ECLI:NL:OGEAA:2021:121

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 april 2021
Publicatiedatum
13 april 2021
Zaaknummer
AUA202002674
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevel tot afgifte van premieovereenkomst in arbeidszaak met betrekking tot pensioenverplichtingen

In deze zaak heeft [naam verzoeker], een voormalig werknemer van TES, een verzoek ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba. Hij verzoekt om een bevel tot afgifte van de premieovereenkomst die TES zou hebben met een pensioeninstelling, waaruit zijn opgebouwde pensioen blijkt. [naam verzoeker] was in dienst bij TES als monteur en heeft zijn werkzaamheden tot 13 maart 2020 verricht. Hij heeft TES op 23 juli 2020 gesommeerd om de benodigde documentatie te overleggen, maar TES heeft hieraan geen gehoor gegeven.

De procedure begon met de indiening van het verzoekschrift op 29 oktober 2020, gevolgd door een verweerschrift van TES op 3 februari 2021. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 februari 2021 is TES niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping. Het Gerecht heeft op 6 april 2021 uitspraak gedaan.

Het Gerecht oordeelt dat TES op grond van de Landsverordening algemeen pensioen verplicht is om een pensioenverzekering af te sluiten en de premies af te dragen. Het verzoek van [naam verzoeker] wordt toegewezen, waarbij TES wordt bevolen om de premieovereenkomst binnen vijf dagen na betekening van de uitspraak af te geven, op straffe van een dwangsom. Tevens wordt [naam verzoeker] toestemming verleend om kosteloos te procederen, gezien het bewijs van onvermogen dat door hem is overlegd. TES wordt veroordeeld in de kosten van de procedure.

Uitspraak

Beschikking van 6 april 2021
Behorend bij AUA202002674
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[Verzoeker],
te Aruba,
verzoeker,
hierna te noemen: [naam verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
de naamloze vennootschap
CEN & CEN ENTERPRISES N.V. h.o.d.n. TUSK ENERGY SOLUTIONS,
te Aruba,
verweerster,
hierna te noemen: TES,
gemachtigde: de advocaten mr. R. van den Heuvel en mr. M. Franken (gedesisteerd 22 februari 2021), thans zonder gemachtigde

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 29 oktober 2020;
- het verweerschrift, ingediend op 3 februari 2021;
- het e-mailbericht van 22 februari 2021 waarbij de gemachtigden van TES hebben gedesisteerd;
- de mondelinge behandeling van 23 februari 2021, waarbij zijn verschenen [naam verzoeker] bijgestaan door zijn gemachtigde. TES is ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen niet ter zitting verschenen.
1.2
Beschikking is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
naam verzoeker] is op 15 november 2015 bij TES in dienst getreden als monteur. Zijn laatst genoten salaris bedroeg Afl. 3.120,-- bruto per maand. [Naam verzoeker] heeft tot 13 maart 2020 werkzaamheden voor TES verricht.
2.2
Bij brief van 23 juli 2020 heeft [naam verzoeker] TES gesommeerd om een verklaring van de pensioenverzekeraar waaruit het reeds opgebouwde pensioen ten behoeve van [naam verzoeker] blijkt aan zijn gemachtigde over te leggen.
2.3
Daaraan heeft TES geen gevolg gegeven.

3.HET VERZOEK

3.1 [
naam verzoeker] verzoekt het Gerecht om bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad:
a. hem toe te staan in deze procedure kosteloos te mogen procederen;
b. TES te bevelen om de premieovereenkomst die zij met een instelling als bedoeld in de Landsverordening algemeen pensioen zou hebben, waaruit het opgebouwde pensioen van [naam verzoeker] gedurende zijn gehele dienstverband blijkt, binnen 5 dagen na betekening van deze uitspraak aan [naam verzoeker] af te geven, zulks op straffe van een dwangsom van Afl. 250,- per dag dat TES mocht nalaten daaraan te voldoen;
subsidiair:
c. [naam verzoeker] te bevelen tot betaling aan verzoeker van het totaalbedrag dat ten behoeve van verzoeker gedurende zijn dienstverband zou zijn opgebouwd aan pensioen, in geval TES had voldaan aan haar verplichtingen ex Landsverordening algemeen pensioen, vermeerderd met de vertragingsrente ex artikel 7A:1614q BW;
meer subsidiair:
d. TES te bevelen om aan [naam verzoeker] het totaalbedrag van Afl. 5.881,20,- te betalen, zijnde de onrechtmatige ingehouden pensioenpremies vermeerderd met de rente ex 7A:1614q BW;
f. met veroordeling van TES in de kosten van deze procedure.
3.2
Aan deze vordering legt [naam verzoeker] ten grondslag dat TES niet heeft voldaan aan haar verplichtingen jegens [naam verzoeker] uit hoofde van de tussen hen gesloten arbeidsovereenkomst.
3.3
TES voert aan dat zij gebukt gaat onder een onoverkomelijke schuldenlast en dat zij de bedrijfsactiviteiten zal moeten staken. Zij is aan de belastingdienst verschuldigd een bedrag van ongeveer Afl. 500.000, waardoor ondenkbaar is dat aan crediteuren een uitkering kan worden gedaan. TES refereert zich aan het oordeel van het Gerecht.

4.DE BEOORDELING

4.1
TES heeft op grond van de Landsverordening algemeen pensioen de verplichting om ten behoeve van zijn werknemers een pensioenverzekering af te sluiten en de premies af te dragen. Het primaire verzoek zal worden toegewezen.
4.2
De gevorderde dwangsom zal op na te melden wijze worden gemaximeerd.
4.3
Gezien het overgelegde bewijs van onvermogen zal aan [naam verzoeker] toestemming worden verleend om kosteloos te procederen.
4.4
TES zal, als de in het ongelijk gestelde partij, op na te melden wijze worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
5.1
verleent [naam verzoeker] toestemming tot kosteloos procederen;
5.2
beveelt TES om de premieovereenkomst die zij met een instelling als bedoeld in de Landsverordening algemeen pensioen zou hebben, waaruit het opgebouwde pensioen van [naam verzoeker] gedurende zijn gehele dienstverband blijkt, binnen vijf dagen na betekening van deze uitspraak aan [naam verzoeker] af te geven, zulks op straffe van een dwangsom van Afl. 250,-- per dag dat TES mocht nalaten hieraan te voldoen, tot een maximum van Afl. 20.000,--;
5.3
veroordeelt TES in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [naam verzoeker] worden begroot op Afl. 50,- (aan de griffier van dit Gerecht te betalen) verschotten pro deo en Afl. 2.500,- aan salaris voor de gemachtigde pro deo (niet aan de griffier van dit Gerecht te betalen);
5.4
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken op dinsdag 6 april 2021, in tegenwoordigheid van de griffier.