In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 11 februari 2020, wordt het verzoek behandeld van de ouders van een minderjarige, die gezamenlijk het gezag uitoefenen. De moeder, wonende in Aruba, en de vader, wonende in Colombia, hebben een verzoek ingediend om het gezamenlijk gezag te beëindigen, zodat de moeder alleen het gezag over de minderjarige kan uitoefenen. De minderjarige is geboren in Colombia en woont sinds 2014 in Aruba. De procedure begon met een verzoekschrift op 10 juli 2019, gevolgd door een mondelinge behandeling op 1 oktober 2019. De rechter heeft vastgesteld dat de minderjarige haar gewone verblijfplaats in Aruba heeft, ondanks dat zij niet in het bevolkingsregister staat ingeschreven. Dit is gebaseerd op een schoolverklaring en paspoortgegevens die aantonen dat zij sinds haar komst naar Aruba niet meer is vertrokken.
De rechter heeft het verzoek om wijziging van het gezag beoordeeld op basis van artikel 1:253n van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat stelt dat gezamenlijk gezag kan worden beëindigd indien de omstandigheden zijn gewijzigd. De rechter heeft echter besloten dat er meer informatie nodig is en heeft de Voogdijraad verzocht een onderzoek in te stellen naar de sociale omstandigheden van de partijen. Dit onderzoek moet antwoord geven op de vraag of er een risico bestaat dat de minderjarige klem of verloren raakt tussen de ouders als het gezamenlijk gezag wordt voortgezet. De minderjarige, die inmiddels twaalf jaar oud is, zal ook de gelegenheid krijgen om haar mening over de wijziging van het gezag kenbaar te maken. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en de Voogdijraad is gevraagd om een rapport uit te brengen.
De beschikking is openbaar uitgesproken door rechter N.K. Engelbrecht, en de zaak is verwezen naar een rolzitting voor het indienen van het rapport van de Voogdijraad.