ECLI:NL:OGEAA:2021:314
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke procedure inzake verblijfsvergunning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 23 juni 2021 uitspraak gedaan op een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ex artikel 54 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Verzoeker, een Italiaanse man geboren in 1974, had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor verlenging van zijn verblijfsvergunning door de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat verzoeker niet meer zou voldoen aan de voorwaarden voor de verblijfstitel, waarbij verweerder zich beriep op negatieve adviezen van het Departamento di Impuesto (DIMP) over de inactiviteit van het bedrijf waarvan verzoeker de General Manager is.
Tijdens de zitting op 16 juni 2021 heeft verzoeker zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aanvoerde dat de afwijzing onvoldoende gemotiveerd was en dat hij nog steeds als investeerder moet worden aangemerkt. Hij heeft ook de gevolgen van de afwijzing voor zijn gezin uiteengezet, waaronder de financiële impact en de integratie van zijn gezin in de Arubaanse maatschappij. De voorzieningenrechter oordeelde dat de bestreden beschikking ondeugdelijk gemotiveerd was, omdat onduidelijk bleef waarom de aanvraag was afgewezen. Er was een aanmerkelijke kans dat de beschikking in de bodemprocedure niet in stand zou blijven.
De voorzieningenrechter heeft daarom besloten om de bestreden beschikking te schorsen en een voorlopige voorziening te treffen, zodat verzoeker en zijn gezinsleden behandeld worden als ware zij in het bezit van een geldige verblijfsvergunning, totdat er een beslissing is genomen op het bezwaar. Tevens werd de teruggave van het griffierecht gelast.