In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 17 november 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst tussen de naamloze vennootschap Divi Aruba Sales Consultants N.V. (verzoekster) en een verweerster. De procedure volgde op een eerdere beschikking van 15 september 2020, waarin het Gerecht had geoordeeld dat er geen dringende reden was voor ontslag op staande voet. Divi verzocht nu om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van gewijzigde omstandigheden en vertrouwensbreuk, omdat de verweerster onder werktijd verkoopactiviteiten voor derden had verricht, wat volgens Divi in strijd was met de instructies en regels van het bedrijf.
De verweerster voerde verweer en concludeerde tot afwijzing van het verzoek van Divi, met veroordeling van Divi in de proceskosten. Het Gerecht heeft de stellingen van beide partijen gehoord en beoordeeld. Het Gerecht oordeelde dat de door Divi aangevoerde redenen voor vertrouwensbreuk niet voldoende waren onderbouwd en dat de feiten die aan het ontslag op staande voet ten grondslag lagen, reeds door de bodemrechter waren gewogen en niet waren komen vast te staan.
Uiteindelijk heeft het Gerecht het verzoek van Divi tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen, omdat er geen gewichtige redenen waren voor een ontbinding. Divi werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van de verweerster, die zijn begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, in aanwezigheid van de griffier.