In deze beschikking van 3 maart 2020 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag over zijn minderjarige kind afgewezen. De vader, die in persoon het verzoek indiende, was niet verschenen tijdens de zittingen, terwijl de moeder en de grootmoeder van de vader wel aanwezig waren. De procedure volgde op een eerdere beschikking van 26 maart 2019, waarin de Voogdijraad was verzocht om onderzoek te doen naar de sociale omstandigheden van de ouders en de minderjarige. Het rapport van de Voogdijraad, gedateerd 4 november 2019, concludeerde dat de minderjarige bij de grootmoeder van de vader woont en dat de vader nauwelijks betrokken is bij de verzorging van het kind. De moeder daarentegen is actief betrokken bij de opvoeding en zorg van de minderjarige.
De Voogdijraad stelde vast dat de communicatie tussen de ouders zeer slecht is en dat zij niet in staat zijn om gezamenlijke beslissingen te nemen over belangrijke zaken zoals schoolkeuzes. De vader heeft geen gehoor gegeven aan oproepingen van het gerecht om te verschijnen voor de behandeling van zijn verzoek, wat de rechter deed concluderen dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat de minderjarige klem of verloren zou raken tussen de ouders indien zij gezamenlijk gezag zouden uitoefenen. Gezien deze omstandigheden heeft het gerecht besloten het verzoek van de vader af te wijzen en het eenhoofdig gezag van de moeder te handhaven.