ECLI:NL:OGEAA:2020:538

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
17 november 2020
Publicatiedatum
21 december 2020
Zaaknummer
AUA202002243
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens vertrouwensbreuk

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 17 november 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst tussen de naamloze vennootschap Divi Aruba Sales Consultants N.V. (verzoekster) en een verweerster. De procedure volgde op een eerdere beschikking van 15 september 2020, waarin het Gerecht had geoordeeld dat er geen dringende reden was voor ontslag op staande voet. Divi verzocht nu om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van gewijzigde omstandigheden en vertrouwensbreuk, omdat de verweerster onder werktijd verkoopactiviteiten voor derden had verricht, wat volgens Divi in strijd was met de instructies en regels van het bedrijf.

De verweerster voerde verweer en concludeerde tot afwijzing van het verzoek van Divi, met veroordeling van Divi in de proceskosten. Het Gerecht heeft de stellingen van beide partijen gehoord en beoordeeld. Het Gerecht oordeelde dat de door Divi aangevoerde redenen voor vertrouwensbreuk niet voldoende waren onderbouwd en dat de feiten die aan het ontslag op staande voet ten grondslag lagen, reeds door de bodemrechter waren gewogen en niet waren komen vast te staan.

Uiteindelijk heeft het Gerecht het verzoek van Divi tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen, omdat er geen gewichtige redenen waren voor een ontbinding. Divi werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van de verweerster, die zijn begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 17 november 2020
Behorend bij E.J. no. AUA202002243
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING in de zaak van:
de naamloze vennootschap
DIVI ARUBA SALES CONSULTANTS N.V.,
te Aruba,
verzoekster,
hierna ook te noemen: Divi,
gemachtigde: de advocaat mr. A.E. Barrios.
tegen:
[Naam Verweerster],
te Aruba,
verweerster,
hierna ook te noemen: [verweerster],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met producties;
- producties zijdens partijen;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 20 oktober 2020.
1.2
Divi is ter zitting verschenen bij haar gemachtigde, die werd vergezeld door de heer [naam medewerker I] (Marketingmanager van Divi), de heer [naam medewerker II] (Project Director bij Divi) en de heer [naam medewerker III] (Shopsteward en Sales Representative van Divi). [Verweerster] is verschenen bij haar gemachtigde. Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd, mede aan de hand van overgelegde pleitaantekeningen, en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Het ter zitting gewijzigd verzoek strekt ertoe dat het Gerecht bij beschikking de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang, danwel op een door het Gerecht te bepalen ander tijdstip, ontbindt op grond van gewichtige redenen in de zin van gewijzigde omstandigheden voor het geval die overeenkomst blijkens rechterlijk gewijsde nog bestaat, zonder toekenning aan [verweerster] van een door Divi te betalen billijkheidsvergoeding, met veroordeling van [verweerster] in de proceskosten.
2.2 [
Verweerster] voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door Divi verzochte, met veroordeling van Divi in de proceskosten, uitvoerbaar bij voorraad.
2.3
Voorzover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

3.1
Bij beschikking van dit Gerecht van 15 september 2020 in de tussen partijen gevoerde bodemprocedure met als zaaknummer AUA201904438 met [verweerster] als verzoekster en Divi als verweerster (hierna: de beschikking) heeft het Gerecht ter zake van het door Divi op 3 september 2019 aan [verweerster] gegeven ontslag op staande voet onder rubriek 2 van de beschikking feiten vastgesteld. De ontbindingsrechter maakt die feitenvaststelling, die hier als herhaald en ingelast heeft te gelden, als zijnde onbestreden tot de zijne.
3.2
Divi stelt dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden en dat de arbeidsovereenkomst om die reden dadelijk dan wel op korte termijn behoort te eindigen. Volgens Divi is het vertrouwen tussen partijen dusdanig geschaad dat van een vruchtbare samenwerking geen sprake meer is. [Verweerster] heeft immers op 25 augustus 2019 in ruil voor commissie/geld - tegen alle regels en instructies in - onder werktijd verkoopactiviteiten verricht voor derden, meer in het bijzonder heeft [verweerster] op bedoelde dag actief meegedaan aan de verkoop van twee kaartje voor een “
morning sail & snorkeltour” aan toeristen, terwijl 1) het niet de taak is van [verweerster] om enige (tour)activiteiten te verkopen en 2) het bovendien ging om een niet-geautoriseerde (tour)activiteit, zijnde een activiteit die niet afkomstig is van een bedrijf waarmee Divi samenwerkt, aldus Divi.
3.3
Divi heeft haar stelling, dat sprake is van bedoelde vertrouwensbreuk, gegrond op de hierboven in overweging 3.2 geschetste gedragingen van [verweerster]. Bedoelde gedragingen betreffen echter dezelfde gedragingen die Divi aan het ontslag op staande voet ten grondslag heeft gelegd. Die door Divi gestelde gedragingen zijn tijdens de bodemprocedure door de bodemrechter gewogen, welke weging of beoordeling heeft geleid tot het oordeel dat die niet zijn komen vast te staan en dat daarom geen sprake is van een dringende reden voor een ontslag op staande voet. Ook dat oordeel heeft hier als herhaald en ingelast te gelden, nu er geen aanleiding of grond bestaat om thans tot een andersluidend oordeel te komen. Nu de door Divi gestelde gedragingen niet komen vast te staan en het Gerecht evenmin grond of aanleiding ziet voor het oordeel dat dat door Divi gestelde voldoende aannemelijk is, is het Gerecht anders dan Divi van oordeel dat er geen sprake is van een rechtens te respecteren vertrouwensbreuk tussen partijen.
3.4
De slotsom luidt dat het Gerecht geen gewichtige reden ziet voor (voorwaardelijke) ontbinding van de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst. Het verzoek daartoe van Divi zal daarom worden afgewezen. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld die een andersluidend oordeel kunnen dragen.
3.5
Divi zal, als de in het ongelijk gestelde partij, uitvoerbaar bij voorraad worden verwezen in de proceskosten van [verweerster], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten, tarief 5).

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
- wijst af het door Divi verzochte;
- veroordeelt Divi in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [verweerster], tot aan deze uitspraak begroot Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde;
- verklaart voormelde kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 17 november 2020.
Datum uitspraak: 17 november 2020
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: EJ nr. AUA202002243
Inhoudsindicatie: EJ. Arbeid. vertrouwensbreuk.
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel. Arbeid.
Rechter: mr. A.H.M. van de Leur
Bijzondere kenmerken: