ECLI:NL:OGEAA:2020:536

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
17 november 2020
Publicatiedatum
21 december 2020
Zaaknummer
AUA202001697
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst op grond van gewichtige redenen zonder vergoeding

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 17 november 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst. De verzoekster, werkzaam als Public Area Attendant bij Aruba Beachfront Resorts N.V., verzocht de ontbinding van haar arbeidsovereenkomst op grond van gewichtige redenen, die volgens haar voortvloeiden uit gewijzigde omstandigheden. De verzoekster was sinds 15 juli 2018 arbeidsongeschikt en ontving geen uitkering meer. De werkgever, Hyatt, had eerder geprobeerd de arbeidsovereenkomst met haar te beëindigen, maar dit was niet gelukt. Hyatt voerde verweer en deed een zelfstandig tegenverzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst zonder vergoeding. Het Gerecht oordeelde dat de verzoekster niet aannemelijk had gemaakt dat haar arbeidsongeschiktheid het gevolg was van een bedrijfsongeval en dat er geen aanleiding was om een billijke vergoeding toe te kennen. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden wegens gewichtige redenen, met ingang van 18 november 2020, zonder toekenning van een vergoeding aan de verzoekster. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

Beschikking van 17 november 2020
Behorend bij AUA202001697
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[Naam verzoekster],
te Aruba,
verzoekster in conventie, verweerster in reconventie,
hierna te noemen: [verzoekster],
gemachtigde: de advocaat mr. J.F.M. Zara,
tegen
de naamloze vennootschap
ARUBA BEACHFRONT RESORTS N.V.,
h.o.d.n. Aruba Beachfront Resorts,
gevestigd in Aruba,
verweerster in conventie, verzoekster in reconventie,
hierna ook te noemen: Hyatt,
gemachtigde: de advocaat mr. A.E. Barrios,

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 17 juli 2020;
- de brief van Hyatt van 9 september 2020, met producties;
- het verweerschrift tevens houdende een zelfstandig tegenverzoek met producties, ingediend op 11 september 2020;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 20 oktober 2020.
1.2 [
Verzoekster] is ter zitting verschenen samen met mr. G. De Hoogd, die occupeerde voor mr. Zara voornoemd. Namens Hyatt waren aanwezig [naam medewerker en medewerkster bij Hyat] (Assistant Human Resources Manager bij Hyatt). Partijen hebben het woord gevoerd – [verzoekster] mede aan de hand van de door haar overgelegde en voorgedragen pleitnota - en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
De datum van beschikking is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2 [
Verzoekster] is op 8 mei 2002 in loondienst getreden van Hyatt, laatstelijk in de functie van
“Public Area Attendant”,tegen een brutoloon van Afl. 11.90 per uur, dan wel Afl. 2.475,20 per maand.
2.3 [
Verzoekster] is op 15 juli 2018 arbeidsongeschikt verklaard door de Sociale Verzekeringsbank (de SVb).
2.4
Op 30 augustus 2019 heeft Hyatt getracht de arbeidsovereenkomst met [verzoekster] met wederzijds goedvinden te beëindigen. Dat is niet gelukt
2.5
Op 4 november 2019 heeft Hyatt een verzoek ingediend bij de Directie Arbeid en Onderzoek (de DAO) ter verkrijging van een ontslagvergunning. Op dit verzoek heeft de DAO tot op heden geen beslissing genomen.
2.6 [
verzoekster] is inmiddels twee jaar arbeidsongeschikt voor dezelfde gezondheidsklacht en ontvangt vanaf 15 augustus 2020 op grond van de Landsverordening ziekteverzekering geen arbeidsongeschiktheidsuitkering meer.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

het verzoek

3.1 [
verzoekster] verzoekt het Gerecht – bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad - de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van gewichtige redenen, met toekenning van een billijke vergoeding van Afl. 50.000,-- aan [verzoekster], exclusief het “
savingsplan”, met veroordeling van Hyatt in de kosten van de procedure.
3.2 [
Verzoekster] legt aan haar verzoek ten grondslag dat er sprake is van gewichtige redenen in de zin van gewijzigde omstandigheden die meebrengen dat de arbeidsovereenkomst dadelijk dan wel op korte termijn behoort te eindigen.
3.3
Hyatt voert verweer en concludeert tot het niet-ontvankelijk verklaren van [verzoekster] in haar verzoek, dan wel tot afwijzing daarvan, met veroordeling van [verzoekster] in de proceskosten.
het zelfstandig tegenverzoek
3.4
Het ter zitting gewijzigd verzoek van Hyatt strekt tot ontbinding van de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang, dan wel op een door het Gerecht te bepalen ander tijdstip, wegens gewichtige redenen, zonder toekenning van enige vergoeding aan [verzoekster], met veroordeling van [verzoekster] in de kosten van de procedure.
3.5
Hyatt legt aan haar verzoek eveneens ten grondslag dat er sprake is van gewichtige redenen in de zin van gewijzigde omstandigheden die meebrengen dat de arbeidsovereenkomst dadelijk dan wel op korte termijn behoort te eindigen.
3.6 [
verzoekster] voert verweer en verzoekt het Gerecht om Hyatt niet-ontvankelijk te verklaren in haar zelfstandig tegenverzoek, althans tot afwijzing daarvan, kosten rechtens.

4.DE BEOORDELING

4.1
Naar het oordeel van het Gerecht hangen het verzoek en het zelfstandig tegenverzoek met elkaar samen en zullen die om die reden gezamenlijk besproken worden. Na die bespreking volgt allereerst een beslissing op het zelfstandig tegenverzoek van Hyatt, daarna zal worden beslist op het verzoek van [verzoekster].
4.2
Er zijn gronden gesteld noch gebleken waaruit volgt dat partijen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in hun respectieve verzoeken. De ontvankelijkheidsverweren van partijen worden daarom verworpen.
4.3
Ingevolge artikel 7A:1615w, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) is iedere partij te allen tijde bevoegd zich wegens gewichtige redenen tot de rechter te wenden met het verzoek de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Als gewichtige redenen worden onder meer beschouwd omstandigheden welke een dringende reden als bedoeld in artikel 7A:1615o lid 1 BW zouden hebben opgeleverd, alsook veranderingen in de omstandigheden welke van dien aard zijn dat de dienstbetrekking billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. Indien de rechter het verzoek inwilligt wegens veranderingen in de omstandigheden, kan hij op grond van het vijfde lid van bedoeld artikel, zo hem dat met het oog op de omstandigheden van het geval billijk voorkomt, aan een der partijen ten laste van de wederpartij een vergoeding toekennen.
4.4
Tussen partijen is niet in geschil dat de arbeidsovereenkomst, vanwege wijzigingen van omstandigheden, dadelijk dan wel op korte termijn beëindigd dient te worden. Het Gerecht zal daarom de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst ontbinden als na te melden.
4.5
Ter beantwoording ligt vervolgens voor de vraag of bij de ontbinding van de arbeidsovereenkomst een billijke vergoeding aan [verzoekster] dient te worden toegekend. [Verzoekster] stelt zich op het standpunt dat dat wel het geval moet zijn, nu – zo begrijpt het Gerecht - Hyatt tegenover haar verwijtbaar heeft gehandeld.
4.6
Vast staat dat [verzoekster] inmiddels al twee jaar onafgebroken arbeidsongeschikt is voor dezelfde gezondheidsklacht, te weten een gebroken been. Volgens [verzoekster] is zij arbeidsongeschikt geraakt door een bedrijfsongeval dat op 15 juli 2018 op de werkvloer van Hyatt heeft plaatsgevonden. [Verzoekster] stelt dat zij op de bewuste dag bij het verlaten van de werkplek gestruikeld is over iemand die uit de keuken kwam. [Verzoekster] heeft bij die val een been gebroken dat tot op heden nog niet is hersteld. Ter onderbouwing van haar stelling heeft [verzoekster] overgelegd een document van 16 juli 2018 betreffende haar opname in het ziekenhuis en een verklaring van de medische specialist van 15 april 2020.
[Verzoekster] is de mening toegedaan dat haar langdurige arbeidsongeschiktheid te wijten is aan Hyatt, nu Hyatt zich niet heeft gedragen als een goed werkgever. Hyatt heeft immers nagelaten maatregelen te treffen om het risico op een ongeval op de werkvloer te voorkomen en Hyatt heeft geen passende ongevallenverzekering afgesloten.
Verder stelt [verzoekster] dat Hyatt tegenover haar verwijtbaar heeft gehandeld, omdat Hyatt haar niet de kans heeft gegeven om in het werk te re-integreren.
Is de arbeidsongeschiktheid van [verzoekster] veroorzaakt door een bedrijfsongeval?
4.7 [
Verzoekster] heeft ter onderbouwing van haar stelling dat er sprake is van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een bedrijfsongeval de in overweging 4.6 genoemde stukken in de procedure gebracht. Uit beide stukken blijkt dat [verzoekster] in de maand juli 2018 een (onder)beenfractuur (crurisfractuur) heeft opgelopen, maar verder wordt in bedoelde stukken niet vermeld dat die beenbreuk van [verzoekster] het gevolg is van enige val op het werk. In tegendeel, uit de verklaring van de specialist volgt juist dat het beenfractuur van [verzoekster] een spontane crurisfractuur betreft. Al gelet hierop is het Gerecht van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat de langdurige arbeidsongeschiktheid van [verzoekster] veroorzaakt is door een bedrijfsongeval op de werkvloer van Hyatt. Daar komt bij dat [verzoekster] tijdens haar arbeidsongeschiktheid onder controle was van de SVb, aan welke instantie het oordeel is voorbehouden of er al dan niet sprake is van een bedrijfsongeval. [Verzoekster] heeft in die periode ziekengeld ontvangen op grond van de Landsverordening ziekteverzekering (hierna: de ziekengelduitkering). In dat verband heeft Hyatt onbestreden gesteld dat [verzoekster] nooit aan de SVb heeft gemeld dat haar arbeidsongeschiktheid het gevolg was van een val op de werkvloer van Hyatt, zodat de SVb dienaangaande verder onderzoek zou hebben verricht en van [verzoekster] een door Hyatt ondertekend bedrijfsongevallenformulier zou hebben gevraagd mocht inderdaad zijn gebleken dat van een dergelijke val sprake was. Verder geldt dat niet is gesteld noch is gebleken dat [verzoekster] tegen de door haar genoten ziekengelduitkering ooit bezwaar heeft gemaakt, omdat zij van mening was dat ze recht had op ongevallengeld. Voorts is het Gerecht van oordeel dat het verhaal van [verzoekster] over het bedrijfsongeval op de bewuste dag niet overtuigend genoeg is, nu [verzoekster] eerst in haar inleidend verzoekschrift heeft gesteld gevallen te zijn in het casino van Hyatt nadat zij zou zijn uitgegleden, terwijl [verzoekster] op een later tijdstip, namelijk ter zitting, stelt ten val te zijn gekomen nadat zij zou zijn gestruikeld over iemand die uit de keuken kwam. Deze tweeslachtigheid is zonder nadere toelichting onbegrijpelijk, en doet sterk af aan het gevoerde betoog van [verzoekster]. Bovendien is gesteld noch gebleken dat [verzoekster] zo spoedig als mogelijk na het beweerdelijke voorval bij Hyatt heeft gemeld dat sprake was van een bedrijfsongeval, wat toch op haar weg had gelegen om dat wel te doen. Ook gelet op dit alles is het Gerecht van oordeel dat niet aannemelijk is geworden de stelling van [verzoekster] dat er op de bewuste dag sprake is geweest van een bedrijfsongeval als gevolg waarvan zij langdurig arbeidsongeschikt is geraakt.
4.8
Al het vorenstaande brengt met zich dat niet de conclusie getrokken kan worden dat het aan Hyatt te wijten is dat [verzoekster] langdurig arbeidsongeschikt is. Het Gerecht ziet op grond van het voorgaande dan ook geen aanleiding om aan [verzoekster] een vergoeding naar billijkheid toe te kennen. Dit geldt temeer nu Hyatt onbetwist heeft gesteld onderzoek te hebben verricht naar de re-integratie mogelijkheden van [verzoekster], waarbij gebleken is dat [verzoekster] haar werkzaamheden – al dan niet aangepast werk – op korte termijn niet zal kunnen hervatten. Nu [verzoekster] ter zitting desgevraagd heeft aangegeven nog niet in staat te zijn haar werkzaamheden uit te voeren, dan wel niet te weten of zij al dan niet blijvend onmogelijk zal zijn die te verrichten, is het Gerecht van oordeel dat Hyatt op dit punt evenmin enig verwijt treft.
4.9
Het bovenstaande leidt tot de slotsom dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen zal worden ontbonden op grond van gewichtige redenen, bestaande uit gewijzigde omstandigheden en dat aan [verzoekster] geen vergoeding naar billijkheid zal worden toegekend. Het zelfstandig tegenverzoek van Hyatt zal daarom worden toegewezen. Die toewijzing brengt met zich dat [verzoekster] geen belang heeft bij een beslissing op haar eigen verzoek. Dat verzoek zal daarom worden afgewezen.
4.1
In de omstandigheid dat beide partijen om ontbinding van de arbeidsovereenkomst hebben verzocht, ziet het Gerecht aanleiding om de proceskosten te compenseren als na te melden.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
in het zelfstandig tegenverzoek
5.1
ontbindt de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen met ingang van woensdag 18 november 2020 zonder toekenning aan [verzoekster] van een vergoeding naar billijkheid;
5.2
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
in het verzoek
5.3
wijst af het door [verzoekster] verzochte;
in het verzoek en in het zelfstandig tegenverzoek
5.4
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 17 november 2020 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 17 november 2020
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: EJ nr. AUA202001697
Inhoudsindicatie: EJ. Ontbinding arbeidsovereenkomst op grond van gewichtige redenen, bestaande uit gewijzigde omstandigheden, zonder toekenning van een vergoeding naar billijkheid.
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel. Arbeid.
Rechter: mr. A.H.M. van de Leur
Bijzondere kenmerken: