ECLI:NL:OGEAA:2021:168

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
4 mei 2021
Publicatiedatum
10 mei 2021
Zaaknummer
AUA202100311
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en verzoek tot afwijzing

In deze zaak heeft Aruba Joe’s N.V. een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [achternaam verweerder], die op 1 januari 2011 in dienst trad. Het verzoek volgde op een ontslag op staande voet op 4 december 2020, waarbij [achternaam verweerder] beschuldigd werd van het stelen van voedsel. [achternaam verweerder] heeft het ontslag betwist en verzocht om doorbetaling van zijn loon. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 maart 2021 heeft Aruba Joe’s aangevoerd dat er gewichtige redenen zijn voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, onderbouwd met incidenten van diefstal van voedsel in de periode van 6 tot 10 november 2020. [achternaam verweerder] heeft echter betoogd dat het meenemen van etensresten een gangbare praktijk is binnen het bedrijf en dat er geen beleid is dat dit verbiedt.

Het Gerecht heeft de argumenten van beide partijen afgewogen. Het oordeelt dat Aruba Joe’s niet voldoende heeft aangetoond dat de daden van [achternaam verweerder] een dringende reden voor ontbinding opleveren. Het Gerecht concludeert dat het meenemen van etensresten op zichzelf geen gewichtige reden is voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De rechter heeft het verzoek van Aruba Joe’s afgewezen en [achternaam verweerder] verlof verleend om kosteloos te procederen. Aruba Joe’s is veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

Beschikking van 4 mei 2021
Behorend bij E.J. nr. AUA202100311
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ARUBA JOE’S N.V.,
te Aruba,
verzoekster,
hierna te noemen: Aruba Joe’s,
gemachtigde: de advocaat mr. E.R. Zeppenfeldt,
tegen
[Verweerder],
te Aruba,
verweerder,
hierna te noemen: [achternaam verweerder],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- de akte aanvulling verzoekschrift;
- de producties zijdens Aruba Joe’s;
- de pleitaantekeningen van beide partijen;
- de mondelinge behandeling op 24 maart 2021.
1.2
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zal worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Aruba Joe’s exploiteert vier restaurants in Aruba.
2.2 [
achternaam verweerder] is op basis van een arbeidsovereenkomst op 1 januari 2011 in loondienst getreden bij Aruba Joe’s, laatstelijk in de functie van “
waiter”.
2.3
Bij brief van 4 december 2020 is [achternaam verweerder] op staande voet ontslagen. In die brief staat, voor zover van belang, het volgende:
“(…) On November 10th 2020 you were seen on surveillance video taking a plate from the pickup line in the kitchen, putting food into a take away box, putting the box in your bag, and later taking the bag home with you after your shift. This while there was no record of you actually purchasing said food.
(…)
Your employment agreement is hereby terminated effective immediately.
(…)”
2.4
Bij brief van 11 december 2020 heeft [achternaam verweerder] de nietigheid van het ontslag ingeroepen. Tevens heeft [achternaam verweerder] verklaard dat hij bereid is zijn werkzaamheden te hervatten en heeft hij aanspraak gemaakt op doorbetaling van zijn loon.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Aruba Joe’s verzoekt het Gerecht, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking, de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst te ontbinden voor zover deze na het gegeven ontslag van 4 december 2020 nog steeds bestaat met veroordeling van [achternaam verweerder] in de proceskosten.
3.2
Ter onderbouwing van het verzoek heeft Aruba Joe’s aangevoerd dat zich gewichtige redenen voordoen, bestaande uit een dringende reden dan wel verandering in de omstandigheden. De gewichtige redenen zijn gelegen in de omstandigheid dat Aruba Joe’s als gevolg van de diverse incidenten in de periode van 6 november 2020 tot en met 10 november 2020 wegens onregelmatigheden met eten en goederen die hem niet toebehoren, geen vertrouwen meer heeft in een samenwerking met [achternaam verweerder].
3.3 [
achternaam verweerder] heeft gemotiveerd verweer gevoerd dat, voor zover voor de beslissing van belang, bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 7A:1615w, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) is iedere partij te allen tijde bevoegd zich wegens gewichtige redenen tot de rechter te wenden met het verzoek de arbeidsovereenkomst ontbonden te verklaren. Als gewichtige redenen worden onder meer beschouwd omstandigheden welke een dringende reden als bedoeld in artikel 7A:1615o lid 1 BW zouden hebben opgeleverd, alsook veranderingen in de omstandigheden welke van dien aard zijn dat de dienstbetrekking billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. Ingevolge artikel 7A:1615p, eerste lid, BW worden voor de werkgever als dringende redenen in vorenbedoelde zin beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de beoordeling van de vraag of van zodanige dringende reden sprake is, moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen.
4.2
Ter beoordeling van het Gerecht ligt dan ook de vraag voor of de door Aruba Joe’s gestelde daden, eigenschappen of gedragingen van [achternaam verweerder] een dringende reden opleveren, dan wel dat zich veranderingen in de omstandigheden hebben voorgedaan die van dien aard zijn dat niet van Aruba Joe’s kan worden verwacht de arbeidsovereenkomst voort te laten duren.
4.3
Ter onderbouwing van haar verzoek heeft Aruba Joe’s het volgende aangevoerd. [achternaam verweerder] heeft op 6 november 2020 voedselrestjes in verschillende
“take-out boxes”geplaatst en deze na zijn shift in zijn eigen tas meegenomen. Verder heeft [achternaam verweerder]h op 7 november 2020 eten uit de keuken genomen en dat in een
“take-out box”geplaatst
.Ook heeft hij op dezelfde dag drie
“take-out bags”vol met
“take-out boxes”en/of andere goederen meegenomen na zijn shift. Voorts heeft [achternaam verweerder] op 8 november 2020 één burger, die door een gast was geretourneerd, in een
“take-out box”geplaatst en deze na zijn shift meegenomen. Ook heeft hij meerdere
“take-out boxes”in zijn tas geplaatst, welke hij na zijn shift heeft meegenomen samen met één grote doos. Op 9 november 2020 heeft [achternaam verweerder] meerdere
“take-out boxes”in zijn tas geplaatst, meerdere
“take-out boxes”in drie
“take-out bags”geplaatst en deze na zijn shift meegenomen. Ter onderbouwing van deze stellingen heeft Aruba Joe’s videobeelden overgelegd.
4.4
Voorts, zo stelt Aruba Joe’s verder, blijkt uit de door haar overgelegde verklaringen dat [achternaam verweerder]h op 10 november 2020 in de keuken een bord met eten, dat niet geretourneerd was door een gast, in een “
take-out box”heeft geplaatst en deze in zijn tas heeft bewaard, welke hij aan het einde van zijn shift heeft meegenomen. Bovendien heeft hij ook twee “
take-out bags”die vol waren met
“take-out boxes”meegenomen. Het meenemen van de voormelde goederen is te zien op de overgelegde videobeelden, aldus Aruba Joe’s.
4.5
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft [achternaam verweerder] aangevoerd dat hij niet alleen in de periode van 6 november 2020 tot en met 10 november 2020 maar gedurende al zijn dienstjaren etensresten in meerdere
“take-out bags en boxes”na zijn shift heeft meegenomen. Dit is volgens [achternaam verweerder] de gangbare praktijk binnen het bedrijf. [achternaam verweerder] heeft voorts gesteld dat er geen beleid binnen het bedrijf bestaat dat de etensresten aan het eind van de dag niet door de werknemers mogen worden meegenomen. Onder etensresten vallen rijst, bonen, “
french fries”,
coleslaw” en eten dat door een gast is geretourneerd en niet meer opnieuw geserveerd kan worden, aldus [achternaam verweerder]. Verder heeft [achternaam verweerder] ter zitting gesteld dat in het geval het eten niet meer geserveerd kan worden, de chef of de
“line”persoon toestemming kan geven aan een werknemer om dat eten mee te nemen.
4.6
Het Gerecht oordeelt als volgt. Vast staat dat er geen beleid bestaat binnen het bedrijf dat het de werknemers verboden is de etensresten aan het eind van de dag mee te nemen. De stelling van [achternaam verweerder] dat het de gangbare praktijk is binnen het bedrijf dat werknemers aan het eind van hun dienst etensresten mee naar huis nemen, is door Aruba Joe’s niet gemotiveerd betwist. Gelet hierop, levert het meenemen van etensresten na afloop van het werk op zichzelf geen gewichtige reden op.
Dat [achternaam verweerder]
“take-out bags en boxes”heeft gebruikt om de etensresten mee te kunnen nemen, ligt het naar het oordeel van het Gerecht onder deze omstandigheden ook voor de hand. Niet valt in te zien hoe de werknemers, inclusief [achternaam verweerder], anders dan in
“take-out bags en boxes”de etensresten mee naar huis moeten nemen, hetgeen niet verboden is en naar [achternaam verweerder] onvoldoende gemotiveerd betwist heeft gesteld, gangbare praktijk. Dat die
“take-out bags en boxes”geld kosten, tussen 23 en 35 cent per stuk, zoals Aruba Joe’s ter zitting heeft gesteld, is gelet hierop naar het oordeel van het Gerecht niet genoeg om de ontbinding van de arbeidsovereenkomst te rechtvaardigen. De stelling dat [achternaam verweerder] ook eten heeft meegenomen dat geen restjes betrof, is door [achternaam verweerder] gemotiveerd bestreden. Die stelling staat daarom niet vast, en het Gerecht ziet geen grond om het aannemelijk te oordelen. Daarbij neemt het Gerecht in aanmerking dat [achternaam verweerder] onweersproken heeft gesteld dat indien hij eten zou hebben meegenomen dat geen retour gezonden maaltijd of restjes betrof, dit eten door de bedienende “
waiter”dan wel de desbetreffende gast gemist zou worden en er gedurende de desbetreffende dienst daar geen melding van is gemaakt.
Dit alles brengt mee dat het Gerecht van oordeel is dat [achternaam verweerder] geen dringende reden aan Aruba Joe’s heeft gegeven die een ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt en dat het door Aruba Joe’s gestelde geen verandering in de omstandigheden oplevert die van dien aard is dat niet van Aruba Joe’s kan worden verwacht de arbeidsovereenkomst voort te laten duren.
4.7
Gelet op het vorenoverwogene, wordt het verzoek afgewezen.
4.8
Gezien het overgelegde bewijs van onvermogen, zal aan [achternaam verweerder] verlof worden verleend om kosteloos te procederen.
4.9
Aruba Joe’s zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
verleent [achternaam verweerder] verlof om kosteloos te procederen;
5.2
wijst het verzoek van Aruba Joe’s af;
5.3
veroordeelt Aruba Joe’s in de kosten van de procedure, die tot de datum van de beschikking aan de kant van [achternaam verweerder] worden begroot op Afl. 1.250, aan salaris van de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 4 mei 2021 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 4 mei 2021
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: EJ. AUA202000311
Inhoudsindicatie: Arbeid. Ontbinding. Verzoek afgewezen.
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. M.E.B. de Haseth
Bijzondere kenmerken: