ECLI:NL:OGEAA:2020:52

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 februari 2020
Publicatiedatum
19 februari 2020
Zaaknummer
AUA201900989
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptieverzoek van minderjarige in het belang van de betrokkenen

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 11 februari 2020 een beschikking gegeven over het verzoek tot adoptie van een minderjarige door twee verzoekers. De procedure is gestart naar aanleiding van een eerdere beschikking van 2 juli 2019, waarin de Voogdijraad werd verzocht een onderzoek te verrichten naar de adoptie in het kennelijk belang van de minderjarige. De minderjarige, geboren in 2003, is op 1 juli 2019 door de rechter gehoord. De verzoekers, een echtpaar dat sinds 8 december 2000 getrouwd is, hebben de minderjarige vanaf zijn vierde jaar verzorgd en opgevoed. De moeder van de minderjarige is uit het gezag ontheven en de verzoekster is benoemd tot voogdes.

De beoordeling van het verzoek is gebaseerd op de voorwaarden voor adoptie zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek van Aruba. De verzoekers voldoen aan de vereisten, waaronder de leeftijdscriteria en het feit dat de minderjarige instemt met de adoptie. De moeder van de minderjarige heeft zich verzet tegen de adoptie, maar het gerecht oordeelt dat aan deze tegenspraak kan worden voorbijgegaan, gezien het gebrek aan een hechte band tussen de moeder en de minderjarige.

Het gerecht concludeert dat de adoptie in het kennelijk belang van de minderjarige is, omdat hij zich niet als volwaardig lid van de familie voelt en zekerheid wil over zijn positie binnen het gezin. De Voogdijraad heeft ook geadviseerd dat adoptie in het belang van de minderjarige is. De rechter heeft uiteindelijk de adoptie uitgesproken en bepaald dat de minderjarige de achternaam van de verzoekster zal dragen.

Uitspraak

Beschikking van 11 februari 2020
behorend bij EJ. nr. AUA202000989
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:

1.[Naam Verzoekster I],

2.[Naam Verzoeker II],
wonende in Aruba,
VERZOEKERS,
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg.
Belanghebbenden:
[Naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2003 in Aruba,
de minderjarige, wonende in Aruba,
[Naam moeder], de moeder, wonende in Aruba.

