ECLI:NL:OGEAA:2021:212
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak met betrekking tot termijnoverschrijding bezwaarschrift
In deze zaak heeft de verzoeker, wonend in Aruba, een verzoek ingediend tot het treffen van een voorlopige voorziening op basis van artikel 54 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Dit verzoek was gericht tegen een beschikking van de Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Milieu, die op 1 december 2020 was gegeven. De beschikking hield in dat de verzoeker illegale constructies op zijn perceel diende te verwijderen, met aanzegging van bestuursdwang. De verzoeker heeft op 29 januari 2021 bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar het bezwaarschrift was te laat ingediend, aangezien de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift op 12 januari 2021 was verstreken.
Tijdens de zitting op 3 maart 2021 werd vastgesteld dat de beschikking op dezelfde dag aan de verzoeker was uitgereikt. De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoeker niet aannemelijk had gemaakt dat hij het bezwaarschrift tijdig had ingediend. Gelet op de termijnoverschrijding werd het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen grond was voor toewijzing van het verzoek tot voorlopige voorziening, aangezien het bezwaar niet ontvankelijk was. De uitspraak werd gedaan op 17 maart 2021 door de voorzieningenrechter, mr. M.E.B. de Haseth, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.