ECLI:NL:OGEAA:2020:380
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Civiele procedure tussen Pemaxawo N.V. en [NAAM VBA] over geldvordering en ontbinding van een directeursovereenkomst
In deze civiele procedure, aangespannen door Pemaxawo N.V. tegen [NAAM VBA], heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 30 september 2020 uitspraak gedaan. Pemaxawo vorderde betaling van een geldsom van Afl. 26.996,41, vermeerderd met wettelijke rente, en veroordeling van [NAAM VBA] in de proceskosten. [NAAM VBA] voerde verweer en concludeerde tot niet-ontvankelijkheid van Pemaxawo in haar vordering. In voorwaardelijke reconventie vorderde [NAAM VBA] een verklaring voor recht dat de overeenkomst met Pemaxawo per 19 maart 2010 is ontbonden wegens wanprestatie, alsook betaling van Afl. 12.229,-- door Pemaxawo.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat er geen gronden zijn om Pemaxawo niet-ontvankelijk te verklaren en heeft het ontvankelijkheidsverweer van [NAAM VBA] verworpen. Echter, het Gerecht oordeelde dat Pemaxawo onvoldoende feitelijke onderbouwing heeft geleverd voor haar vordering en dat de gemaakte afspraken tussen [NAAM VBA] en Omira niet automatisch van toepassing zijn op Pemaxawo. De vorderingen van Pemaxawo zijn afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten van [NAAM VBA].
In de voorwaardelijke reconventie heeft het Gerecht geoordeeld dat de voorwaarde voor de eis van [NAAM VBA] niet is vervuld, waardoor deze niet is ingesteld. Desondanks heeft het Gerecht geoordeeld dat [NAAM VBA] de kosten van de zinloze reconventionele verdedigingswerkzaamheden van Pemaxawo moet vergoeden. Het vonnis is uitgesproken door mr. A.H.M. van de Leur in aanwezigheid van de griffier.