ECLI:NL:OGEAA:2021:10

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 januari 2021
Publicatiedatum
1 februari 2021
Zaaknummer
AUA202001993
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van mentorschap in civiele procedure

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 19 januari 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de opheffing van een mentorschap. De verzoekster, die tevens de mentor is, heeft op 20 augustus 2020 een verzoekschrift ingediend tot opheffing van het mentorschap dat in 2014 was ingesteld. De betrokkene, die in Aruba woont, heeft een afgeronde opleiding en is in staat om voor zichzelf te zorgen. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 november 2020 is de mentor in persoon verschenen, evenals de betrokkene. De mentor heeft aangevoerd dat het mentorschap niet meer zinvol is, omdat de betrokkene inmiddels in staat is om zijn eigen belangen te behartigen en financieel ondersteund wordt door zijn ouders.

De rechter heeft in zijn beoordeling verwezen naar de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, die de mogelijkheid bieden om een mentorschap op te heffen indien de noodzaak daartoe niet meer bestaat. Gezien de omstandigheden, waaronder de zelfstandigheid van de betrokkene en zijn instemming met de opheffing, heeft de rechter geoordeeld dat het mentorschap niet langer noodzakelijk is. De beschikking houdt in dat het mentorschap met onmiddellijke ingang wordt opgeheven, waarmee de verzoekster in haar verzoek is toegewezen.

Deze uitspraak benadrukt de mogelijkheid voor meerderjarigen om hun belangen zelf te behartigen, mits zij daartoe in staat zijn, en de rol van de rechter in het beoordelen van de noodzaak van een mentorschap.

Uitspraak

Beschikking van 19 januari 2021
behorend bij EJ. nr. AUA202001993
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[Verzoekster],
in haar hoedanigheid van mentor,
wonende in Aruba, te [woonplaats],
VERZOEKSTER, hierna: de mentor,
procederend in persoon.
Belanghebbende:
[Belanghebbende],de betrokkene,
wonende in Aruba, te [woonplaats].

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 20 augustus 2020;
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 24 november 2020, waarbij aanwezig waren de mentor in persoon en de betrokkene in persoon.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

Bij beschikking van dit gerecht van 25 november 2014 (EJ-1974/14) is onder andere een mentorschap ingesteld over betrokkene en is verzoekster tot mentor benoemd.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot opheffing van het mentorschap van betrokkene.
Aan het verzoek heeft de mentor ten grondslag gelegd dat het mentorschap niet meer zinvol is. Betrokkene heeft een afgeronde opleiding aan de EPI en is wel degelijk bekwaam om een passende betrekking te vervullen, maar wordt telkens niet aangenomen mede omdat bij het ‘googlen’ van zijn naam te lezen valt dat zijn moeder als zijn mentor is benoemd. Betrokkene geeft pianoles aan huis en is ook tijdelijk werkzaam op de muziekschool.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 1:450 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) kan de rechter in eerste aanleg, indien een meerderjarige als gevolg van zijn geestelijke of lichamelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen van niet-vermogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar te nemen, te zijnen behoeve een mentorschap instellen.
4.2
Ingevolge artikel 1:462, tweede lid BW kan de rechter in eerste aanleg, indien de noodzaak daartoe niet meer bestaat, het mentorschap opheffen, zulks op verzoek van de betrokkene of zijn mentor
4.3
Betrokkene woont thuis bij zijn ouders en wordt door hen – ook financieel – ondersteund. De mentor, die tevens zijn moeder is, acht hem in staat om volledig voor zichzelf te zorgen en zijn eigen financiële belangen te behartigen. De betrokkene is het ermee eens.
4.4
Het gerecht is naar aanleiding van het verhandelde ter zitting van oordeel dat de betrokkene in staat moet worden geacht om zijn belangen van niet-vermogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar te nemen. Voldoende aannemelijk is geworden dat inmiddels de noodzaak voor een mentorschap niet meer bestaat. Gelet op hetgeen de mentor en de betrokkene ter zitting naar voren hebben gebracht is het gerecht van oordeel dat niet meer kan worden gesproken van een toestand zoals bedoeld in artikel 1:450 lid 1 BW. De grond voor het mentorschap is daarmee komen te vervallen. Het verzoek van de mentor tot opheffing van het mentorschap zal dan ook worden toegewezen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
heft op, met onmiddellijke ingang, het mentorschap van [belanghebbende], geboren op [geboortedatum] 1988 in Aruba, en wonende in Aruba.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter terechtzitting van dinsdag 19 januari 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 19 januari 2021
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: AUA202001993
Inhoudsindicatie: opheffing mentorschap
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel; familierecht
Rechter: mr. N.K. Engelbrecht
Bijzondere kenmerken: