ECLI:NL:OGEAA:2020:367
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete opgelegd aan Boulevard Hotel N.V. door Centrale Bank van Aruba wegens niet melden van ongebruikelijke transacties
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 7 september 2020 uitspraak gedaan in een beroep tegen een bestuurlijke boete die was opgelegd aan Boulevard Hotel N.V. door de Centrale Bank van Aruba. De boete van Afl. 300.000,- was opgelegd wegens het niet tijdig melden van 74 ongebruikelijke transacties in de periode van januari tot en met juni 2016, wat in strijd is met de Landsverordening voorkoming en bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering (Lwtf). De appellante, Boulevard Hotel N.V., heeft bezwaar gemaakt tegen de boete en stelde dat zij geen verwijt treft voor het niet melden, omdat zij technische problemen ondervond met het online meldingsformulier van het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties (MOT).
De Centrale Bank heeft echter betoogd dat de appellante, als houder van een casinovergunning, bekend moest zijn met de wettelijke verplichtingen en dat zij ook op papier meldingen had kunnen doen. Het Gerecht oordeelde dat de appellante onvoldoende bewijs had geleverd voor haar stelling dat technische storingen de oorzaak waren van het niet melden. Het Gerecht concludeerde dat de bank in redelijkheid de boete had kunnen opleggen, gezien de ernst en duur van de overtredingen.
De appellante heeft ook aangevoerd dat de opgelegde boete onevenredig was gezien haar financiële situatie, maar het Gerecht oordeelde dat zij geen financiële gegevens had overgelegd om haar draagkracht aan te tonen. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard, en de boete van Afl. 300.000,- bleef gehandhaafd. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van financiële instellingen om ongebruikelijke transacties tijdig te melden en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichtingen.