ECLI:NL:OGEAA:2021:147

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 april 2021
Publicatiedatum
6 mei 2021
Zaaknummer
AUA202001303
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag en achterstallig loon in arbeidsovereenkomst tussen werknemer en werkgever

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 20 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als verzoekster, en haar werkgever, SAVE MORE SUPERMARKET N.V. (SMS). Verzoekster, die sinds 2 oktober 2017 als kassier in loondienst was bij SMS, verzocht om het ontslag dat zij op 29 november 2019 zou hebben ontvangen nietig te verklaren. Ze stelde dat ze ziek was en naar Peru was afgereisd voor medische behandeling, waarbij ze geen loon ontving voor het deel van haar verblijf dat niet door vakantiedagen werd gedekt. SMS betwistte dat er sprake was van ontslag en stelde dat verzoekster haar dienstverband zelf had beëindigd.

Tijdens de mondelinge behandeling op 3 november 2020 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Verzoekster heeft aangegeven dat ze bereid was haar werkzaamheden voort te zetten, terwijl SMS aanvoerde dat er geen sprake was van ontslag, maar van ontslagname door verzoekster. Het Gerecht heeft de bewijsvoering van SMS, die stelde dat verzoekster haar ontslag had genomen, niet gevolgd, omdat de stellingen onvoldoende feitelijke grondslag hadden. Het Gerecht oordeelde dat verzoekster niet ondubbelzinnig had verklaard haar dienstverband te beëindigen en dat SMS niet gerechtvaardigd kon vertrouwen op een beëindiging van het dienstverband.

Het Gerecht heeft vervolgens geoordeeld dat het dienstverband van verzoekster bij SMS nog steeds bestaat en heeft SMS veroordeeld om verzoekster haar achterstallige loon te betalen vanaf 29 mei 2020, totdat haar dienstverband rechtsgeldig is beëindigd. Tevens is SMS bevolen verzoekster binnen 7 dagen na betekening van de beschikking weer aan het werk te stellen en is er een dwangsom opgelegd voor elke dag dat SMS dit bevel niet opvolgt. De kosten van de procedure zijn voor SMS, die als in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt. Verzoekster is toestemming verleend om kosteloos te procederen.

