In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 4 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker] en de vennootschap Van den Broek Materials & Construction VBA (M&C). [Verzoeker] had verzocht om een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking waarin M&C werd veroordeeld tot betaling van Afl. 28.140,--, vermeerderd met wettelijke rente en wettelijke verhoging, alsook tot betaling van zijn pensioenopbouw aan Fatum Life Aruba N.V. en tot vergoeding van proceskosten. De procedure volgde op een eerdere beschikking van het Gerecht van 12 december 2017, waarin de N.V. was veroordeeld tot betaling van achterstallig loon aan [verzoeker]. De N.V. was echter failliet verklaard op 19 april 2018, en [verzoeker] was ten tijde van de overgang van de onderneming niet meer in dienst bij de N.V.. Het Gerecht oordeelde dat de rechten en verplichtingen van de N.V. jegens [verzoeker] niet waren overgegaan op M&C, omdat de arbeidsovereenkomst van [verzoeker] met de N.V. was geëindigd voordat de overgang plaatsvond. Hierdoor werden de vorderingen van [verzoeker] afgewezen en werd hij veroordeeld in de proceskosten.