ECLI:NL:OGEAA:2021:272
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in het kader van een uitzettingsbevel
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 3 februari 2021 uitspraak gedaan op een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening, ingediend door een Venezolaanse verzoeker. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een bevel tot uitzetting dat op 7 januari 2021 door de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie was uitgevaardigd. Het verzoek was ingediend op 11 januari 2021, en de behandeling vond plaats op 20 januari 2021, waarbij de verzoeker via videoverbinding aanwezig was, bijgestaan door zijn gemachtigde drs. M. Hassell, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door mw. J. Harewood van DIMAS.
Tijdens de zitting bleek dat het asielverzoek van de verzoeker op 16 januari 2021 was afgewezen en dat er op 18 januari 2021 een nieuw bevel tot uitzetting was uitgevaardigd. De verweerder had op 2 februari 2021 per email meegedeeld dat het bestreden besluit was komen te vervallen. De voorzieningenrechter oordeelde dat, gezien deze omstandigheden, de verzoeker geen spoedeisend belang meer had bij het verzoek om een voorlopige voorziening. De rechter concludeerde dat er geen grond was voor het treffen van een voorlopige voorziening en wees het verzoek af.
De uitspraak werd gedaan door mr. M. Soffers en is definitief, aangezien er geen rechtsmiddel openstaat tegen deze beslissing.