ECLI:NL:OGEAA:2021:293
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning op grond van de hardheidsclausule
In deze zaak heeft appellante, wonende in Aruba, een beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar verzoek om een verblijfsvergunning op grond van de hardheidsclausule. Het verzoek was op 5 maart 2020 ingediend bij de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, maar werd op 25 augustus 2020 afgewezen. Appellante stelde dat de beschikking van 25 augustus 2020 de verschijningsvorm had van een primair besluit, maar dat deze hangende bezwaar was genomen, waardoor het als een beschikking op bezwaar moest worden aangemerkt. De Minister concludeerde echter dat het bestreden besluit een beschikking was en geen beslissing op bezwaar, waardoor het beroep niet-ontvankelijk was.
De rechter overwoog dat volgens artikel 2 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) een beschikking een op rechtsgevolg gericht schriftelijk besluit van een bestuursorgaan is. De rechter concludeerde dat het bestreden besluit inderdaad een beschikking was en dat appellante niet tijdig bezwaar had gemaakt tegen eerdere beschikkingen. Hierdoor was het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechter gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en dat tegen deze uitspraak binnen zes weken hoger beroep kon worden ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.
De uitspraak werd gedaan door mr. N.K. Engelbrecht op 14 juni 2021, waarbij de griffier aanwezig was. De rechter gaf instructies voor het indienen van een hoger beroepschrift, inclusief het verschuldigde griffierecht van Afl. 75.