Uitspraak
1.[naam eiser 1],
BK ISLAND HOLDING,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die op 26 februari 2020 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, hebben eisers, wonende te Aruba, een kort geding aangespannen tegen J.M.K. Burger Holding. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.W. Rep, vorderden dat J.M.K. Burger Holding haar sloop- en bouwactiviteiten zou staken totdat zij in het bezit was van de benodigde vergunningen. De eisers stelden dat zij onrechtmatige hinder ondervonden van de werkzaamheden die door J.M.K. Burger Holding op hun perceel werden uitgevoerd, en dat er plannen waren voor de exploitatie van een drive-thru restaurant, wat zou leiden tot verdere overlast.
Tijdens de mondelinge behandeling op 30 januari 2020 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. J.M.K. Burger Holding, vertegenwoordigd door advocaten mrs. R. Marchena en N.S. Gravenstijn, betwistte de claims van de eisers en stelde dat er geen illegale activiteiten plaatsvonden. Het Gerecht oordeelde dat de eisers onvoldoende bewijs hadden geleverd voor hun claims en dat de vorderingen prematuur waren. Het Gerecht concludeerde dat er geen spoedeisend belang was bij de gevraagde voorzieningen, aangezien de stellingen van de eisers niet aannemelijk waren gemaakt.
Uiteindelijk wees het Gerecht de vorderingen van de eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten, die tot aan de uitspraak waren begroot op Afl. 2.000,-- aan salaris voor de gemachtigde. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. A.H.M. van de Leur in aanwezigheid van de griffier.