ECLI:NL:OGEAA:2020:502

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
25 november 2020
Publicatiedatum
4 december 2020
Zaaknummer
AUA201902830
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van medische kosten met borgstelling

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de Stichting Ziekenverpleging Aruba (SZA) een vordering ingesteld tegen twee gedaagden, die gezamenlijk zijn opgetreden in deze procedure. De zaak betreft een geschil over onbetaalde medische kosten die door SZA zijn gemaakt voor behandelingen van gedaagde 1 in september 2015. SZA heeft een totaalbedrag van Afl. 9.554,- in rekening gebracht, waarvan gedaagden slechts Afl. 3.144,44 hebben betaald. Dit laat een openstaand bedrag van Afl. 6.409,56 over. Gedaagde 2 heeft zich als borg gesteld voor deze schuld door een schuldbekentenis te ondertekenen. Ondanks herhaalde aanmaningen van SZA hebben gedaagden nagelaten om het resterende bedrag te betalen.

In de procedure heeft SZA verzocht om veroordeling van gedaagden tot betaling van het openstaande bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagden hebben erkend dat zij de hoofdsom verschuldigd zijn, maar hebben aangevoerd dat zij door persoonlijke omstandigheden niet in staat zijn geweest om aan hun betalingsverplichtingen te voldoen. Ze hebben aangeboden om opnieuw een betalingsregeling te treffen.

De rechter heeft geoordeeld dat betalingsonmacht geen reden is om de vordering af te wijzen. De rechter heeft de vordering van SZA toegewezen, inclusief de wettelijke rente en de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagden zijn ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 25 november 2020, waarbij de rechter heeft bepaald dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is, wat betekent dat SZA het bedrag kan vorderen voordat de uitspraak in hoger beroep is gegaan.

Uitspraak

Vonnis van 25 november 2020
Behorend bij AR nr. AUA201902830
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
STICHTING ZIEKENVERPLEGING ARUBA,
gevestigd te Aruba,
EISERES,
hierna te noemen: SZA,
gemachtigde: de advocaat mr. M.E.D. Brown,
tegen:

1.[GEDAAGDE 1],

2. [GEDAAGDE 2]
beiden wonend te Aruba, [Adres],
GEDAAGDEN, hierna ook gezamenlijk te noemen: [Gedaagden],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Eiseres heeft in de periode van 23 tot en met 26 september 2015 medische behandelingen verricht ten behoeve van [gedaagde 1].
2.2
SZA heeft een bedrag van Afl. 9.554,- in rekening gebracht ter zake van voormelde medische behandelingen. [Gedaagden] hebben in totaal een bedrag van Afl. 3.144,44 (2x Afl. 400,-, Afl. 405,33, Afl. 400,02, Afl. 1.238,19 en Afl. 300,90) betaald, zodat een bedrag van Afl. 6.409,56 resteert.
2.3 [
Gedaagde 2] heeft een schuldbekentenis ondertekend, waarin hij zich als borg stelt voor voormelde schuld.
2.4
Bij brief van 4 juli 2017 heeft SZA [gedaagden] gesommeerd tot betaling van een bedrag van Afl. 6.710,46 vermeerderd met de wettelijke rente en 15% buitengerechtelijke incassokosten. [Gedaagden] hebben aan deze sommatie geen gevolg gegeven.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
SZA vordert - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van [gedaagden] tot betaling van Afl. 6.409,56 te vermeerderen met de wettelijke rente, alsmede vermeerderd met de buitengerechtelijke incassokosten van Afl. 750,- en met veroordeling van [gedaagden] in de kosten van het geding.
3.2
SZA grondt de vordering erop dat zij op [gedaagden] een opeisbare vordering heeft ter zake door SZA aan [gedaagde 1] geleverde diensten waarvoor [gedaagde 2] zich als borg heeft gesteld. Ondanks aanmaningen zijn [gedaagden] tekortgeschoten in de nakoming van de uit deze overeenkomsten voortvloeiende betalingsverplichtingen.
3.3 [
Gedaagden] voeren verweer.

4.DE BEOORDELING

4.1 [
Gedaagden] erkennen de gevorderde hoofdsom van Afl. 6.409,56, maar stellen dat zij wegens hun persoonlijke omstandigheden niet in staat zijn geweest om hun aflossingsverplichting na te komen. Voorts voeren zij aan dat zij bereid zijn om opnieuw te beginnen met af te lossen, conform de eerder tussen partijen afgesproken betalingsregeling.
4.2
Hoe vervelend deze situatie voor [gedaagden] ook is, betalingsonmacht ontslaat hen niet van hun betalingsverplichting. Betalingsonmacht van de schuldenaar komt voor diens risico en is geen reden om een opeisbare vordering af te wijzen. Een aanbod om in termijnen af te betalen is dat evenmin. Vast staat dat [gedaagden] tekort zijn geschoten in de nakoming van hun betalingsverplichtingen jegens SZA, zodat de hoofdsom zal worden toegewezen.
4.4
De verschuldigdheid van de wettelijke rente is door [gedaagden] niet betwist en wordt toegewezen.
4.5
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen conform het procesreglement 2018 worden toegewezen.
4.6 [
Gedaagden] zullen als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van SZA tot op heden begroot op Afl. 450,- aan griffierecht, Afl. 418,90 aan verschotten en Afl. 1.000,- aan gemachtigdensalaris (naar rato van 2 punten van het liquidatietarief 3).

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit Gerecht, recht doende,
5.1
veroordeelt [gedaagden] tot betaling aan SZA van een bedrag van Afl. 6.409,56, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 september 2015 tot de dag der algehele voldoening,
5.2
veroordeelt [gedaagden] tot betaling aan SZA van een bedrag van Afl. 750,- aan buitengerechtelijke incassokosten,
5.3
veroordeelt [gedaagden] in de kosten van de procedure, welke kosten tot op heden aan de zijde van SZA worden begroot op Afl. 450,- aan griffierecht en Afl. 1.000,- aan gemachtigdensalaris,
5.4
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.B. de Haseth, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 25 november 2020 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 25 november 2020
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: AR. nr. AUA201902830
Inhoudsindicatie: civiel, vordering, medisch behandeling.
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. M.E.B. de Haseth
Bijzondere kenmerken: