ECLI:NL:OGEAA:2021:358

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 juli 2021
Publicatiedatum
16 augustus 2021
Zaaknummer
295 en 402 van 2021
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van uitvoer van cocaïne en mishandeling met een wapen

In deze strafzaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de verdachte beschuldigd van het medeplegen van de uitvoer van 1.549,6 gram cocaïne en van mishandeling van zijn echtgenote met een mes. De zitting vond plaats op 2 juli 2021, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaten, mrs. C.S. Edwards en C.F.K.J. Lejuez. De officier van justitie, mr. E.D. Schwengle, eiste een gevangenisstraf van 21 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk. De tenlastelegging omvatte twee zaken: in de eerste zaak werd de verdachte beschuldigd van het opzettelijk uitvoeren van cocaïne op 21 januari 2021, terwijl hij in de tweede zaak zijn echtgenote op 13 november 2020 met een mes had mishandeld. Het Gerecht oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. Na het horen van de bewijsstukken en verklaringen, waaronder die van de verdachte en de aangeefster, kwam het Gerecht tot de conclusie dat de verdachte schuldig was aan beide feiten. De verdachte had zich samen met medeverdachten schuldig gemaakt aan de uitvoer van cocaïne, wat een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid vormt. Daarnaast had hij zijn echtgenote mishandeld, wat ook als een ernstig feit werd aangemerkt. Het Gerecht legde een gevangenisstraf op van 21 maanden, met een voorwaardelijk deel van 9 maanden en een proeftijd van 2 jaren. De in beslag genomen verdovende middelen werden onttrokken aan het verkeer. De uitspraak werd gedaan op 22 juli 2021.

Uitspraak

Parketnummers: P-2021/00641 en P-2020/09567
Zaaknummers: 295 en 402 van 2021
Uitspraak: 22 juli 2021 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] in Aruba,
wonende in Aruba,
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Aruba.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 2 juli 2021.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadslieden, mrs. C.S. Edwards (in de zaak met parketnummer P-2021/00641) en C.F.K.J. Lejuez (in de zaak met parketnummer P-2020/09567), advocaten in Aruba.
De officier van justitie, mr. E.D. Schwengle, heeft ter terechtzitting gerekwireerd. Zij heeft gevorderd dat het Gerecht het ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van eenentwintig (21) maanden waarvan negen (9) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee (2) jaren, met aftrek van voorarrest.
De raadsman heeft strafmaatverweer gevoerd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd:
In de zaak met parketnummer P-2021/00641
dat hij op of omstreeks 21 januari 2021 in Aruba, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een hoeveelheid cocaïne (van ongeveer 1549,6 gram, althans 664,1 gram), zijnde cocaïne een stof als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Landsverordening verdovende middelen, heeft uitgevoerd, afgeleverd, vervoerd en in bezit en/of aanwezig heeft gehad.
In de zaak met parketnummer P-2020/09567
dat hij op of omstreeks 13 november 2020 in Aruba zijn echtgenote, te weten [slachtoffer 1], heeft mishandeld met een wapen, te weten een mes, zijnde een wapen als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de Wapenverordening, door die [slachtoffer 1] met bedoeld mes tegen haar arm te slaan.
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd, met dien verstande:
In de zaak met parketnummer P-2021/00641
dat hij op
of omstreeks21 januari 2021 in Aruba, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,opzettelijk een hoeveelheid cocaïne
(van ongeveer 1549,6 gram,
althans 664,1 gram), zijnde cocaïne een stof als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Landsverordening verdovende middelen, heeft uitgevoerd
, afgeleverd, vervoerd en in bezit en/of aanwezig heeft gehad.
In de zaak met parketnummer P-2020/09567
dat hij op
of omstreeks13 november 2020 in Aruba zijn echtgenote, te weten [slachtoffer 1], heeft mishandeld met een wapen, te weten een mes,
zijnde een wapen als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de Wapenverordening,door die [slachtoffer 1] met bedoeld mes tegen haar arm te slaan.
Bewijsmiddelen
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring.
In de zaak met parketnummer P-2021/00641 [1]
*
Bijlage 2Een geschrift van 21 januari 2021 van de Aruba Preclearance Operations U.S. Customs and Border Protection, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant [verbalisant 1], Supervisor:
On January 21, 2021, at 13:30, CBP officers at the Reina Beatrix Airport in Oranjestad, Aruba encountered [verdachte], citizen and resident, who presented himself at the Aruba Preclearance Port of Entry. [verdachte] was flying on American Airlines # 1028 destined to Miami, Florida.
[verdachte] was referred to secondary for inspection.
At approximately 14:15, during inspection interview, [verdachte] admitted to being an internal carrier and that he swallowed a total of 60 pellets containing cocaine.
[verdachte] was turned over to Aruban Customs for further processing.
*
Bijlage 5Een proces-verbaal van inbeslagname 60 slikkerbolletjes d.d. 26 januari 2021, voor zover inhoudende, als
verklaring van de verbalisant-zakelijk weergegeven-:
Op 21 januari 2021 werd op de luchthaven van Aruba, Aeropuerto International Reina Beatrix, als verdacht van overtreding van artikel 3 c.q. 11c van de Landsverordening Verdovende Middelen, aangehouden de verdachte [verdachte].
In de periode van 21 tot en met 26 januari 2021, had het onderzoeksteam uit handen van de dienstdoende Chef van Dienst van de politiewacht Santa Cruz, 60 slikkerbolletje ontvangen, die de verdachte [verdachte], had ontlast.
*
Bijlage 7Een proces-verbaal van inbeslagname 70 slikkerbolletjes d.d. 27 januari 2021, voor zover inhoudende, als
verklaring van de verbalisant-zakelijk weergegeven-:
Op 21 januari 2021 werd op de luchthaven van Aruba, Aeropuerto International Reina Beatrix, als verdacht van overtreding van artikel 3 c.q. 11c van de Landsverordening Verdovende Middelen, aangehouden de verdachte [medeverdachte 2].
In de periode van 21 tot en met 26 januari 2021, had het onderzoeksteam uit handen van de dienstdoende Chef van Dienst van de politiewacht Santa Cruz, 70 slikkerbolletje ontvangen, die de verdachte [medeverdachte 2], had ontlast.
*
Bijlage 9Een proces-verbaal van inbeslagname 10 slikkerbolletjes d.d. 22 januari 2021, voor zover inhoudende, als
verklaring van de verbalisant-zakelijk weergegeven-:
Op 21 januari 2021 werd op de luchthaven van Aruba, Aeropuerto International Reina Beatrix, als verdacht van overtreding van artikel 3 c.q. 11c van de Landsverordening Verdovende Middelen, aangehouden de verdachte:
[medeverdachte 1].
Op 22 januari 2021, heb ik, verbalisant, uit handen van de dienstdoende Chef van Dienst van de politiewacht Santa Cruz, 10 slikkerbolletje ontvangen, die de verdachte [medeverdachte 1], had ontlast.
*
Bijlage 12Proces-verbaal van beschrijving wegen en testen, d.d. 27 januari 2021 voor zover inhoudende, als verklaring van de verbalisant, -zakelijk weergegeven:
[verdachte] had 60 slikkerbolletjes vanuit zijn lichaam bij de politiewacht ontlast c.q. verwijderd.
Wegen en testen
De 60 bolletjes werden gezamenlijk op een geijkte fijn weger gewogen.
Aantal bolletjes
Totaal gewicht
60
664,1 gram
Fieldtest
TESTEN
Soort
Reactie
Cocaïne
Positief, blauw
* Bijlage 14 Proces-verbaal van beschrijving wegen en testen, d.d. 27 januari 2021 voor zover inhoudende, als
verklaring van de verbalisant, -zakelijk weergegeven:
[medeverdachte 2] had 70 slikkerbolletjes vanuit zijn lichaam bij de politiewacht ontlast c.q. verwijderd.
Wegen en testen
De 70 bolletjes werden gezamenlijk op een geijkte fijn weger gewogen.
Aantal bolletjes
Totaal gewicht
70
775,3 gram
Fieldtest
TESTEN
Soort
Reactie
Cocaïne
Positief, blauw
*
Bijlage 16Proces-verbaal van beschrijving wegen en testen, d.d. 27 januari 2021 voor zover inhoudende, als verklaring van de verbalisant, -zakelijk weergegeven:
[medeverdachte 1] had 10 slikkerbolletjes vanuit zijn lichaam bij de politiewacht ontlast c.q. verwijderd.
Wegen en testen
De 10 bolletjes werden gezamenlijk op een geijkte fijn weger gewogen.
Aantal bolletjes
Totaal gewicht
10
110,2 gram
Fieldtest
TESTEN
Soort
Reactie
Cocaïne
Positief, blauw
*
Bijlage 53Proces-verbaal van ontvangst uitdraai “America Airlines”, d.d. 24 mei 2021 voor zover inhoudende, als verklaring van de verbalisant, -zakelijk weergegeven:
Op 10 maart 2021, werd door de officier van justitie, een vordering tot het verstrekken van gegevens betreffende alle informatie van de reistickets ten name van de verdachten:
[medeverdachte 2], geboren op [geboortedatum],
[verdachte], geboren op [geboortedatum] en
[medeverdachte 1], geboren op [geboortedatum].
Ontvangst Uitdraai
Op 21 mei 2021, verstrekte de Program Manager Ticket sales Center een uitdraai via mail van alle informatie van de reistickets ten name van de voorgenoemde verdachten.
Bevinding
Uit een verricht onderzoek aan voornoemde verkregen uitdraai is het volgende gebleken;
- dat alle drie reistickets ten name van de voornoemde verdachten op 14 januari 2021, te 14:32 uur, werden gekocht bij het kantoor van American Airlines gelegen te Sun Plaza;
- dat alle drie reisticket met contant geld werden betaald
- dat alle drie reisticket dezelfde reisroute hadden namelijk Aruba-Miami (21 januari 2021) Miami- Aruba (25 januari 2021).
*
Bijlage 28Proces-verbaal van verklaring verdachte van 27 januari 2021, voor zover inhoudende als
verklaring van de verdachte [medeverdachte 2], -zakelijk weergegeven-:
[medeverdachte 1] heeft de bolletjes bij de garage van [verdachte] gebracht. Hij zei dat het om cocaïne ging. Ik was daar samen met [verdachte] en [medeverdachte 1]. [verdachte] en ik hebben daar geslikt. [medeverdachte 1] probeerde te slikken maar hij moest overgeven. Hij zei dat hij het thuis verder zou proberen. Ik heb niet geteld hoeveel ik had geslikt. Ik heb [medeverdachte 1] verschillende keren gevraagd hoeveel ik zou verdienen. Hij zei hoe meer ik slik hoe meer ik betaald zou worden, maar hij heeft nooit gezegd hoeveel precies. [medeverdachte 1] had tegen ons gezegd dat we 1 dag in Miami zouden blijven en daar zouden we de bolletjes ontlasten. De volgende dag zouden we naar Orlando gaan. De bolletjes moesten in Miami blijven.
* De
verklaring van de verdachte, op 2 juli 2021 afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
Ik zat in een moeilijke situatie. Ik heb op het vliegveld bekend dat ik bolletjes geslikt had, omdat ik gescreend zou worden. Ik heb 60 slikkerbolletjes van totaal van 110,2 gram cocaïne geslikt. Ik zou US$ 3.600,- krijgen. We hebben de bolletjes in mijn garage, geslikt. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft de bolletjes gebracht.
*
Bijlage 25Proces-verbaal van 2de verklaring verdachte van 24 maart 2021, voor zover inhoudende, als
verklaring van de [verdachte], -zakelijk weergegeven:
We hadden afgesproken dat zodra we in Miami waren, iedereen zijn bolletjes moest schoonmaken en hierna aan [medeverdachte 1] overhandigen. [medeverdachte 1] zou hierna deze aan de eigenaar overhandigen om betaald te worden. Zodra hij het geld zou hebben gekregen, zou hij ons gedeelte betalen.
[medeverdachte 1] zou een hoeveelheid slikken, maar hij kon dat niet doen. Toen hij bij mijn garage was had hij tegen mij gezegd dat hij een hoeveelheid bolletjes in zijn anus had geduwd. Ik denk dat [medeverdachte 2] 70 bolletjes had ingeslikt.
Aan mij werd $ 60,- per bolletje beloofd, dus in totaal ongeveer $ 3.600,-.
In de zaak met parketnummer P-2020/09567 [2]
*
Bijlage 1Een proces-verbaal van aangifte d.d. 13 november 2020, voor zover inhoudende, als
verklaring van de aangeefster [slachtoffer 1], -zakelijk weergegeven-:
Ik ben getrouwd met [verdachte]. Gisterenavond zei [verdachte] tegen mij dat een paar vrienden tegen hem hadden gezegd dat ik een verhouding zou hebben met iemand anders, en dat hij een man is en ik, als vrouw, respect voor hem moest hebben. Vandaag, rond 10:50 uur zat ik in de slaapkamer te eten en ik zag aan het gezicht van [verdachte] dat hij boos was. Hij kwam naast me zitten en gooide mijn eten en mijn mobiele telefoon op de grond. Op een gegeven moment haalde [verdachte] een keukenmes tevoorschijn, en plaatste het met de punt tegen mijn hals en zei tegen mij dat ik hem de waarheid moest zeggen of ik iemand anders heb of niet. Hierna sloeg [verdachte] mij met de vlakke kant van het keukenmes op mijn linker boven arm. Hierna plaatste hij het mes aan de linkerkant van mijn hals. Ik bleef tegen hem zeggen dat hij kalm moest blijven. Hij hield mij met beide handen vast. Ik dacht dat hij me zou vermoorden.
*
Bijlage 8Een proces-verbaal van eerste verhoor [verdachte] d.d. 17 november 2020, voor zover inhoudende, als
verklaring van de verdachte [verdachte], -zakelijk weergegeven-:
Vrijdag 13 november 2020 trof ik toen ik rond 11.00 uur thuis kwam, [slachtoffer 1] op bed aan. Ze was aan het eten. Voordat ik de slaapkamer binnen liep, heb ik een keukenmes van de wasbak gepakt. Ik wou [slachtoffer 1] met het keukenmes bang maken. Ik duwde haar eten op het bed en zei tegen haar dat ze een hoer was. Ik had [slachtoffer 1] bij de handen vastgehouden en gooide haar van het bed. Ik ging op haar zitten. [slachtoffer 1] zei tegen mij dat ik het keukenmes los moest laten zodat wij konden praten. Op dat moment heb ik haar met het keukenmes op haar arm geslagen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
In de zaak met parketnummer P-2021/00641
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met artikel 3, eerste lid, onder A, van de Landsverordening verdovende middelen,
strafbaar gesteld bij artikel 11 van deze Landsverordening, juncto artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
In de zaak met parketnummer P-2020/09567
Mishandeling gepleegd met gebruikmaking van wapenen, als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wapenverordening,
strafbaar gesteld bij artikel 2:273, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Verdachte heeft zich samen met de twee medeverdachten schuldig gemaakt aan de opzettelijke uitvoer van 1.549,6 gram cocaïne. Van cocaïne is algemeen bekend dat deze heel verslavend is, en voor de gezondheid van gebruikers daarvan zeer schadelijk en in sommige gevallen zelfs levensgevaarlijk kan zijn. Het gebruik van en de handel in verdovende middelen gaat bovendien veelal gepaard met vermogens- en andere vormen van criminaliteit. Dit vormt dus een bedreiging voor de samenleving, in die zin dat het de volksgezondheid bedreigt en gepaard gaat met diverse vormen van criminaliteit. Aan dergelijke handel medewerking verlenen, op welke wijze dan ook, is laakbaar en kan verdachte worden aangerekend.
De verdachte heeft zich ook schuldig gemaakt aan mishandeling van zijn echtgenote met een mes. Dit is een ernstig strafbaar feit. Uit pure jaloezie heeft hij ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer en gevoelens van onveiligheid teweeg gebracht, die haar nog enige tijd zal bij blijven. De verdachte heeft door zijn handelen pijn en angst veroorzaakt bij het slachtoffer en dit wordt hem zwaar aangerekend.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Bij de strafoplegging zal het Gerecht rekening houden met de omstandigheid dat verdachte de strafbare feiten vanaf het begin heeft bekend en dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten, zoals blijkt uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 29 april 2021.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een gevangenisstraf met een voorwaardelijk deel passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
Onttrekking aan het verkeer
De verdovende middelen zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer, nu het (ongecontroleerde) bezit ervan in strijd is met de wet.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:19, 1:20, 1:61, 1:62, 1:74 en 1:75 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
éénentwintig (21) maanden;
bepaalt dat een gedeelte van deze straf, groot
negen (9) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt bepaald op
twee (2) jaren,aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven verdovende middelen;
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. N.K. Engelbrecht, bijgestaan door mw. M.V. Alvarez (zittingsgriffier), en op 22 juli 2021 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.
uitspraakgriffier:

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het door de verbalisant [verbalisant 2], brigadier 1ste klasse, op 28 mei 2021 opgemaakt en gesloten eindproces-verbaal van het Korps Politie Aruba (Divisie Centrale Recherche, unit Georganiseerde Criminaliteit), geregistreerd onder proces-verbaalnummer A-25/21 en de onderzoeksnaam “DRIE”.
2.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het door de verbalisant [verbalisant 2], hoofdagent 1ste klasse, op 30 november 2020 opgemaakt en gesloten eindproces-verbaal van het Korps Politie Aruba (Divisie Algemene Recherche, unit Santa Cruz), geregistreerd onder proces-verbaalnummer D4/50/2020.