Uitspraak

Beschikking van 20 april 2021
E.J. no. AUA20201303
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende in Aruba,
verzoekster,
hierna ook te noemen: [verzoekster],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
de naamloze vennootschap
SAVE MORE SUPERMARKET N.V.,
gevestigd in Aruba,
verweerster,
hierna ook te noemen: SMS,
gemachtigde: de advocaat mr. B.M. de Sousa.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift met producties;
-het verweerschrift;
-de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 3 november 2020.
1.2
Ter zitting zijn verschenen [verzoekster] met haar gemachtigde en SMS bij haar gemachtigde samen met de heer [naam directeur] (directeur bij SMS). [verzoekster] heeft gebruik gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om bij wijze van repliek te reageren op het verweerschrift. SMS heeft vervolgens gebruik gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om bij wijze van dupliek te reageren op die reactie van [verzoekster], en dat mede aan de hand van een overgelegde en voorgedragen pleitnota voorzien van toegelaten producties.
1.3
Beschikking is nader bepaald op heden.
2. DE VASTSTAANDE FEITEN
2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2 [
verzoekster] is krachtens een tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd op 2 oktober 2017 in loondienst getreden als kassier tegen het wettelijke minimumloon.
2.3 [
verzoekster] was enige tijd ziek en arbeidsongeschikt verklaard. Omdat men [verzoekster] in Aruba niet kon genezen van haar ziekte is zij met toestemming van de SVB en van SMS naar Peru afgereisd om aldaar medische behandelingen te kunnen ondergaan, met dien verstande dat zij over het deel van haar verblijf in Peru dat niet gedekt werd door opname van vakantiedagen geen loon zou ontvangen.
2.4
Eenmaal in Peru gaven behandelend medici aan [verzoekster] te kennen dat zij een behandeling moest ondergaan en dat zij langer moest blijven om die te ondergaan. [verzoekster] heeft dit gemeld bij SMS.
2.5
Sinds haar vertrek naar Peru in november 2019 heeft [verzoekster] niet meer gewerkt voor SMS.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
verzoekster] verzoekt dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking:
a. het door SMS aan [verzoekster] verleende ontslag nietig verklaart;
b. SMS veroordeelt om aan [verzoekster] te (door)haar loon vanaf 29 november 2019 totdat haar dienstverband bij SMS rechtsgeldig zal zijn beëindigd, achterstallig loon te vermeerderen met de wettelijke verhoging;
c. SMS beveelt om [verzoekster] binnen 7 dagen na de betekening van deze beschikking weer te werk te stellen in haar reguliere functie, en bepaalt dat SMS ten behoeve van [verzoekster] een dwangsom verbeurt van Afl. 100,-- voor iedere dag dat SMS dat bevel niet opvolgt;
d. SMS veroordeelt in de proceskosten.
3.2
SMS voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door [verzoekster] verzochte, en tot veroordeling van haar in de proceskosten.
3.3
Voorzover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1 [
verzoekster] stelt dat zij op 29 november 2019 door SMS telefonisch werd bericht dat zij was ontslagen. In het licht daarvan heeft [verzoekster] eerst bij het inleidend verzoekschrift de nietigheid van dat (beweerdelijke) ontslag ingeroepen, en uit het petitum van dat verzoekschrift blijkt dat zij bereid is om haar werkzaamheden voor SMS voort te zetten. Anders dat [verzoekster] stelt SMS echter dat geen sprake is van ontslaggave, maar van ontslagname zijdens [verzoekster]. In het licht van die diametraal op elkaar staande stellingen wordt het volgende overwogen, waarbij het Gerecht veronderstellenderwijs de juistheid aanneemt van de stelling van SMS dat [verzoekster] niet door SMS is ontslagen.
4.2
Volgens SMS blijkt uit de door haar als productie 2 en 3 bij haar pleitnota overgelegde Messenger chats tussen [verzoekster] en de directeur van SMS en de Messenger chats tussen [verzoekster] en de Store Manager van SMS dat sprake is van ontslagname door [verzoekster]. Het Gerecht volgt SMS niet in die door [verzoekster] bestreden stelling, reeds omdat die voldoende feitelijke grondslag mist en daarom moet worden gepasseerd. Gesteld noch is gebleken immers per wanneer precies [verzoekster] ontslag zou hebben genomen. Daar komt het volgende nog bij.
4.3
Uit de hiervoor vermelde chatgesprekken blijkt naar het oordeel van het Gerecht dat [verzoekster] die gesprekken heeft gevoerd in een kennelijk verwarde en/of niet evenwichtige toestand. Daar komt bij dat [verzoekster] uit die in onderlinge samenhang en verband te lezen gesprekken niet blijkt dat [verzoekster] ondubbelzinnig verklaart naar SMS toe dat zij haar dienstverband bij SMS op enig moment beëindigt. Maar zelfs als zij dat wel had gedaan, had het gelet op de kennelijk verwarde en/of niet evenwichtige toestand waarin [verzoekster] op dat moment verkeerde op de weg van SMS gelegen om bij terugkomst van [verzoekster] in Aruba na te gaan of zij inderdaad ontslag had genomen zoals door SMS begrepen en gesteld [1] , hetgeen temeer klemt omdat de door SMS geredigeerde bij partijen genoegzaam bekende beëindigingsovereenkomst niet door of namens [verzoekster] is ondertekend, ook niet nadat daarom werd gevraagd of werd aangedrongen door of vanwege SMS. Dit één en ander brengt mee dat SMS er niet gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat [verzoekster] haar dienstverband bij SMS had beëindigd, temeer omdat in het algemeen geldt dat ontslagname grote gevolgen kan hebben voor een werknemer. Vast komt aldus te staan dat het dienstverband van [verzoekster] bij SMS niet door ontslagname is beëindigd, met als gevolg dat het nog steeds bestaat.
4.4
Ter zake van (omvang van) de toe te wijzen loonvordering van [verzoekster] wordt het volgende overwogen. In de omstandigheid dat in het licht van het onbetaalde verlof van [verzoekster] is gesteld noch gebleken wanneer precies zij zich na terugkeer in Aruba bij SMS heeft gemeld en evenmin is gesteld of gebleken dat [verzoekster] eerder dan bij het inleidend verzoekschrift SMS heeft aangemaand tot wedertewerkstelling en doorbetaling van loon ziet het Gerecht aanleiding om de loonvordering van [verzoekster] gematigd toe te wijzen met ingang van de datum van indiening van dat verzoekschrift, te weten 29 mei 2020. Hierbij wordt nog overwogen dat het Gerecht hetzelfde zou hebben geoordeeld indien de stelling van [verzoekster], dat zij op 29 november 2019 door SMS is ontslagen, zou komen vast te staan. Op 29 november 2019 en daarna tot een voor het Gerecht onbekende datum verbleef [verzoekster] immers elders dan in Aruba, zodat het voor haar in die periode onmogelijk was haar werkzaamheden te verrichten voor SMS. De wettelijke verhoging wordt ambts- en billijkheidshalve gematigd vastgesteld op telkens maximaal 10%.
4.5
Al het vorenstaande brengt met zich dat [verzoekster] geen belang heeft bij toewijzing van haar hiervoor omschreven vordering onder a. Die vordering zal daarom worden afgewezen.
4.6
De hiervoor onder c. omschreven vordering van [verzoekster] zal, als zijnde onbestreden, worden toegewezen als na te melden, onder maximering van de aan SMS op te leggen dwangsom.
4.7
SMS zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden verwezen in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [verzoekster], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris gemachtigde (2 punten, tarief 5).
4.8
Uit het door [verzoekster] overgelegde bevoegdelijk aan haar verstrekte bewijs van onvermogen blijkt dat zij de kosten van deze procedure niet kan dragen. Aan [verzoekster] zal daarom toestemming worden verleend om kosteloos te procederen.
5. DE UITSPRAAK
Het Gerecht:
-veroordeelt SMS om aan [verzoekster] te (door)betalen haar loon vanaf 29 mei 2020 totdat haar dienstverband bij SMS rechtsgeldig zal zijn beëindigd, achterstallig loon te vermeerderen met de gematigd vastgestelde wettelijke verhoging van telkens maximaal 10%;
-beveelt SMS om [verzoekster] binnen 7 dagen na de betekening aan SMS van deze beschikking weer te werk te stellen in haar reguliere functie tegen haar reguliere loon;
-bepaalt dat SMS ten behoeve van [verzoekster] een dwangsom verbeurt van Afl. 100,-- voor iedere dag dat SMS voormeld bevel niet opvolgt, met dien verstande dat SMS te dezen maximaal Afl. 50.000,-- aan dwangsommen kan verbeuren;
-verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-verleent toestemming aan [verzoekster] om kosteloos te procederen;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 20 april 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 20 april 2021
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: EJ nr. AUA202001303
Inhoudsindicatie: ontslag nietig verklaren, achterstallig loon betaling
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: EJ, Arbeid.
Rechter: mr. A.H.M. van de Leur
Bijzondere kenmerken:

Voetnoten

1.Die controlegelegenheid was er, omdat @ onbestreden heeft gesteld dat zij zich nadat zij in Aruba was teruggekeerd heeft gemeld bij SMS.