ECLI:NL:OGEAA:2021:312
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzettingsverbod
In deze zaak heeft de Venezolaanse verzoekster, vertegenwoordigd door drs. M.L. Hassell, een verzoek ingediend op basis van artikel 56 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) tegen de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, vertegenwoordigd door mw. J.M. Harewood. De verzoekster had eerder, op 13 maart 2019, een asielverzoek ingediend dat door de verweerder was afgewezen. Hiertegen heeft zij op 19 maart 2019 bezwaar gemaakt en een verzoekschrift ingediend bij het gerecht. De voorzieningenrechter heeft op 16 april 2019 bepaald dat de verzoekster niet mocht worden uitgezet totdat op het bezwaar was beslist.
Op 4 mei 2021 heeft verzoekster opnieuw een verzoek ingediend, waarbij zij vroeg om een dwangsom op te leggen aan de verweerder indien deze niet zou voldoen aan de eerdere uitspraak. Tijdens de zitting op 9 juni 2021 is het verzoek behandeld. De rechter heeft overwogen dat de verweerder niet verplicht was om voorbereidende uitzettingshandelingen achterwege te laten, ondanks de eerdere uitspraak. Het betoog van verzoekster dat verweerder niet aan de uitspraak van de voorlopige voorzieningenrechter voldoet, werd als feitelijk ongegrond beschouwd.
De rechter heeft uiteindelijk het verzoek afgewezen, met de beslissing dat er geen rechtsmiddel openstaat tegen deze uitspraak. De uitspraak is gedaan op 23 juni 2021 door mr. M. Soffers, rechter in het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba.