ECLI:NL:OGEAA:2020:42

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 februari 2020
Publicatiedatum
17 februari 2020
Zaaknummer
AUA201903150 t/m AUA201903152 en AUA201903326
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belastingheffing en fiscale transparantie van een Arubaanse NV met betrekking tot rente-inkomsten en aanslagen

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 12 februari 2020 uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij belanghebbende, een aandeelhouder van een Arubaanse NV, in beroep ging tegen aanslagen in de inkomstenbelasting en premie AZV voor de jaren 2011, 2012 en 2013. De NV heeft de status van een transparante vennootschap, wat betekent dat de resultaten van de NV niet aan de NV zelf, maar aan de aandeelhouder worden toegerekend. Dit heeft gevolgen voor de belastingheffing, aangezien de rentevergoeding op de schuldvordering van de NV op belanghebbende niet bij belanghebbende in de inkomstenbelasting hoeft te worden betrokken.

De zaak begon met de oplegging van aanslagen door de Inspecteur der Belastingen, waartegen belanghebbende bezwaar maakte. De Inspecteur heeft echter niet tijdig op deze bezwaren beslist, wat leidde tot het indienen van beroep door belanghebbende. Het Gerecht oordeelde dat de beroepen ontvankelijk waren en dat de Inspecteur de bezwaren gegrond had moeten verklaren. Het Gerecht heeft de aanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 2011, 2012 en 2013 verminderd tot respectievelijk Afl. 108.222, Afl. 143.156 en Afl. 146.631, en de aanslag premie AZV 2011 verlaagd tot Afl. 5.972.

Daarnaast heeft het Gerecht de proceskosten van belanghebbende vastgesteld op Afl. 1.400 en de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van Afl. 25 te vergoeden. De uitspraak benadrukt de fiscale transparantie van de NV en de gevolgen daarvan voor de belastingheffing van de aandeelhouder, evenals de verplichtingen van de Inspecteur bij het behandelen van bezwaarschriften.

Uitspraak

Uitspraak van 12 februari 2020
BBZ nrs. AUA201903150 t/m AUA201903152 en AUA201903326
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], wonende te Aruba,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Aruba,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is met dagtekening 31 augustus 2016 een aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 2011 opgelegd naar een belastbaar inkomen van Afl. 126.784.
1.2
Aan belanghebbende is met dagtekening 31 augustus 2016 een aanslag premie AZV voor het jaar 2011 opgelegd naar een premie-inkomen van Afl. 85.000 (maximale premie-inkomen).
1.3
Aan belanghebbende is met dagtekening 29 december 2017 een aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 2012 opgelegd naar een belastbaar inkomen van Afl. 289.334.
1.4
Aan belanghebbende is met dagtekening 29 december 2017 een aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 2013 opgelegd naar een belastbaar inkomen van Afl. 193.317.
1.5
Belanghebbende heeft op 11 oktober 2016 bezwaar gemaakt tegen de aanslagen inkomstenbelasting en premie AZV voor het jaar 2011.
1.6
Belanghebbende heeft op 19 januari 2018 bezwaar gemaakt tegen de aanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 2012 en 2013.
1.7
Belanghebbende heeft op 13 september 2019 beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraken op bezwaar. Hierbij is een bedrag aan griffierecht betaald van Afl. 25.
1.8
De Inspecteur heeft op 26 november 2019 een verweerschrift ingediend.
1.9
De zitting heeft plaatsgevonden op 16 januari 2020 te Oranjestad. Namens belanghebbende zijn verschenen [A] en {B], beiden verbonden aan [Q]. Namens de Inspecteur is verschenen [de Inspecteur]. Belanghebbende heeft ter zitting e-mailcorrespondentie met de Inspecteur overgelegd.
1.1
Het Gerecht heeft ter zitting aan beide partijen verzocht aan te geven welk bedrag aan kosten in verband met de beleggingsopbrengsten van Cajojo Services NV in aftrek kan worden gebracht. In e-mailberichten van 24 en 27 januari 2020 hebben partijen gereageerd.

2.FEITEN

2.1
Belanghebbende is geboren op [geboortedatum]. In de onderhavige jaren is belanghebbende ingezetene van Aruba.
2.2
Belanghebbende is directeur en enig aandeelhouder van de Arubaanse beleggingsvennootschap [Z] NV (hierna: de NV). In de NV is de effectenportefeuille van belanghebbende ondergebracht.
2.3
De NV heeft voor de belastingheffing de status van een transparante vennootschap in de zin van artikel 3, lid 2, letter d, Algemene landsverordening belastingen (ALB). Deze status brengt onder meer mee dat het door haar behaalde resultaat niet aan de NV, maar aan belanghebbende wordt toegerekend.
2.4
De NV heeft gelden ter leen verstrekt aan belanghebbende. In de onderhavige jaren heeft de rente op deze geldleningen respectievelijk USD 34.292 (2011), USD 65.225 (2012) en USD 85.046 (2013) bedragen.
2.5
Blijkens de jaarrekeningen van de NV heeft zij in de onderhavige jaren onder meer de volgende kosten ten laste van het resultaat gebracht: fees, housing expenses, office expenses en general expenses.
2.6
De NV heeft in 2011 aandelen gekocht in de te Curaçao gevestigde vennootschap [S] Onroerend Goed NV (hierna: NV). De NV heeft deze aankoop met een geldlening gefinancierd ter zake waarvan in 2011 een bedrag aan rente is betaald van Afl. 16.753.
2.7
Bij het vaststellen van de aanslagen heeft de Inspecteur de volgende inkomenscorrecties aangebracht: i) bijtelling rente ter zake van geldlening van de NV aan belanghebbende (zie 2.4), ii) geen aftrek van de door de NV opgevoerde kosten (zie 2.5), iii) een beperking van de renteaftrek ter zake van [S] NV (zie 2.6), en iv) geen aftrek premie AZV van Afl. 2.505 per jaar.

3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN

3.1
In geschil is of de Inspecteur terecht voornoemde correcties heeft aangebracht. Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend, de Inspecteur bevestigend.
3.2
Beide partijen concluderen tot vermindering van de aanslagen.

4.BEOORDELING VAN HET BEROEP

Beroep niet-tijdig beslissen op bezwaren

4.1
De bezwaarschriften tegen de aanslagen zijn op respectievelijk 11 oktober 2016 en 19 januari 2018 door de Inspecteur ontvangen.
4.2
Ingevolge artikel 18, lid 2, ALB is een uitspraak op een bezwaarschrift niet tijdig gedaan, als de Inspecteur niet binnen één jaar na ontvangst van het bezwaarschrift, in dit geval dus uiterlijk op 11 oktober 2017 respectievelijk 19 januari 2019, een uitspraak heeft gedaan.
4.3
Ingevolge artikel 19, lid 3, ALB kan binnen twee jaar, in dit geval dus uiterlijk op 11 oktober 2019 respectievelijk 19 januari 2021, beroep worden ingesteld tegen het niet tijdig doen van een uitspraak op een bezwaarschrift.
4.4
Belanghebbende heeft op 13 september 2019 beroepen ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraken op bezwaar. Deze beroepen zijn mitsdien ontvankelijk.
4.5
De Inspecteur heeft nog immer geen beslissingen op de bezwaren genomen. De beroepen tegen het niet tijdig beslissen dienen derhalve gegrond te worden verklaard. Het Gerecht ziet evenwel om proces-economische redenen ervan af om de Inspecteur op te dragen alsnog beslissingen te nemen op de bezwaren
Rente-inkomsten op schuldvordering van de NV op belanghebbende
4.6
De fiscale transparantie van de NV brengt mee dat haar vermogen en het door haar behaalde resultaat niet aan de NV, maar aan belanghebbende worden toegerekend. Voor de belastingheffing valt de tot het vermogen van de NV behorende schuldvordering op belanghebbende daardoor weg. Partijen zijn dan ook terecht eensluidend van mening dat de rentevergoeding ter zake van deze schuldvordering niet bij belanghebbende in de inkomstenbelasting dient te worden betrokken.
Kosten van de NV
4.7
Blijkens de jaarrekeningen van de NV heeft zij in de onderhavige jaren onder meer de volgende kosten aan fees, housing expenses, office expenses en general expenses, ten laste van het resultaat gebracht: Afl. 123.814 (2011), Afl. 106.711 (2012) en Afl. 138.070 (2013).
4.8
Tussen partijen is niet langer in geschil (zie e-mailberichten van 24 en 27 januari 2020) dat daarvan de volgende bedragen in aftrek kunnen komen: Afl. 32.543 (2011), Afl. 31.932 (2012) en Afl. 38.414 (2013). Het Gerecht sluit zich daarbij aan.
Renteaftrek van de NV ter zake van deelneming in [S] Onroerend Goed NV in 2011
4.9
De NV heeft in 2011 ter zake van de verwerving van aandelen in [S] NV rentekosten gemaakt ten bedrage van Afl. 16.753. Tussen partijen is niet langer in geschil dat deze rentekosten volledig bij belanghebbende in aftrek kunnen komen.
Premie AZV
4.1
Tussen partijen is niet in geschil dat de voorheffing van premie AZV ten bedrage van Afl. 2.505 per jaar ten onrechte als kostenpost is opgevoerd. Deze premie kan derhalve niet als last in mindering worden gebracht op belanghebbendes inkomen.
4.11
Verder is tussen partijen niet in geschil dat voornoemde voorheffing van Afl. 2.505 in mindering dient te komen op de aanslag premie AZV 2011. De aanslag premie AZV 2011 dient dan ook te worden verminderd tot een bedrag van Afl. 5.972.
Cijfermatig
4.12
Gelet op het vorenstaande dient het belastbaar inkomen als volgt te worden vastgesteld:
2011
2012
2013
Inkomen uit arbeid
65.612
65.612
65.611
AOV-uitkering
21.79
21.79
21.79
Rente-inkomsten NV overig
96
13.642
41
Beleggingen van NV
- Opbrengst
89.514
96.114
116.343
- Donaties
-/- 1.611
-/- 1.163
-/- 1.291
- Betaalde huur
-/- 5.613
-/- 6.124
-/- 6.124
- Office supplies
-/- 868
-/- 1.244
-/- 2.454
- Telefoon
-/- 2.666
-/- 3.024
-/- 3.520
- Investments expense
-/- 21.785
-/- 20.377
-/- 25.025
- Rentekosten [S] NV
-/- 16.753
-
-
Persoonlijke lasten
- Eigen woning
-/- 13.980
-/- 18.329
-/- 14.999
- Rente Aruba Bank
-/- 1.773
- Premie AZV
-/- 1.298
-/- 1.298
-/- 1.298
Ouderenaftrek
-/- 2.443
-/- 2.443
-/- 2.443
Belastbaar inkomen
108.222
143.156
146.631
Belastbaar inkomen volgens aanslag
126.784
289.334
193.317
Slotsom
4.13
Doende wat de Inspecteur zou behoren te doen, zal het Gerecht de bezwaren gegrond verklaren.
4.14
Gelet op het vorenstaande dient het beroep tegen het niet tijdig doen van uitspraken op de bezwaren tegen de aanslagen gegrond te worden verklaard, dienen de aanslagen inkomstenbelasting te worden verminderd tot aanslagen naar een belastbaar inkomen van Afl. 108.222 (2011), Afl. 143.156 (2012) en Afl. 146.631 (2013), en dient de aanslag premie AZV 2011 te worden verminderd tot een bedrag van Afl. 5.972.

5.PROCESKOSTENVERGOEDING EN GRIFFIERECHT

5.1
Ingevolge artikel 15, lid 1 van de Landsverordening beroep in belastingzaken (LBB) worden de kosten vergoed die de belastingplichtige in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De regels over de (hoogte van de) vergoeding zijn neergelegd in het Landsbesluit proceskostenvergoeding in belastingzaken.
5.2
In artikel 1 van dit Landsbesluit zijn de kosten vermeld die voor vergoeding in aanmerking komen, waaronder de kosten van door een derde verleende beroepsmatige bijstand. Deze kosten kunnen worden berekend op Afl. 1.400 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, waarde per punt Afl. 700, wegingsfactor 1).
5.3
Verder dient de Inspecteur op grond van artikel 18, lid 4, LBB, het betaalde griffierecht van Afl. 25 aan belanghebbende te vergoeden.

6.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep tegen het niet tijdig doen van uitspraken op de bezwaren tegen de aanslagen gegrond;
- verklaart de bezwaren gegrond;
- vermindert de aanslag inkomstenbelasting 2011 tot een aanslag naar een belastbaar inkomen van Afl. 108.222;
- vermindert de aanslag inkomstenbelasting 2012 tot een aanslag naar een belastbaar inkomen van Afl. 143.156;
- vermindert de aanslag inkomstenbelasting 2013 tot een aanslag naar een belastbaar inkomen van Afl. 146.631;
- vermindert de aanslag premie AZV 2011 tot een bedrag van Afl. 5.972;
- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van Afl. 1.400; en
- draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht van Afl. 25 te vergoeden.
Deze uitspraak is gegeven door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, en is uitgesproken op 12 februari 2020, in tegenwoordigheid van de griffier N.N. Noël – van der Biezen BSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………….. aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffieAUA@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: Afl. 75
- personenvennootschappen en rechtspersonen: Afl. 300