ECLI:NL:OGEAA:2020:53

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 februari 2020
Publicatiedatum
19 februari 2020
Zaaknummer
AUA201903935
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in voogdijzaak betreffende minderjarige

In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 11 februari 2020, werd de vordering van het Openbaar Ministerie om bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing van een minderjarige aan de voogdijraad behandeld. De procedure begon met een vordering die op 11 november 2019 was ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 14 januari 2020. Tijdens deze zitting waren de officier van justitie, de vertegenwoordigers van de Voogdijraad en de moeder van de minderjarige aanwezig. De minderjarige was aan het gezag van de moeder onttrokken en voorlopig aan de voogdijraad toevertrouwd op 25 oktober 2019.

De rechter beoordeelde de zaak aan de hand van artikel 1:272 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat het Openbaar Ministerie de mogelijkheid biedt om een kind aan het gezag van de ouder te onttrekken indien dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk is. Echter, het Openbaar Ministerie had de bekrachtiging van de toevertrouwing pas zeventien dagen na de toevertrouwing gevorderd, terwijl de wet voorschrijft dat dit binnen veertien dagen moet gebeuren. Hierdoor was de toevertrouwing vervallen en werd het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering.

De beslissing van de rechter was dus dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk was in zijn verzoek tot bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing, wat een belangrijke uitspraak is in het kader van de bescherming van minderjarigen en de procedures rondom voogdij.

Uitspraak

Beschikking van 11 februari 2020
behorend bij E.J. nr. AUA201903935
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op vordering van
HET OPENBAAR MINISTERIE,
in Aruba,
vertegenwoordigd door de officier van justitie,
om bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing aan de voogdijraad
van de minderjarige:
[naam minderjarige],
geboren op [geboortedatum] in Aruba,
van wie de ouder is:
[ouder], de moeder,
wonende in Aruba.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
- de vordering ingediend op 11 november 2019,
- de mondelinge behandeling ter zitting met gesloten deuren van 14 januari 2020, alwaar zijn verschenen de officier van justitie, mr. [naam officier], de vertegenwoordigers van de Voogdijraad, mevrouw [naam raadsonderzoeker], en de moeder van de minderjarige in persoon.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Ten aanzien van de minderjarige staat alleen het moederschap vast, zodat de moeder van rechtswege het ouderlijk gezag over de minderjarige alleen uitoefent.
2.2
Op 25 oktober 2019 heeft het openbaar ministerie de minderjarige aan het gezag van de moeder onttrokken en voorlopig aan de voogdijraad toevertrouwd.

3.DE BEOORDELING

3.1
Ingevolge artikel 1:272, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) kan het openbaar ministerie, indien het dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht, op grond van feiten die tot ontzetting of ontheffing van een ouder kunnen leiden het kind aan het gezag van de ouder onttrekken en alsdan voorlopig aan de voogdijraad toevertrouwen. Ingevolge het tweede lid vervalt de toevertrouwing indien het openbaar ministerie niet binnen veertien dagen van de rechter haar bekrachtiging heeft gevorderd.
3.2
Nu het openbaar ministerie pas zeventien dagen na de toevertrouwing de bekrachtiging daarvan heeft gevorderd, is de bekrachtiging niet binnen de gestelde termijn gevorderd, zodat de toevertrouwing is vervallen. Gelet hierop is het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in zijn vordering.
3.3
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Deze beschikking is gegeven op 11 februari 2020 door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.