ECLI:NL:OGEAA:2021:220

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
25 mei 2021
Publicatiedatum
4 juni 2021
Zaaknummer
AUA202100160
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontzetting van ouderlijk gezag en benoeming van voogdes in familiezaken

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 25 mei 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontzetting van de moeder uit het ouderlijk gezag over haar minderjarige kind. De moeder, die momenteel gedetineerd is, heeft het ouderlijk gezag over de minderjarige, die op 3 oktober 2007 is geboren, alleen uitgeoefend. Het Openbaar Ministerie heeft op 15 juni 2020 de minderjarige aan het gezag van de moeder onttrokken en voorlopig aan de Voogdijraad toevertrouwd. Eerder, op 25 augustus 2020, is de moeder al geschorst uit het gezag over de minderjarige voor een periode van drie maanden.

De Voogdijraad heeft een rapport opgesteld waarin grove verwaarlozing van de verzorging en opvoeding van de minderjarige door de moeder wordt vastgesteld. Tijdens de mondelinge behandeling op 2 maart 2021 zijn de moeder en de grootmoeder moederszijde verschenen, en de Voogdijraad was vertegenwoordigd door de heer M. Loopstok. Het gerecht heeft, na het horen van de betrokken partijen en het bestuderen van het rapport van de Voogdijraad, geconcludeerd dat het in het belang van de minderjarige noodzakelijk is om de moeder uit het ouderlijk gezag te ontzetten.

De grootmoeder moederszijde heeft aangegeven bereid te zijn de voogdij over de minderjarige te aanvaarden. Aangezien er geen bezwaren zijn tegen haar benoeming, heeft het gerecht besloten om het verzoek tot ontzetting van de moeder en de benoeming van de grootmoeder als voogdes toe te wijzen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend.

Uitspraak

Beschikking van 25 mei 2021
Behorend bij EJ nr. AUA202100160
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd.
Belanghebbenden:
[Naam belanghebbende I],de moeder, thans gedetineerd in het KIA,
[Naam belanghebbende II], de vader,
[Naam belanghebbende III],de minderjarige,
[Naam belanghebbende IV],de voorgestelde voogdes en oma moederszijde.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 21 januari 2021;
  • het minderjarigenverhoor van 1 maart 2021;
  • de mondelinge behandeling van 2 maart 2021, waaruit blijkt dat zijn verschenen de moeder in persoon (via videoverbinding met KIA) en de grootmoeder moederszijde in persoon. Namens de Voogdijraad is verschenen de heer M. Loopstok.
De uitspraak is nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Uit de relatie tussen de moeder en de vader is op 3 oktober 2007 in Aruba geboren -de minderjarige] (hierna: de minderjarige). De minderjarige is door de vader erkend.
De moeder oefent van rechtswege het ouderlijk gezag over de minderjarige alleen uit.
2.2
Op 15 juni 2020 heeft het openbaar ministerie de minderjarige aan het gezag van de moeder onttrokken en voorlopig aan de Voogdijraad toevertrouwd.
2.3
Bij beschikking van dit gerecht van 25 augustus 2020 (behorende bij EJ nr. AUA202001533) is de moeder uit het gezag over de minderjarige geschorst en is de minderjarige voor de duur van drie maanden voorlopig toevertrouwd aan de Voogdijraad.
2.4
De minderjarige verblijft sinds de voorlopige toevertrouwing bij de grootmoeder m/z, mevrouw [naam grootmoeder m/z].
2.5
De moeder is thans veroordeeld en is gedetineerd in het KIA.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot ontzetting van de moeder uit het ouderlijk gezag over de minderjarige met benoeming van mevrouw [de grootmoeder m/z] tot voogdes over de minderjarige.

4.DE BEOORDELING

4.1
Voor zover hier van belang bepaalt artikel 1:269 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba dat de rechter, indien hij het in het belang van het kind noodzakelijk oordeelt, een ouder van het ouderlijk gezag kan ontzetten, om reden van misbruik van gezag of grove verwaarlozing van de verzorging of opvoeding van een of meer kinderen.
4.2
Het gerecht is, gelet op het rapport van de Voogdijraad en het verhandelde ter zitting, van oordeel dat er sprake is van grove verwaarlozing van de verzorging en opvoeding van de minderjarige en acht het in het belang van de minderjarige noodzakelijk dat de moeder uit het ouderlijk gezag over haar wordt ontzet.
4.3
In het gezag over de minderjarige dient dan te worden voorzien. De grootmoeder m/z is bereid de voogdij over de minderjarige te aanvaarden. Nu niet is gebleken van bezwaren tegen benoeming van de grootmoeder moederszijde als voogdes, zal het gerecht dit verzoek toewijzen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
ontzet de moeder [naam de moeder] van het ouderlijk gezag over [de minderjarige] geboren op [geboortedatum] in Aruba,
benoemt [de grootmoeder m/z], geboren op [geboortedatum] in Aruba, tot voogdes over de minderjarige,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag, 25 mei 2021 door de rechter mr. E.M.D. Angela in tegenwoordigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 25 mei 2021
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: EJ. AUA202100160
Inhoudsindicatie: EJ, Familie, ontzetting
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: EJ
Rechter: mr. E.M.D. Angela
Bijzondere kenmerken: