ECLI:NL:OGEAA:2021:17

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
26 januari 2021
Publicatiedatum
3 februari 2021
Zaaknummer
AUA202002143
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ondertoezichtstelling van een minderjarige met gedragsproblemen en suïcidale neigingen

In deze zaak heeft de Voogdijraad een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2012, die vertoont gedragsproblemen en suïcidale neigingen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 2 september 2020 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 14 januari 2021. Tijdens deze zitting waren de raadsonderzoekers van de Voogdijraad en de moeder van de minderjarige aanwezig. De minderjarige is geboren uit het huwelijk van de ouders, die inmiddels gescheiden zijn. De moeder oefent alleen het gezag uit over de minderjarige.

De Voogdijraad heeft geconstateerd dat de minderjarige zowel thuis als op school problemen vertoont, waaronder ongehoorzaamheid en agressie. Hij is gediagnosticeerd met een depressieve stoornis en krijgt medicatie. De moeder wordt verweten dat zij de ernst van de situatie niet inziet en onvoldoende zorg biedt. De Voogdijraad adviseert om de minderjarige onder toezicht te stellen en in een kindertehuis te plaatsen.

De moeder betwist de gronden voor ondertoezichtstelling en heeft hulp gezocht voor zowel zichzelf als de minderjarige. Zij heeft haar baan opgezegd om meer tijd voor de minderjarige te hebben. De moeder stelt dat de minderjarige zijn medicatie trouw heeft ingenomen en dat er verbetering is in zijn gedrag. De rechter heeft de situatie beoordeeld en geconcludeerd dat er geen sprake is van een bedreiging van de zedelijke of lichamelijke ondergang van de minderjarige. De hulpverlening is voldoende en de moeder biedt een stabiele leefomgeving. Daarom wordt het verzoek tot ondertoezichtstelling afgewezen.

Uitspraak

Beschikking van 26 januari 2021
behorend bij AUA202002143 EJ
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd.
met betrekking tot de minderjarige:
[Minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2012 in Aruba,
Belanghebbenden:
[Belanghebbende 1], de moeder,
[Belanghebbende 2], de vader,

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 2 september 2020,
  • de mondelinge behandeling ter zitting met gesloten deuren van 14 januari 2020, waar zijn verschenen voor de Voogdijraad de raadsonderzoekers mevrouw [raadsonderzoeker 1] en de heer [raadsonderzoeker 2], en de moeder in persoon. Ter zitting was ook aanwezig mevrouw [naam medewerker Fundacion Guia Mi], werkzaam bij de Fundacion Guia Mi.
De

2.DE FEITEN

2.1
de minderjarige is geboren uit het huwelijk tussen de vader en de moeder.
2.2
De ouders zijn gescheiden en vanaf de echtscheiding oefent de moeder het gezag over de minderjarige alleen uit.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot ondertoezichtstelling van de minderjarige voor de periode van één jaar. Tevens wordt de plaatsing van de minderjarige in het kindertehuis Imeldahof verzocht.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 1:254, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) kan de rechter een kind onder toezicht stellen indien het zodanig opgroeit, dat het met de zedelijke of lichamelijke ondergang wordt bedreigd.
4.2
Bij de beoordeling neemt het gerecht het volgende in aanmerking.
4.2.1
Aan het verzoek heeft de Voogdijraad het volgende ten grondslag gelegd.
De minderjarige vertoont zowel thuis als op school gedragsproblemen. Hij is op school ongehoorzaam, agressief tegen leerkrachten en klasgenoten, en loopt zonder toestemming weg van school. De minderjarige vertoont suïcidale neigingen en is in december 2019 door een kinderpsychiater gediagnosticeerd met een depressieve stoornis. Hij krijgt hiervoor medicatie en behandeling.
De moeder ziet de ernst van de situatie niet in en bagatelliseert het. Zij heeft een lakse en nonchalante houding: zij beseft dat de minderjarige hulp nodig heeft maar heeft te weinig tijd voor de minderjarige en laat hem thuis achter bij zijn 16-jarige zus. De minderjarige wordt door een buurjongen gepest en zou ook seksueel aangerand zijn door deze buurjongen, aldus de moeder.
De Voogdijraad concludeert dat er bij de moeder sprake is van slechte en niet toereikende pedagogische vaardigheden, zodat de veiligheid en het welzijn van de minderjarige niet kunnen worden gegarandeerd. De minderjarige wordt met zedelijke en lichamelijke ondergang bedreigd.
Geadviseerd wordt om de minderjarige onder toezicht te stellen met uithuisplaatsing.
4.2.2
De moeder betwist dat er gronden zijn voor een ondertoezichtstelling. Zij is alleenstaande moeder van vier kinderen. Ter zitting heeft zij te kennen gegeven dat het voor haar niet gemakkelijk was om met de minderjarige om te gaan, omdat hij snel boos wordt en agressief reageert. Ook op school waren er hierdoor problemen ontstaan waarna [minderjarige] in november 2019 van school is verwijderd. De moeder heeft voor zichzelf en de minderjarige hulp gezocht bij de Sociaal Psychiatrische Dienst (SPD), en de minderjarige is onder behandeling bij een psychiater. De minderjarige is gediagnosticeerd met ADHD. De psychiater heeft de moeder geadviseerd om minder te werken, zodat zij de minderjarige meer aandacht kan geven. De moeder heeft in maart/april 2020 haar baan opgezegd. Anders dan de Voogdijraad in het rapport heeft gemeld, heeft de minderjarige op geen enkel moment zijn voorgeschreven medicijnen niet ingenomen. De psychiater heeft ook aangegeven dat het beter gaat met de minderjarige, en dat de moeder aanwijzingen van de psychiater opvolgt en de minderjarige naar zijn afspraken brengt.
Verder betwist de moeder dat zij aan de raadsonderzoeker van de Voogdijraad of iemand anders zou hebben gezegd dat de minderjarige door een buurjongen seksueel is aangerand. Volgens de moeder heeft een buurvrouw, met wie zij problemen heeft, dat verhaal verzonnen.
4.2.3
Uit de door de moeder ter zitting overgelegde verklaring van de Kinderpsychiater en de Maatschappelijk werkster van het Fact Team Kinder en Jeugd van de SPD van 20 november 2020, kan worden afgeleid dat de minderjarige vanaf medio december 2019 onder behandeling is bij de SPD en dat hij is gediagnosticeerd met de gedragsstoornissen ADHD en ODD. Als behandeling is groepstherapie en individuele behandeling geïndiceerd en aan de minderjarige zijn medicijnen voorgeschreven. De minderjarige is in juli 2020 begonnen met de Dagbehandeling bij de Stichting Kinderhuis Imeldahof (SKI). De behandelende specialisten zien een verbetering in het gedrag van de minderjarige, en constateren dat er geen suïcidale neigingen meer zijn bij de minderjarige, en dat de moeder de minderjarige trouw naar de afspraken brengt en de instructies van de psychiater op volgt.
4.2.4
Uit de door de raadsonderzoekers ter zitting overgelegde brief van de Sociaal werkster en de Pedagogische coördinator van de SKI van 20 november 2020, kan worden afgeleid dat de minderjarige in het kader van de vrijwillige hulpverlening een op maat gemaakte dagbehandeling volgt bij de SKI, en dat zowel de moeder als de minderjarige hulp ontvangen bij de SPD. Geadviseerd wordt om de minderjarige de dagbehandeling voort te laten zetten.
4.3
Het gerecht is gelet op het bovenstaande en hetgeen ter terechtzitting is besproken van oordeel dat er geen sprake is van een situatie waarbij de minderjarige zodanig opgroeit, dat hij met zedelijke en lichamelijke ondergang wordt bedreigd. Voldoende genoegzaam is immers gebleken dat de moeder inziet dat zij hulp nodig heeft bij de opvoeding en ontwikkeling van minderjarige, en dat zij de nodige hulpverlening heeft gezocht. Deze hulpverlening binnen het vrijwillig kader komt ook voldoende van de grond. Niet is gebleken dat de moeder de ernst van de situatie niet inziet en dat zij laks en nonchalant is. Evenmin is gebleken dat de moeder de minderjarige geen stabiele of veilige leefomgeving kan bieden. Nu niet is voldaan aan de wettelijke vereisten van artikel 1:254, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW), wordt het verzoek tot ondertoezichtstelling afgewezen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven op 26 januari 2021 door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier.