ECLI:NL:OGEAA:2020:370

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 september 2020
Publicatiedatum
6 oktober 2020
Zaaknummer
AUA2020003818
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van een minderjarige en de juridische gevolgen van nauwe persoonlijke betrekking

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 29 september 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot erkenning van een minderjarige door de man, [Verzoeker 1]. De zaak betreft de juridische en sociale erkenning van de relatie tussen de man en de minderjarige, [minderjarige 1], die geboren is op [geboortedatum] 2015. De moeder van de minderjarige, [Verzoeker 2], heeft ook een rol in deze procedure. De bijzondere curator, benoemd door het gerecht, heeft in zijn akte aangegeven dat er een nauwe persoonlijke betrekking bestaat tussen de man en de minderjarige. Dit is onderbouwd met bewijsstukken, waaronder foto's en het feit dat zij sinds 18 oktober 2019 op hetzelfde adres staan ingeschreven.

De bijzondere curator heeft geconcludeerd dat erkenning in het belang van de minderjarige is, omdat er geen aanwijzingen zijn dat dit de sociaalpsychologische en emotionele ontwikkeling van de minderjarige zou belemmeren. Het gerecht heeft deze conclusie overgenomen en vastgesteld dat de sociale en juridische werkelijkheid met elkaar in overeenstemming moeten zijn. De erkenning van de minderjarige door de man is daarom toegewezen, zodat de reeds bestaande familieband geformaliseerd kan worden tot een familierechtelijke betrekking.

De uitspraak benadrukt het belang van de erkenning voor de minderjarige en de noodzaak om de juridische status van de relatie te bevestigen, wat in lijn is met de relevante bepalingen van het Burgerlijk Wetboek van Aruba.

Uitspraak

Beschikking van 29 september 2020
behorend bij EJ nr. AUA201903818
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van

1.[Verzoeker 1], de man,

en
2.[Verzoeker 2],de moeder,
beiden wonende in Aruba, aan de [adres],
VERZOEK,
procederende in persoon,
Belanghebbenden:
[minderjarige 1],geboren op [geboortedatum] 2015, de minderjarige,
DE AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND,hierna: de ambtenaar,
gemachtigde: mr. [naam ambtenaar],
DE VOOGDIJRAAD, in zijn hoedanigheid van bijzondere curator.

1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het eerdere verloop van de procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 14 april 2020, waarbij de Voogdijraad tot bijzondere curator is benoemd, en in de gelegenheid is gesteld zich schriftelijk uit te laten over de vraag of er tussen de minderjarige en de man een nauwe persoonlijke betrekking is ontstaan als bedoeld in artikel 1:204, lid 1 aanhef en sub e van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, en zo ja, of erkenning in het kennelijk belang van de minderjarige moet worden geacht.
De bijzondere curator heeft op 7 juli 2020 zijn akte ingediend.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
De bijzondere curator heeft in zijn akte – kort samengevat – het volgende vermeld.
De minderjarige noemt de man “Papi” en voelt zich onderdeel van het gezin. Zij kent naast de directe familieleden ook de overige familieleden van de man. Uit foto’s blijkt dat tussen de man en de minderjarige een band bestaat vanaf toen de minderjarige 2 jaar oud was. Partijen en de minderjarige staan sinds 18 oktober 2019 ingeschreven op hetzelfde adres.
De bijzondere curator heeft geconstateerd dat er een nauwe persoonlijke betrekking bestaat tussen de minderjarige en de man.
Verder is uit het onderzoek niet gebleken dat als gevolg van de erkenning de minderjarige zal worden belemmerd in een evenwichtige sociaalpsychologische en emotionele ontwikkeling. Het is in het belang van de minderjarige dat de sociale en juridische werkelijkheid met elkaar overeenstemmen zodat de reeds bestaande familieband geformaliseerd kan worden tot een familierechtelijke betrekking. Aldus de bijzondere curator.
2.2
Gelet hierop, de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is het gerecht van oordeel dat tussen de man en de minderjarige een nauwe persoonlijke betrekking is ontstaan, en dat erkenning van de minderjarige door de man, in het belang van de minderjarige is te achten.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt vast dat tussen de man, [Verzoeker 1], geboren op [geboortedatum] 1986 in Nederland, en de minderjarige, [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2015 in Aruba, uit de vrouw, [Verzoeker 2], geboren op [geboortedatum] 1994 in Colombia, een nauwe persoonlijke betrekking is ontstaan, en dat het in het belang van de minderjarige is te achten dat de man haar erkent.
Aldus gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van 29 september 2020 in aanwezigheid van de griffier.
: