ECLI:NL:OGEAA:2020:571

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 december 2020
Publicatiedatum
11 januari 2021
Zaaknummer
AUA202000665
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verplichting tot uitvoering van rechterlijke uitspraak met dwangsom in bestuursrechtelijke context

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de Venezolaanse appellante een verzoek ingediend op basis van artikel 53 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Dit verzoek was gericht aan de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, met als doel de minister te verplichten gevolg te geven aan een eerdere rechterlijke uitspraak van 11 november 2019, waarin de minister was gelast om binnen drie maanden een beslissing te nemen op het bezwaar van de appellante. De appellante was vertegenwoordigd door haar gemachtigde, drs. M.L. Hassell, terwijl de minister werd bijgestaan door mr. Y.F.M. Kaarsbaan.

De procedure begon met een uitspraak van het gerecht op 11 november 2019, waarin het uitblijven van een beslissing op het bezwaar van de appellante werd vernietigd. De appellante had bezwaar gemaakt tegen een uitzettingsbevel van 19 februari 2019. Op 27 februari 2020 diende de appellante het onderhavige verzoek in, maar tijdens de zitting op 26 oktober 2020 bleek dat de appellante inmiddels was uitgezet en zich niet meer in Aruba bevond. Het gerecht overwoog dat hierdoor het procesbelang van de appellante ontbrak, wat leidde tot haar niet-ontvankelijkheid in het verzoek.

De rechter concludeerde dat er geen grondslag was voor veroordeling van de minister in de kosten van de procedure of teruggave van het griffierecht. De uitspraak werd gedaan op 7 december 2020 door mr. N.K. Engelbrecht, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

Uitspraak van 7 december 2020
Lar nr. AUA202000665

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het verzoek ex artikel 53 van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

[appellante],

van Venezolaanse nationaliteit,
APPELLANTE,
gemachtigde: drs. M.L. Hassell,
gericht tegen:

DE MINISTER VAN JUSTITIE, VEILIGHEID EN INTEGRATIE,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. Y.F.M. Kaarsbaan (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij uitspraak van dit gerecht van 11 november 2019 (AUA201902388) is onder andere het met een afwijzende beschikking gelijkgestelde uitblijven van een beslissing op het gemaakte bezwaar vernietigd, en is bepaald dat verweerder binnen een termijn van drie maanden na dagtekening van die uitspraak een nieuwe beslissing dient te nemen op het bezwaar van verzoeker.
Op 27 februari 2020 heeft verzoeker onderhavig verzoek ex artikel 53 van de Lar ingediend.
Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld op 26 oktober 2020. Appellante is verschenen bij haar gemachtigde. Verweerder is verschenen bij de gemachtigde voornoemd.

OVERWEGINGEN

1. Ingevolge artikel 51 van de Lar, neemt het bestuursorgaan, indien de uitspraak strekt tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de beslissing, binnen de daarvoor door de rechter gestelde termijn, een nieuwe beslissing met inachtneming van de uitspraak van de rechter.
Ingevolge artikel 53, eerste lid, van de Lar kan, indien het bestuursorgaan niet binnen de daarvoor gestelde termijn voldoet aan artikel 51, de wederpartij bij het gerecht een verzoek indienen tot toekenning van een vergoeding ten laste van het Land dan wel een verzoek om het bestuursorgaan te verplichten alsnog gevolg te geven aan de uitspraak. Ingevolge het tweede lid, voor zover thans van belang, kan bij de beslissing op dit verzoek worden bepaald dat het bestuursorgaan aan de wederpartij een dwangsom verbeurt voor iedere dag dat het in gebreke blijft aan de beslissing te voldoen.
2. Het verzoek strekt ertoe om verweerder door middel van het opleggen van een dwangsom overeenkomstig artikel 53, tweede lid, van de Lar te verplichten gevolg te geven aan de uitspraak van 11 november 2019.
3.1
Bij beschikking van 19 februari 2019 heeft verweerder de uitzetting van appellante bevolen. Hiertegen heeft appellante op 26 februari 2020 bezwaar gemaakt. Tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar heeft appellante op 17 juli 2019 beroep ingesteld.
3.2
Bij uitspraak van 11 november 2019 (Lar nr. AUA201902388) is verweerder gelast om binnen drie maanden een reële beslissing op bezwaar te nemen.
3.3
Appellante is inmiddels uitgezet.
4. Het gerecht overweegt dat nu de uitzetting inmiddels ten uitvoer is gelegd en appellante zich niet meer in Aruba bevindt, het procesbelang van appellante ontbreekt en zij op grond daarvan niet-ontvankelijk is in haar verzoek.
5. Voor veroordeling van verweerder in de kosten van de procedure dan wel teruggave van het griffierecht bestaat geen grondslag.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 7 december 2020, in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.