ECLI:NL:OGEAA:2021:265
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende ophouding en uitzetting van Venezolaanse asielzoeker
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 10 februari 2021 uitspraak gedaan op een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening, ingediend door een Venezolaanse asielzoekster. De verzoekster had bezwaar gemaakt tegen een beschikking van de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, die haar ophouding had bevolen. De verzoekster stelde dat de bestreden beschikking evident onjuist was en dat er grond bestond voor het treffen van de verzochte voorziening. Echter, de voorzieningenrechter overwoog dat de bestreden beschikking inmiddels was vervallen, waardoor verzoekster geen spoedeisend belang meer had bij haar verzoek. De rechter benadrukte dat de vrijheidsontneming van verzoekster nu gegrond was op een ander bevel tot bewaring, dat niet onder de huidige procedure viel. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen grond was voor het treffen van een voorlopige voorziening en wees het verzoek af. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.