In deze zaak heeft de vader, verzoeker, verzocht om gezamenlijk gezag over zijn minderjarige kind met de moeder, verweerster. De procedure is gestart na een eerdere beschikking van 3 maart 2020, waarin een voorlopige omgangsregeling was vastgesteld. De Voogdijraad heeft een rapport ingediend waarin werd geconcludeerd dat beide ouders betrokken zijn bij de opvoeding van de minderjarige en dat gezamenlijk gezag in het belang van het kind zou zijn. De moeder was echter van mening dat gezamenlijk gezag niet in het belang van de minderjarige was, vanwege de vijandige communicatie tussen de ouders. Het gerecht heeft de situatie beoordeeld en vastgesteld dat er geen onaanvaardbaar risico is dat de minderjarige klem of verloren zal raken tussen de ouders. Het gerecht heeft daarom besloten dat de ouders gezamenlijk het gezag over de minderjarige zullen uitoefenen.
Daarnaast heeft de vader verzocht om een omgangsregeling met de minderjarige. Het gerecht heeft vastgesteld dat het in het belang van het kind is dat er contact is met de niet-verzorgende ouder, en heeft een concrete omgangsregeling vastgesteld. De regeling houdt in dat de vader op elke vrije dag van de minderjarige contact heeft, met de mogelijkheid tot overnachting. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de kosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven door rechter N.K. Engelbrecht op 1 december 2020.