ECLI:NL:OGEAA:2020:423
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielverzoek op grond van gebrek aan gegronde vrees voor vervolging
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 12 oktober 2020 uitspraak gedaan in een verzoek ex artikel 54 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Verzoeker, een Venezolaanse nationaliteit, had eerder op 24 juli 2020 een asielverzoek ingediend dat door de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie was afgewezen. Verzoeker stelde te vrezen voor vervolging door de overheid in Venezuela wegens zijn politieke overtuiging en had zijn asielaanvraag pas ingediend na zijn aanhouding door de Guarda Nos Costa (GNC) op 13 mei 2020. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker niet aannemelijk had gemaakt dat hij gegronde vrees voor vervolging had in zijn land van herkomst. De rechter concludeerde dat verzoeker in 2019 legaal naar Aruba was gereisd en dat zijn verklaringen over de redenen voor zijn vertrek uit Venezuela niet geloofwaardig waren. De voorzieningenrechter wees het verzoek tot schorsing van de bestreden beschikking af, omdat er geen grond was voor het treffen van een voorlopige voorziening. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.