ECLI:NL:OGEAA:2021:262
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- N.R. Sneek
- R.A. Kramers
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van de inbewaringstelling van een Venezolaanse verzoeker
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om de rechtmatigheid van de inbewaringstelling van een Venezolaanse verzoeker. De rechter-commissaris heeft op 6 januari 2021 de inbewaringstelling bevolen, waarna op 8 januari 2021 is geoordeeld dat deze vrijheidsontneming rechtmatig is. De verzoeker heeft op 15 januari 2021 een verzoekschrift ingediend om de inbewaringstelling op te heffen, met als argument dat hij een positieve verklaring tot toetreding van de Arubaanse arbeidsmarkt heeft ontvangen. Dit zou volgens hem betekenen dat hij in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning.
De minister van Sociale Zaken heeft echter betoogd dat een positieve verklaring niet automatisch leidt tot een verblijfsvergunning en dat de verzoeker aan andere vereisten moet voldoen. De rechter-commissaris heeft overwogen dat de positieve verklaring op zichzelf niet in de weg staat aan de rechtmatigheid van de bewaring. Bovendien is er sinds de eerdere toetsing door de rechter-commissaris nog maar korte tijd verstreken, en zijn er geen nieuwe aanknopingspunten gevonden die de voortduring van de bewaring onrechtmatig maken.
Uiteindelijk heeft de rechter-commissaris het verzoek tot opheffing van de inbewaringstelling afgewezen, met de overweging dat de belangenafweging niet in het voordeel van de verzoeker uitvalt. De beschikking is gegeven op 10 februari 2021.