1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het eerdere verloop van de procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 2 juli 2019, waarbij de Voogdijraad is verzocht een onderzoek te verrichten ter beantwoording van de vraag of de adoptie in het kennelijk belang van de minderjarige is.
De minderjarige is op 1 juli 2019 door de rechter gehoord.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het rapport van de Voogdijraad, ingediend op 18 november 2019,
- de mondelinge voortzetting van de behandeling ter zitting van 14 januari 2020, waar zijn verschenen verzoekster, [Naam verzoekster I], in persoon en bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd en de raadsonderzoeker van de Voogdijraad, [medewerkster voogdij].
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Aan de orde is het verzoek van verzoekers om de minderjarige te adopteren. Zoals het gerecht in de eerdere beschikking reeds heeft overwogen is een adoptieverzoek toewijsbaar indien de adoptie in het kennelijk belang van de minderjarige is en aan de in artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) gestelde voorwaarden is voldaan.
2.2
Ingevolge artikel 1:227, tweede lid van het BW kan het verzoek door een echtpaar slechts worden gedaan, indien de echtgenoten tenminste drie aaneengesloten jaren of, indien ieder van hen de leeftijd van veertig jaren heeft bereikt, tenminste een aaneengesloten jaar onmiddellijk voorafgaande aan de indiening van het verzoek met elkaar zijn gehuwd.
Verzoekers, geboren in 1972 (de vrouw) respectievelijk 1973 (de man), zijn op 8 december 2000 met elkaar getrouwd. Aan voornoemde voorwaarde is dan ook voldaan.
2.3
Ingevolge artikel 1:228 BW zijn – voor zover hier van belang – voorwaarden voor adoptie: (1) dat het kind op de dag van het verzoek minderjarig is, en dat het kind, indien het op de dag van het verzoek ouder dan 12 jaar is, ter gelegenheid van zijn verhoor niet van bezwaren tegen toewijzing van het verzoek heeft doen blijken, (2) dat het kind niet een kleinkind van een adoptant is, (3) dat de adoptanten ten minste achttien jaren ouder zijn dan het kind, (4) dat geen van de ouders het verzoek tegenspreekt, en (5) dat de ouder of ouders niet of niet langer het gezag over het kind hebben.
2.3.1
De minderjarige is geboren in het jaar 2003 en is nog 16 jaar oud. Verzoekers zijn ruim 30 jaar ouder dan de minderjarige en tussen verzoekers en de minderjarige bestaat geen bloedverwantschap.
Bij beschikking van dit gerecht van 16 november 2010 is de moeder uit het gezag over de minderjarige ontheven en is verzoekster [naam verzoekster I] tot voogdes over de minderjarige benoemd.
De minderjarige heeft bij zijn verhoor te kennen gegeven dat hij instemt met het verzoek, dat hij de adoptanten “mama” en “papa” noemt omdat zij hem vanaf zijn vierde jaar hebben verzorgd en opgevoed en dat hij het liefst de achternaam “[achternaam verzoekster I]” wil dragen.
Aan voornoemde voorwaarden ad 1, 2, 3 en 5 is gelet op het bovenstaande dan ook voldaan.
2.3.2
Uit het rapport van de Voogdijraad volgt dat de moeder zich verzet tegen de adoptie van het kind. Voor zover hier van belang kan ingevolge het tweede lid van artikel 1:228 BW, aan de tegenspraak van een ouder worden voorbijgegaan, indien het kind en de ouder niet of nauwelijks in gezinsverband hebben samengeleefd.
In dit geval is niet in geschil dat de minderjarige vanaf zijn vierde jaar bij de verzoekers woont en door hen wordt verzorgd en opgevoed. In het rapport van de Voogdijraad staat verder vermeld dat er weinig contact is tussen de moeder en de minderjarige. Hieruit volgt dat de minderjarige en de moeder al jaren geen hechte band met elkaar hebben en nauwelijks in gezinsverband hebben samengeleefd. Aan de tegenspraak van de moeder kan dan ook worden voorbijgegaan.
2.4
Blijft over de vraag of de adoptie in dit geval in het kennelijk belang van de minderjarige is. Bij de beoordeling hiervan neemt het gerecht het volgende in aanmerking.
Uit het rapport van de Voogdijraad volgt dat de minderjarige zich na 12 jaar nog steeds niet als een volwaardig lid van de familie [achternaam verzoekers] voelt, omdat hij een andere achternaam heeft. Hij vreest dat hij ooit terug zal moeten naar zijn moeder en hij wil zekerheid dat de verzoekers, die hij als zijn ouders ziet, hem daadwerkelijk als hun kind beschouwen. Deze angst is, volgens de behandelend psycholoog van de minderjarige, wellicht storend voor zijn ontwikkeling en een belemmering in zijn functioneren.
Uit het rapport en het verhandelde ter zitting is gebleken dat er tussen verzoekers en de minderjarige een hechte band bestaat en dat de verzoekers de persoonlijke betrekking met de minderjarige wensen te versterken en een familierechtelijke betrekking met hem wensen te vestigen.
De Voogdijraad concludeert dat adoptie in het belang van de minderjarige is.
Het gerecht is gelet op het bovenstaande van oordeel, dat de verzochte adoptie zowel uit het oogpunt van verbreking van de banden met de ouder als uit het oogpunt van bevestiging van de banden met de verzoekers in het kennelijk belang is van de minderjarige.
2.5
Gelet op het vorenstaande zal het gerecht de adoptie van de minderjarige door de verzoekers uitspreken.
2.6
Wat betreft de door de minderjarige te dragen geslachtsnaam, zal het gerecht rekening houdende met de naamkeuze gedaan door de minderjarige, bepalen dat de minderjarige na de adoptie de geslachtsnaam “[achternaam verzoekster I]” zal dragen.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
spreekt uit de adoptie van [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2003 in Aruba, door [naam verzoekster I], geboren op [geboortedatum] in Aruba, en [naam veroeker II], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
verstaat dat de geslachtsnaam van de minderjarige voortaan [achternaam verzoekster I] zal luiden.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van 11 februari 2020 in aanwezigheid van de griffier.