middelen is algemeen bekend dat deze verslavend werken en voor de gezondheid van personen schadelijk zijn. Verder is het een feit van algemene bekendheid dat de handel in en het gebruik van verdovende middelen vaak gepaard gaat met verschillende vormen van (ernstige) criminaliteit. Aan dergelijke handel medewerking verlenen, op welke wijze dan ook, is laakbaar en kan verdachte worden verweten.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Bij de strafoplegging zal het Gerecht rekening houden met de omstandigheid dat verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten, laatstelijk bij vonnis van 2 oktober 2014 ter zake van de verbouw van marihuanaplanten, waarvoor verdachte een werkstraf opgelegd heeft gekregen, zoals blijkt uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 15 april 2021.
Het Gerecht heeft voorts acht geslagen op de door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie geformuleerde oriëntatiepunten voor straftoemeting.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een gevangenisstraf passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.

In beslag genomen voorwerpen

Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
Standpunt van de officier van justitie
De officier heeft gevorderd dat de in beslag genomen marihuanaplanten en verdovende middelen aan het verkeer worden onttrokken.
Verder heeft de officier gevorderd dat de inbeslaggenomen drugsattributen en benodigdheden voor de kwekerij verbeurd worden verklaard.
Ten aanzien van de inbeslaggenomen geldbedragen heeft de officier betoogd dat de vader van de verdachte heeft verklaard en aangetoond dat hij een bedrag van afgerond Afl. 7.700,- van de verzekering heeft ontvangen als vergoeding voor de auto A-76368 en dat hij dit geld contant aan de verdachte heeft gegeven om de auto te laten repareren en de reeds bestelde auto-onderdelen te betalen. Dit bedrag kan aan verdachte worden teruggegeven. Wat betreft het overige geldbedrag heeft de officier de verbeurdverklaring ervan gevorderd.
De officier heeft tenslotte geen bezwaren geuit tegen teruggave van de inbeslaggenomen gouden halsketting en gouden ring.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om teruggave van het inbeslaggenomen geldbedrag van Afl. 7.700,- en de inbeslaggenomen gouden halsketting en ring.
Oordeel van het Gerecht
Ten aanzien van de inbeslaggenomen geldbedragen:
Onder de verdachte is een geldbedrag van totaal Afl. 18.215,55 en US$ 465,- in beslag genomen. Met de officier en de verdediging is het Gerecht van oordeel dat de verdachte voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat een bedrag van Afl. 7.700,- afkomstig is van de verzekering in verband met schade aan een auto die hem toebehoort. Dit bedrag dient aan verdachte te worden teruggegeven.
Wat betreft de (restant)geldbedragen van Afl. 10.215,55 en US$ 465,-, is het Gerecht van oordeel dat deze dienen te worden verbeurdverklaard, nu de verdachte ten aanzien van de herkomst van deze geldbedragen geen concrete noch verifieerbare verklaring heeft afgelegd. Aangenomen dient dan ook te worden dat hij deze geldbedragen geheel of grotendeels door middel van het onder 2 bewezen verklaarde en strafbare feit heeft verkregen.
Ten aanzien van de marihuanaplanten en de marihuana:
De planten en verdovende middelen zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer, nu het voorwerpen zijn met betrekking tot welke de feiten zijn begaan.
Ten aanzien van de drugsattributen en benodigdheden voor de kwekerij:
Onder de verdachte zijn onder andere diverse lampen, weegschalen, een maler en een mixer in beslag genomen. Deze voorwerpen zijn vatbaar voor verbeurdverklaring, nu zij toebehoren aan de verdachte en/of zijn medeverdachte en tot het begaan van de onder feiten 1 en 2 bewezen verklaarde misdrijven zijn vervaardigd of bestemd. Het Gerecht zal daarom de verbeurdverklaring gelasten.
Teruggave aan de verdachte:
Behalve het hierboven genoemde geldbedrag van Afl. 7.700,- zal het Gerecht ook de teruggave van de inbeslaggenomen gouden halsketting en gouden ring aan de verdachte gelasten, omdat aannemelijk is geworden dat de verdachte deze sieraden van zijn grootvader heeft gekregen c.q. geërfd. Geen strafvorderlijk belang verzet zich tegen teruggave aan verdachte van bedoelde goederen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:62, 1:67, 1:68, 1;74, 1:75 en 1:224 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba, zoals deze luidde(n) ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
zes (6) maanden;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
verklaart verbeurd de in beslag genomen en nog niet teruggegeven geldbedragen van Afl. 10.215,55 en US$465,-, en de diverse lampen, weegschalen, maler en mixer;
beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven verdovende middelen en (levende en gedroogde) marihuanaplanten;
gelast de teruggave van het geldbedrag van Afl.7.700,- en de gouden halsketting en ring aan de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. N.K. Engelbrecht, bijgestaan door mw. M.V. Alvarez, (zittingsgriffier), en op 12 mei 2021 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisanten in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Aruba (Algemene Dienst , Project Team Drugspanden) d.d. 30 januari 2021, geregistreerd onder proces-verbaalnummer 2101300900.AMB en de naam “Aardbei”.