ECLI:NL:OGEAA:2020:66

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
18 februari 2020
Publicatiedatum
28 februari 2020
Zaaknummer
AUA201903339
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging gezamenlijk gezag en toekenning alleenstaand gezag aan de moeder na huiselijk geweld

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 18 februari 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot beëindiging van het gezamenlijk gezag over twee minderjarigen, ingediend door de moeder. De vader, die niet verschenen was, had eerder in een kort geding een contactverbod opgelegd gekregen wegens mishandeling van de moeder. De minderjarigen zijn geboren uit de relatie tussen de verzoekster en de verweerder, waarbij de man het gezag over hen erkende. De moeder verzocht primair om het gezamenlijk gezag te beëindigen en alleen het gezag over de minderjarigen te verkrijgen, en subsidiair om toestemming om met de kinderen naar Nederland te verhuizen.

De rechter heeft vastgesteld dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden, aangezien de vrouw jarenlang door de man is mishandeld, wat ook in het bijzijn van de kinderen heeft plaatsgevonden. De minderjarigen zijn hierdoor ernstig getraumatiseerd en voelen zich onveilig. De rechter oordeelde dat het niet langer in het belang van de kinderen is om het gezamenlijk gezag te handhaven en heeft besloten dat het gezag voortaan alleen aan de moeder toekomt. Tevens verleende de rechter de vrouw toestemming om kosteloos te procederen, gezien haar financiële situatie.

De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze uitspraak is gedaan door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van 18 februari 2020.

Uitspraak

Beschikking van 18 februari 2020
Zaaknummer EJ nr. AUA201903339
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[Verzoekster],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER, hierna de vrouw,
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg,
tegen
[Verweerder],
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Aruba,
VERWEERDER, hierna de man,
niet verschenen.
Belanghebbenden:
[Minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2005 in Aruba,
[Minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2006 in Aruba,
de minderjarigen.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift ingediend op 27 september 2019,
  • de mondelinge behandeling ter zitting met gesloten deuren van 7 januari 2020, waar is verschenen de moeder bij haar gemachtigde voornoemd. De vader heeft geen verweerschrift ingediend en is, alhoewel goed opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
De minderjarigen zijn geboren uit de affectieve relatie van partijen. De man heeft de minderjarigen erkend. Partijen oefenen het gezag over de minderjarigen gezamenlijk uit.
2.2
Bij vonnis van dit gerecht van 25 november 2019 in het kort geding tussen partijen, is het de man verboden om direct dan wel indirect contact te zoeken met de vrouw en om de vrouw op welke manier dan ook te benaderen. Tevens is het de man bij dat vonnis verboden zich te bevinden binnen een straal van 500 meter van de scholen van de minderjarigen, en is toestemming verleend aan de vrouw om met de minderjarigen naar Nederland af te reizen om daar met de minderjarigen te gaan wonen.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt primair tot het beëindigen van het gezamenlijk gezag en het bepalen dat de moeder voortaan alleen met het gezag over de minderjarigen wordt belast. Subsidiair verzoekt de moeder vervangende toestemming om met de minderjarigen naar Nederland te verhuizen. Tevens verzoekt de moeder toestemming om kosteloos te mogen procederen.

4.DE BEOORDELING

Gezag

4.1
Het verzoek is gebaseerd op artikel 1:253n van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW). Voor zover hier van belang kan de rechter ingevolge dit artikel op verzoek van de niet met elkaar gehuwde ouders of een van hen het gezamenlijk gezag beëindigen, indien nadien de omstandigheden zijn gewijzigd. Het moet hierbij gaan om een zodanige verandering van de situatie, dat het niet langer in het belang van het kind is de bestaande gezagsuitoefening te handhaven. Alsdan bepaalt de rechter, aan wie van de ouders voortaan het gezag over ieder der minderjarige kinderen toekomt.
4.2
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting volgt dat de vrouw jarenlang door de man is mishandeld, en dat deze mishandeling ook in het bijzijn van de minderjarigen heeft plaatsgevonden. Uit de overgelegde psychologische verslagen volgt dat de minderjarigen ernstig getraumatiseerd zijn door het huiselijk geweld dat zij thuis hebben meegemaakt en dat zij bang zijn voor de man. Beide minderjarigen hebben aangegeven dat zij zich op straat niet veilig voelen en dat zij bang zijn om hun vader ergens tegen te komen. De vrouw heeft op 29 juli 2019 aangifte tegen de man gedaan wegens mishandeling op 26 juli 2019. Op die dag heeft de vrouw de woning verlaten en vanaf 1 augustus 2019 is zij samen met de minderjarigen ondergebracht in een woning van de
Fundacion pa Hende Muhe den Dificultad. De man heeft in november 2019 in kort geding een contactverbod jegens de vrouw en de minderjarigen opgelegd gekregen.
Ter zitting heeft de gemachtigde van de vrouw te kennen gegeven dat partijen geen contact met elkaar hebben en dat de vrouw niet weet waar de man nu woont. De vrouw is nog niet naar Nederland vertrokken, maar is dat nog wel van plan.
4.3
Het gerecht is gelet op het bovenstaande van oordeel dat sprake is van een wijziging van omstandigheden en dat het niet langer in het belang van de minderjarigen is om de bestaande gezagsuitoefening te handhaven. Het zal daarom het gezamenlijk gezag beëindigen en bepalen dat het gezag voortaan alleen aan de moeder toekomt.
4.4
Gelet op het door de vrouw overgelegde bewijs van onvermogen van 5 september 2019, zal aan haar toelating worden verleend om kosteloos te procederen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
verleent de vrouw toelating om kosteloos te procederen,
beëindigt het gezamenlijk gezag van [Verzoekster] en [Verweerder] over de minderjarigen [Minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2005 in Aruba en [Minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2006 in Aruba,
bepaalt dat het gezag over voornoemde minderjarigen voortaan alleen aan de vrouw, [Verzoekster], toekomt,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van 18 februari 2020 in aanwezigheid van de griffier.