ECLI:NL:OGEAA:2021:14

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 januari 2021
Publicatiedatum
1 februari 2021
Zaaknummer
AUA201904443
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om gezamenlijk gezag en omgangsregeling tussen ouders van minderjarige

In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 19 januari 2021, wordt het verzoek van de vader behandeld om gezamenlijk gezag te verkrijgen over zijn minderjarige dochter. De vader, die in persoon verschijnt, verzoekt om samen met de moeder, die ook in persoon aanwezig is en wordt bijgestaan door haar advocaat mr. M.M. Malmberg, het gezag over de minderjarige te delen. De procedure is voortgevloeid uit eerdere beslissingen en rapporten van de Voogdijraad, die zijn ingediend in de aanloop naar deze zitting. De rechtbank overweegt dat er geen onaanvaardbaar risico bestaat dat de minderjarige tussen de ouders in klem raakt, en dat de ouders in staat zijn om gezamenlijk beslissingen te nemen over de opvoeding van hun kind. Daarom wordt het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag toegewezen.

Daarnaast wordt de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige vastgesteld. De rechtbank oordeelt dat een goede omgang tussen hen in het belang van de minderjarige is en dat er geen zwaarwegende belangen zijn die zich verzetten tegen de voorgestelde omgangsregeling. De omgangsregeling wordt als volgt vastgesteld: de minderjarige verblijft in het weekend bij de vader en op woensdagmiddag na school. De ouders worden aangemoedigd om onderling afspraken te maken over de omgangsregeling, waarbij de rechtbank benadrukt dat de ouders zich moeten inzetten voor een goede uitvoering van deze regeling. De proceskosten worden gecompenseerd, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad. Het verzoek tot het vaststellen van een kinderalimentatiebijdrage wordt afgewezen, omdat dit niet gerelateerd is aan het oorspronkelijke verzoek.

Uitspraak

Beschikking van 19 januari 2021
Behorend bij EJ nr. AUA201904443
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[Naam verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna: de vader,
in persoon,
tegen
[Naam verweerster],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna: de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg.
Belanghebbende:
[Naam belanghebbende], de minderjarige.

1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het eerdere verloop van de procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 11 februari 2020. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het rapport van de Voogdijraad, ingediend op 8 september 2020;
- de mondelinge behandeling ter zitting van 13 oktober 2020, waar zijn verschenen de vader in persoon, de moeder in persoon en bijgestaan door haar gemachtigde. De Voogdijraad is aanwezig bij mevrouw J. Brown;
- het aanvullend rapport van de Voogdijraad, ingediend op 3 november 2020;
- de contra-akte zijdens de moeder, ingediend op 17 november 2020.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

Het gezag

2.1
Aan de orde is ten eerste het verzoek van de vader om voortaan gezamenlijk met de moeder met het gezag over de minderjarige te worden belast.
2.2
Het ouderlijk gezag omvat de plicht en het recht van een ouder om zijn minderjarige kind te verzorgen en op te voeden. Het ouderlijk gezag houdt een aantal bevoegdheden in die nodig zijn voor de opvoeding en verzorging, zoals onder andere de bevoegdheid om belangrijke beslissingen in het leven van het kind (zoals over de verblijfplaats, de school, medische zaken, geloofsbeleving, vrije tijdsbesteding) te nemen. In geval van gezamenlijk gezag worden dergelijke beslissingen samen met de andere gezaghebbende ouder genomen. Voor gezamenlijk gezag is dan ook in het algemeen vereist dat de ouders feitelijk in staat zijn tot een behoorlijke gezamenlijke gezagsuitoefening en dat zij beslissingen van enig belang over hun kinderen in gezamenlijk overleg kunnen nemen. Nodig is kortom, dat zij met elkaar hierover (kunnen) communiceren.
2.3
Uit het rapport van de Voogdijraad en het verhandelde ter zitting is niet gebleken dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat de minderjarige klem of verloren zal raken tussen de ouders in het geval zij het ouderlijk gezag gezamenlijk zouden uitoefenen, dan wel dat het handhaven van het eenhoofdig gezag van de moeder anderszins noodzakelijk is in het belang van de minderjarige. De ouders worden in staat geacht om zodanig met elkaar te communiceren dat zij tot onderlinge afspraken kunnen komen over de situaties die zich rond de dochter kunnen voordoen. Van partijen mag worden verwacht dat zij zich daarvoor zullen inzetten en het gerecht acht hen daartoe in staat. In het belang van de minderjarige zal het gerecht daarom partijen gezamenlijk belasten met het gezag over haar.
Omgang
2.4
De minderjarige en de vader hebben recht op omgang met elkaar. Een goede omgang tussen hen is in het belang van de minderjarige.
2.5
Het gerecht is, gelet op de rapporten van de Voogdijraad en het verhandelde ter zitting, van oordeel dat niet gebleken is dat er sprake is van zwaarwegende belangen van de minderjarige die zich verzetten tegen de zijdens de Voogdijraad voorgestelde uitbreiding van de huidige omgangsregeling. Het gerecht acht deze omgangsregeling in het belang van de minderjarige en verwacht van de ouders dat zij zich beiden zullen inzetten zodat de omgangsregeling soepel zal verlopen. Er zijn geen belemmeringen gebleken om de minderjarige zonder supervisie bij de vader te laten verblijven en te laten slapen.
2.6
Het staat partijen vrij onderling afwijkende afspraken te maken over de omgangsregeling en behoren dat in sommige gevallen zelfs te doen. Zo spreekt het vanzelf dat de minderjarige op de verjaardag van de vader en Vaderdag bij de vader is en op de verjaardag van de moeder en Moederdag bij de moeder, en dat de ouders wanneer nodig ruilen om dat te bereiken.
Het zelfstandig verzoek
2.7
Ingevolge artikel 429 h, lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) mag het verweerschrift een zelfstandig verzoek bevatten, mits dit betrekking heeft op het onderwerp van het oorspronkelijke verzoek.
Het oorspronkelijke verzoek, ingediend strekt tot wijziging van het gezag en is gebaseerd op artikel 1:253c van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BW) (afdeling 3 van Titel 14 Het gezag over minderjarige kinderen). Het verzoek tot het bepalen van een kinderalimentatiebijdrage is gebaseerd op artikel 1:406 BW (afdeling 2 van Titel 17 Levensonderhoud), heeft geen betrekking op het (oorspronkelijke) verzoek, zodat dit verzoek buiten beschouwing zal worden gelaten.
2.8
De proceskosten zullen worden gecompenseerd.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt dat de vader, [naam verzoeker], voortaan samen met de moeder, [naam verweerster], zal worden belast met het ouderlijk gezag over de minderjarige [naam belanghebbende], geboren op [geboortedatum] 2015 in Aruba,
bepaalt de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige als volgt:
- om het weekend van vrijdag na school tot maandag, waarbij de vader de minderjarige op vrijdag na school ophaalt en de minderjarige maandagochtend naar school brengt,
- elke woensdagmiddag na school tot 19:00 uur, waarbij de vader de minderjarige na school ophaalt en de minderjarige om 19:00 uur bij de moeder terugbrengt,
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 19 januari 2021 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 19 januari 2021
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: EJ nr. AUA201904443
Inhoudsindicatie: gezag, omgang, zelfstandig verzoek alimentatie afgewezen
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel, familierecht
Rechter: mr. E.M.D. Angela
Bijzondere kenmerken: