ECLI:NL:OGEAA:2021:195
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging van vergunning voor vergunningslokaliteit en ontvankelijkheid bezwaar
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 19 april 2021 uitspraak gedaan over een beroep van de appellante, de Minister van Algemene Zaken, Wetenschap, Innovatie en Duurzame Ontwikkeling, tegen een beschikking van de verweerder. De verweerder had op 18 mei 2017 de vergunning van appellante om de vergunningslokaliteit voor het publiek open te houden gewijzigd. Appellante heeft op 11 juni 2019 bezwaar gemaakt tegen een beschikking van 8 oktober 2020, waarin het bezwaar niet-ontvankelijk werd verklaard. Het gerecht heeft de zaak op 22 maart 2021 behandeld.
De kern van de zaak draait om de vraag of het bezwaar van appellante tijdig is ingediend. Volgens de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) bedraagt de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken, die ingaat op de dag na de datum van de beschikking. Appellante betoogde dat zij de beschikking pas op 11 mei 2019 heeft ontvangen, en dat zij daarom niet binnen de bezwaartermijn kon reageren. Het gerecht oordeelde echter dat de bezwaartermijn al was verstreken op het moment dat appellante haar bezwaar indiende. De rechter concludeerde dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat zij het bezwaar zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk was had ingediend.
De uitspraak van het gerecht was dat het beroep ongegrond werd verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De rechter gaf aan dat beide partijen binnen zes weken na de uitspraak in hoger beroep konden gaan bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. De beslissing werd genomen door mr. M. Soffers en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.